26 200 XVI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1999

nr. 72
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 1999

Capaciteit dagbesteding voor ZMLK-schoolverlaters

Met uw in hoofde vermelde brief stuurt u mij het stenografisch verslag toe van het ordedebat van dinsdag 15 juni 1999. Daaruit blijkt dat mevrouw Kant (SP) mede namens de CDA-fractie, de fractie van GroenLinks en mevrouw Lambrechts (D66) mijn aandacht gevraagd heeft voor de dagopvang voor ZMLK-schoolverlaters. Aanleiding hiervoor was een demonstratie van ouders van ZMLK-schoolverlaters, leerkrachten van het ZMLK-onderwijs en ZMLK-schoolverlaters uit Gouda en Almelo, waarbij aan enkele leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport een Zwartboek is overhandigd. Mevrouw Kant vraagt mij om een reactie. Ik deel u daarover het volgende mede.

Op dezelfde middag is het Zwartboek ook op dit ministerie aangeboden. Het zwartboek is namens mij in ontvangst genomen door de Directeur-Generaal Welzijn en Sport, de heer drs. P.H.B. Pennekamp. Daarna heeft nog een gesprek over het probleem en mogelijke oplossingen plaatsgevonden met een kleine deputatie van ouders en leerkrachten op het ministerie.

Nadere uitwerking

Het betreft hier een landelijke actie, die is georganiseerd door de ouderraad van school De Ark te Gouda samen met de Herderschéeschool uit Almelo.

Beide scholen hebben een enquête gehouden onder 125 ZMLK-scholen. Deze enquête leverde de volgende gegevens op:

– 66 scholen hebben gereageerd

– 50 scholen doen mee aan de actie en 27 leverden een bijdrage aan het zwartboek

Circa 45 (75%) van de ZMLK-scholen hebben gemeld problemen te hebben met plaatsing van schoolverlaters op een dagactiviteitencentrum, vanwege capaciteitstekort. Zes scholen zien problemen aankomen.

Er zijn 181 schoolverlaters die zijn aangewezen op een dagactviteitencentrum, waarvan er 108 (60%) niet binnen afzienbare tijd terecht kunnen. Van de 45 scholen kent ongeveer de helft kinderen die al thuis zitten, omdat zij in de loop van het jaar de school hebben verlaten.

Voor de goede orde merk ik op, dat ook op deze groep de sluitende aanpak voor jongeren op grond van de Wet inschakeling werkzoekenden van toepassing is. Iemand met een verstandelijke handicap komt pas in aanmerking voor een plaats op een dagactiviteitencentrum, als de – onafhankelijke – indicatiecommissie Wet sociale werkvoorziening (WSW) heeft vastgesteld, dat iemand niet tot de doelgroep van de WSW behoort. Dit is vastgelegd in de Regeling nadere regels zorgaanspraken AWBZ (Stcrt.1993, 250, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 7 oktober 1997, VPZ/VU-973152). Mij is niet bekend of voor alle 181 schoolverlaters op deze wijze is vastgesteld dat zij inderdaad een indicatie hebben voor een plaats op een dagactiviteitencentrum. In het algemeen geldt echter dat ZMLK-schoolverlaters tot de doelgroep van de Sociale werkvoorziening kunnen behoren, afhankelijk van de uitkomst van de individuele indicatiestelling.

Hoe het probleem op te lossen?

Teneinde te zorgen voor meer dagbestedingsmogelijkheden voor ZMLK-schoolverlaters werk ik langs twee lijnen, die beide te maken hebben met de relatie zorg–arbeid:

– het beschikbaar stellen van extra geld

– vergroting van mogelijkheden tot doorstroming naar een vorm van arbeid

Het beschikbaar stellen van extra geld

Ik kan u nu reeds meedelen, dat in het kader van het Voorjaarsakkoord meerjarenafspraken sector gehandicaptenzorg, waarover ik voor 1 juli 1999 hoop tot overeenstemming te komen met partijen, hiervoor een bedrag is opgenomen. Na de ondertekening van het Voorjaarsakkoord zal ik dit document met de bijbehorende financiële paragraaf aan uw Kamer toezenden.

Vergroting van mogelijkheden tot doorstroming naar een vorm van arbeid

Het onderwerp dagbesteding gericht op arbeid vormt ook onderdeel van het «Najaarsakkoord meerjarenafspraken sector gehandicaptenzorg». Doelen zijn meer dagbesteding voor ernstig verstandelijk gehandicapten en het realiseren van doorstroming binnen de dagbesteding en van dagbesteding naar een vorm van (gesubsidieerde) reguliere arbeid. Door een beter gebruik van en afstemming met de WSW en de Wet reïntegratie arbeidsongeschikten wordt de arbeidsparticipatie vanuit de dagactiviteitencentra bevorderd. Een plan van aanpak is nagenoeg gereed. Uitgangspunt daarbij is om meer dynamiek te realiseren bij de zittende populatie van de onderscheidene voorzieningen voor dagbesteding.

Doorstroming, samenwerking tussen instellingen en de indicatiecommissies en een betere voorlichting van wederzijdse mogelijkheden (zorg en arbeid ) zijn daarbij actiepunten. Ook zal aandacht gegeven worden aan een betere afstemming tussen enerzijds de verschillende vormen van (aangepaste) arbeid en anderzijds de specifieke arbeidsmogelijkheden van de mensen met een handicap. Ook wil ik bezien of onder nader te bepalen condities een vorm van herindicatie kan worden ingevoerd.

Uiteraard ben ik naast overleg met de sector hierover in overleg met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. M. Vliegenthart

Naar boven