26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties

Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2011

Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de herfstzitting van de 65e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN), die werd gehouden van 14 september tot eind december 2010. In dit verslag wordt aan de hand van een thematische indeling een beeld geschetst van de beraadslagingen. Dit verslag is een vervolg op de brief over de richtlijnen voor de Koninkrijksdelegatie naar de 65e AVVN (Kamerstuk 2009–2010, 26 150, nr. 88).

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Verslag herfstzitting van de 65e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties

In de periode september–december 2010 vond de herfstzitting van de 65e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) plaats. Deze zitting was op verschillende terreinen vruchtbaar voor Nederland, met relatief goede resultaten op onderwerpen als mensenrechten, de Responsibility to Protect en hervormingen op het gebied van VN personeelsbeleid. Ook heeft Nederland tijdens deze zitting specifiek en zichtbaar aandacht besteed aan humanitaire hulp, water en sanitatie.

Tijdens deze zitting nam de AVVN in totaal 262 resoluties aan en vonden verschillende thematische discussies plaats. De AVVN werd voorgezeten door de voormalige Zwitserse president Joseph Deiss. Als centraal thema had Deiss gekozen voor de rol van de VN in een veranderende wereld. Hij gaf daar zelf invulling aan door te waarschuwen dat de VN zijn centrale plaats in de wereldgemeenschap aan het verliezen is (aan o.a. de G-20) en niet erg effectief had kunnen opereren tijdens de financiële crisis.

De verkiezingen voor de VN Veiligheidsraad (VNVR) vonden plaats op 12 oktober 2010. De enige betwiste zetels waren die in de Westerse kiesgroep, waar EU-lidstaten Duitsland en Portugal gekozen werden en Canada het onderspit dolf. Met de verkiezing van India, Zuid-Afrika, Colombia, Duitsland en Portugal is de nieuwe VNVR de sterkste ooit.

De AVVN werd ook dit jaar weer bijgewoond door leden van de Eerste en Tweede Kamer, vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties en vakbonden, evenals de Vrouwenvertegenwoordiger en de Jongerenvertegenwoordigers.

Hieronder volgt per thema, zoals in de richtlijnen aan de Koninkrijksdelegatie naar de 65e AVVN (Kamerstuk 2009–2010, 26 150, nr. 88), een verslag op hoofdlijnen van de herfstzitting van de 65e AVVN. U heeft reeds een verslag ontvangen van de MDG top, die vooraf ging aan de opening van de 65e AVVN, en van de inzet van het Koninkrijk tijdens de ministeriële week (Kamerstuk 2010–2011, 26 150, nr. 95). Dit verslag zal daar niet op ingaan.1

Mensenrechten

Tijdens de zitting van de Derde Commissie (sociale, humanitaire en culturele vraagstukken) werden 66 resoluties behandeld, waarvan er 55 zijn aangenomen. De G77 en de Afrikaanse Groep lieten dit jaar een opvallende assertiviteit zien op het gebied van de rechten van de mens. Met name Zuid-Afrika toonde zich bij tijd en wijle een moeizame onderhandelingspartner. Landen als Egypte en Pakistan stelden zich dit jaar daarentegen juist iets constructiever op. De EU stelde zich t.a.v. een aantal agendapunten terughoudender op met het oog op de discussie rond de status van de EU in de VN (zie verder in het verslag).

Nederland acht het van groot belang dat de AVVN mensenrechtensituaties in specifieke landen aan de kaak blijft stellen. De AVVN heeft dit jaar wederom landenresoluties aangenomen over de mensenrechtensituatie in Birma, Noord-Korea en Iran. De relatief eenvoudige wijze waarop dit gebeurde is een heugelijke ontwikkeling. Alle landenresoluties konden op een Nederlandse voor-stem rekenen. De resolutie over Iran haalde zelfs een duidelijk beter resultaat dan het afgelopen jaar, met zes voorstemmen méér.

