26 200 XVI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1999

nr. 41
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 1998

Hiermee wil ik u informeren over de opheffing van het Cluster Landelijke Homo/Lesbische Organisaties, kortweg het Homocluster.

Het Homocluster is in 1993 ontstaan als gevolg van de clusteroperatie onder begeleiding van de commissie BUC. In de loop van de afgelopen jaren is echter gebleken dat de opgelegde samenwerking bepaald geen succes is geworden. Het Homocluster heeft nooit rechtspersoonlijkheid bezeten, maar vormde een samenstel van een aantal rechtspersonen waarbij het COC fungeerde als subsidie-ontvanger. De beoogde meerwaarde is niet gerealiseerd.

Toen duidelijk werd dat deze vorm van samenwerking ook in de toekomst niet zou verbeteren, heeft mijn ambtsvoorganger in een overleg begin dit jaar met het Homocluster haar voornemen besproken om per 1 januari 1999 de instellingssubsidie te beëindigen. Hiervoor in de plaats heeft zij aangeboden homo-organisaties te willen faciliteren op projectbasis om daarmee de samenwerking op inhoudelijke in plaats van op organisatorische wijze te bevorderen. Hierdoor zouden ook goede initiatieven van andere landelijke homo-organisaties een kans krijgen. Het bedrag dat met de instellingssubsidie was gemoeid, – f 516 000 in 1998 – zou worden gereserveerd voor projectsubsidies aan organisaties die activiteiten uitvoeren die bijdragen aan het homo-emancipatiebeleid van VWS. Omdat hierdoor ook de constructie van het ene subsidie-adres vervalt, betekent dit tevens dat het Homocluster per 1 januari 1999 ophoudt te bestaan.

Het Homocluster heeft hiermee ingestemd.

Op 9 juni 1998 heeft mijn ambtsvoorganger het schriftelijk besluit tot beëindiging van de instellingssubsidie aan het cluster verzonden en er is geen bezwaar tegen ingediend.

In haar brief heeft mijn ambtsvoorganger tevens de inhoudelijke toekenningscriteria voor projectsubsidie homo-emancipatiebeleid voor 1999 vastgesteld. 1999 moest een overgangsjaar zijn omdat de Welzijnsnota 1999–2002 vanwege de vorming van een nieuw kabinet niet kon worden gepubliceerd voor de indieningstermijn voor subsidie-aanvragen 1999.

Deze criteria zijn zo geformuleerd dat het grootste deel van de clusterorganisaties er nog voor in aanmerking kan komen. Inmiddels heb ik van zes van de acht clusterorganisaties een aanvraag projectsubsidie ontvangen alsmede van vier andere homo-organisaties. Bij de toewijzing wordt de historische verdeling van het beschikbare budget in overweging genomen alsmede de vraag in hoeverre de projectactiviteiten inhoudelijk en kwalitatief bijdragen aan de beleidsdoelstellingen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. M. Vliegenthart

Naar boven