nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 6 november 1998
Naar aanleiding van de vraag die de heer Herrebrugh stelde tijdens het
plenaire debat in de Kamer op 5 november 1998, over mogelijke acties
van Franse boeren, deel ik U, mede namens de minister van Verkeer en
Waterstaat, het volgende mee.
De Nederlandse Ambassade in Parijs heeft op 29 oktober jl. een fax gestuurd
naar de Nederlandse branche- en vervoersorganisaties met het verzoek de belanghebbenden
in te lichten over mogelijke acties van Franse boeren.
Op 4 november jl. heeft de Ambassade een nieuwe fax gestuurd met de mededeling
dat de Franse organisatie van varkensboeren, de Fédération Nationale
Porcine (FNP), op 6 november een nationale actiedag had gepland. In deze fax
is ook aangegeven in welke plaatsen de acties zouden plaatsvinden.
Onder de organisaties die van de voorgenomen acties op de hoogte zijn
gesteld, bevinden zich de wegvervoersorganisaties Transport en Logistiek Nederland
en Eigen Vervoersorganisatie.
Ik heb de Nederlandse Ambassade in Parijs de opdracht gegeven nogmaals
mijn bezorgdheid over dit soort acties over te brengen en de Franse autoriteiten
te verzoeken alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat het vrije
verkeer zo min mogelijk wordt belemmerd.
Voorts heb ik besloten dat, indien er sprake is van schade aan het Nederlandse
bedrijfsleven, Nederland dit zal opbrengen tijdens de Interne Markt Raad van
9 november a.s. In dat geval zal Nederland ook de Europese Commissie vragen
de Franse regering te verzoeken de vrije doorgang van Nederlandse producten
te verzekeren.
Indien zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, zal ik de Kamer hiervan op
de hoogte stellen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. van Aartsen