Alle door Nederland en de EU ingediende of gesteunde initiatieven op mensenrechtengebied waren succesvol. Nederland en Frankrijk dienden opnieuw een resolutie over geweld tegen vrouwen in. Deze resolutie, die lidstaten en de VN-instellingen oproept om geweld tegen vrouwen uit te bannen, is ook dit jaar met consensus aangenomen. Dit kan als duidelijk signaal worden opgevat dat alle 192 landen van de VN het belang van de problematiek onderkennen. De nadruk van de resolutie lag op preventie. In tegenstelling tot de afgelopen jaren werden de lidstaten en de VN-instellingen dit jaar gelijktijdig geadresseerd in de resolutie. Derhalve zal deze in het vervolg tweejaarlijks worden ingediend, hetgeen de samenwerking tussen beide ten goede zal komen.

Samen met de landen van Latijns-Amerika en de Caraïben trok de EU de jaarlijkse resolutie over de rechten van het kind, met dit jaar bijzondere aandacht voor ontwikkeling van kinderen in hun vroege jeugd (Early Childhood Development). Dankzij Nederland bevat de resolutie ook een verwijzing naar de uitkomsten van de Haagse conferentie inzake kinderarbeid. De resolutie is met consensus aangenomen.

Ook tijdens deze AVVN was er weer veel aandacht voor religie. De door de EU ingediende resolutie over de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging werd net als vorig jaar met consensus aangenomen. Daar staat tegenover dat dit jaar wederom een door Marokko namens de landen van de Organisatie van de Islamitische Conferentie(OIC) ingediende resolutie over godsdienstlastering is aanvaard. Een positieve ontwikkeling hierbij is wel dat de steun voor deze resolutie dit jaar verder afnam. Als deze trend zich doorzet, kan de resolutie tijdens de volgende AVVN wellicht worden verworpen. Nederland heeft met alle EU-lidstaten tegen de Marokkaanse resolutie gestemd.

Tijdens de herfstzitting werden twee resoluties aangenomen over het belang van interculturele dialoog. Ten eerste de jaarlijks door Pakistan en de Filippijnen ingediende resolutie over interreligieuze en interculturele dialoog. Ten tweede een eenmalige, door Jordanië ingediende resolutie waarmee een wereldwijde «Week van Interreligieuze Harmonie» in het leven zou worden geroepen. Voorts spoorde deze resolutie VN-lidstaten aan om religieuze vredesboodschappen in gebedsruimtes te verspreiden. Een aantal EU-landen, waaronder Nederland, heeft pas in kunnen stemmen met consensus op deze resoluties, nadat was afgesproken dat de EU in zeer duidelijke stemverklaringen afstand zou nemen van passages die niet stroken met de scheiding tussen Kerk en Staat, die disproportionele aandacht geven aan religieuze identiteit en die neerkomen op inperking van de persvrijheid.

Nederland stemde, evenals 12 EU-partners en een aantal andere VN-lidstaten, tegen de door de G77 ingediende en aangenomen resolutie over racismebestrijding betrekking hebbend op afspraken uit de zogenaamde Durban-conferenties. De belangrijkste reden daarvoor is dat tijdens die conferenties disproportionele en eenzijdige aandacht is besteed aan het Israëlisch-Palestijnse conflict. In deze resolutie werd bovendien vastgelegd dat tijdens de AVVN in 2011 de tiende verjaardag van de eerste Durban-conferentie in 2001 zou worden gevierd. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiger in New York lichtte in een stemverklaring toe dat Nederland ondanks deze tegenstem zowel nationaal als internationaal zeer actief blijft in het bestrijden van discriminatie, ook op basis van ras.

In de resolutie over buitengerechtelijke executies zijn de landen van de OIC en de Afrikaanse Groep er aanvankelijk in geslaagd om een expliciete referentie naar seksuele oriëntatie te verwijderen. Door doortastend optreden van de Verenigde Staten – in nauwe samenwerking met de EU – werd in de definitieve versie toch melding gemaakt van personen die vanwege hun seksuele oriëntatie een verhoogd risico lopen op buitengerechtelijke executies. Ook Nederland heeft hiervoor actief gelobbyd. Nederland heeft voor deze definitieve versie gestemd.

De tweejaarlijkse doodstrafresolutie kreeg iets meer steun dan in 2008. De resolutie roept landen op tot het instellen van een moratorium met als doel wereldwijde afschaffing van de doodstraf. Belangrijk nieuw element van deze resolutie is de roep om betere gegevensverzameling, zodat nationale en internationale debatten over de doodstraf op basis van de juiste feiten kunnen worden gevoerd. Nederland heeft met alle EU-lidstaten voor deze resolutie gestemd.

Een teleurstelling vormde ten slotte de door de G77 ingediende resolutie over het recht op ontwikkeling, die aandrong op de uitwerking van een juridisch bindend instrument voor de implementatie van het recht op ontwikkeling. Voorgaande resoluties noemden een dergelijk instrument tot nu toe slechts als een mogelijke optie. De resolutie, die werd aangenomen, belastte hiermee het onderhandelingsproces over de uitwerking van het recht op ontwikkeling in de Mensenrechtenraad. Nederland heeft tegen de resolutie gestemd. De EU bleek verdeeld (13 tegen, 14 onthouding).

Internationale rechtsorde en internationale gerechtigheid

Tijdens de zitting van de Zesde Commissie (juridische zaken) werden 17 resoluties en 2 besluiten aangenomen (alle met consensus) over een reeks van juridische onderwerpen.

Ten aanzien van het onderwerp «universele jurisdictie» werd besloten dat de Zesde Commissie het onderwerp verder zal behandelen in een tijdens de 66e sessie op te richten werkgroep. Uit het oogpunt van de inzet van Nederland en de EU om het onderwerp zo juridisch mogelijk te houden, kan hierover positief worden geoordeeld. De secretaris-generaal van de VN (SGVN) werd verzocht om over dit onderwerp een rapport op te stellen aan de hand van informatie te verkrijgen van lidstaten.

Van speciaal belang voor Nederland was de resolutie over het Internationaal Strafhof, waarin onder meer de samenwerking tussen de VN en het Strafhof centraal staat en wordt verwezen naar de uitkomsten van de Herzieningsconferentie van het Strafhof in 2010. Zoals voorheen diende Nederland deze resolutie in, namens 99 cosponsors. De resolutie werd door de plenaire AVVN met consensus aangenomen.

Met betrekking tot het onderwerp Rule of Law vond een debat plaats over het thema Laws and practices of Member States in implementing international law. Er werd positief geoordeeld over de Rule of Law-eenheid binnen het VN-secretariaat, maar deze en andere relevante actoren binnen het VN-systeem moeten nog veel werk verzetten. Ook werd gewezen op de noodzaak van meer capaciteitsopbouw op nationaal niveau en donorhulp daarbij. Tot slot werd besloten om tijdens het High-Level Segment van de 67e AVVN een High-Level Meeting on the Rule of Law te organiseren.

Responsibility to Protect (R2P)

Dit najaar onderhandelde de Vijfde Commissie (begroting en management van de VN) over de financiering van het Joint Office van de speciale adviseurs van de SGVN voor respectievelijk de preventie van genocide en R2P. Het VN-Secretariaat verzocht om financiering van drie functies ten behoeve van vroegtijdige waarschuwingen en analyses inzake de misdaden onder R2P. Nederland heeft in EU-verband gepleit voor deze middelen. Ondanks weerstand van landen als Venezuela, Nicaragua en Cuba, die zeer kritisch zijn over het beginsel R2P, heeft de Vijfde Commissie, na stemming en met Nederlandse steun, de drie functies goedgekeurd en de door het VN-Secretariaat gevraagde financiering toegekend.

Vredesmissies en conflictpreventie

De Vierde Commissie (speciale politieke zaken en dekolonisatie) debatteerde over de voortgang in de uitvoering van het New Horizon Initiative. Onder deze noemer deed het VN-Secretariaat in 2009 voorstellen om VN-vredeshandhaving te moderniseren. Het debat vond dit jaar plaats tegen de achtergrond van een consolidatie van VN vredeshandhaving en een afname van het aantal missies en blauwhelmen.

Op vier prioriteitsgebieden is winst geboekt. Ten eerste in de ontwikkeling van richtlijnen voor effectievere VN-vredeshandhaving. Wat betreft het beschermen van burgerbevolking, robuuste vredeshandhaving en de relatie tussen vredeshandhaving en vredesopbouw zijn belangrijke stappen gezet. Ten tweede is voortgang geboekt in het verbeteren van inzetbare middelen voor VN-missies. Dit gebeurt door onder andere de ontwikkeling van uniforme standaarden en het verbeteren van training voor vredestroepen, o.a. op het gebied van het tegengaan van seksueel geweld. Nederland heeft zich gecommitteerd verder op dit thema in te zetten. De derde prioriteit betreft de Global Field Support Strategy (GFSS), waarbij wordt overgestapt van een specifiek op een bepaalde missie gerichte ondersteuning naar een meer flexibele wereldwijde en regionale ondersteuning. Ook werd op de vierde prioriteit, verbeterde interactie tussen Veiligheidsraad, Secretariaat en troepenleverende landen, voortgang geboekt. Daarnaast worden bevelstructuren binnen VN-missies opnieuw tegen het licht gehouden.

De Nederlandse inzet in de Vierde Commissie werd via de EU gerealiseerd. De EU steunt de VN in de bovengenoemde uitwerking van het New Horizon Initiative. Andere verbanden zoals de Non-Alignment Movement (NAM), CANZ en de Rio Groep ondersteunden ook in algemene zin het New Horizon proces en de GFSS. Los van de bekende kanttekeningen zoals vasthouden aan de basisprincipes van de klassieke vredeshandhaving, belang van behoud van nationale soevereiniteit en snellere uitbetaling van vergoedingen aan troepenleverende landen, was de verklaring van de NAM gematigd. De resolutie ter ondersteuning van een evaluatie van vredeshandhavingsoperaties werd met consensus aangenomen.

De komende vergadering van de speciale commissie voor vredeshandhaving (de zogenaamde C-34) in het voorjaar van 2011 zal voor een belangrijk deel in het teken staan van de vier prioriteiten uit New Horizon.

Midden-Oostenresoluties

Tijdens de 65e AVVN zijn 17 resoluties met betrekking tot het Midden-Oosten ingediend. Over de resoluties is in verschillende Commissies gestemd.

Nederland heeft bij behandeling van de resoluties gestreefd naar evenwichtige teksten die niet onnodig emotionerend en politiserend zijn. Ook heeft Nederland zich ingespannen voor stroomlijning van het aantal resoluties. Emotionerende teksten, noch het aantal en repeterende karakter daarvan zijn immers bevorderlijk voor het Midden-Oosten vredesproces. Nederland kreeg enige steun van gelijkgezinde landen als Denemarken, Tsjechië, Duitsland en Italië.

Nederland heeft zich bij een aantal resoluties met betrekking tot het Midden-Oosten onthouden van stemming en bij andere resoluties voorgestemd. De EU-consensus bij stemming kon worden behouden, nadat op verzoek van Nederland een EU-stemverklaring was overeengekomen. De EU herbevestigde daarin de stemverklaring van de EU tijdens de 64e AVVN. Nederland heeft zich er met succes hard voor gemaakt dat de EU zich daarnaast uitsprak tegen het repeterende karakter van de resoluties. Eveneens riep de EU de partijen op zich van acties en retoriek te weerhouden die het vredesproces in gevaar brengen.

Veiligheidsraadhervorming

Veiligheidsraadhervorming blijft een zeer langzaam proces. Door druk van de voorzitter van de AVVN Deiss had de discussie over Veiligheidsraadhervorming dit jaar in een stroomversnelling moeten raken. Veel zaken zijn besproken, waaronder verschillende voorstellen voor een tussentijdse oplossing, echter zonder veel vooruitgang.

Nederland heeft als facilitator in dit proces de Afghaanse Permanente Vertegenwoordiger Tanin, die namens de voorzitter van de AVVN leiding geeft aan het onderhandelingsproces, de afgelopen jaren ondersteund door o.a. personele inzet en de organisatie van informele overlegsessies. Afgelopen najaar heeft Nederland samen met België een ingekort hoofdstuk van de onderhandelingstekst aan de AVVN gepresenteerd als voorbeeld van hoe de compilatie van standpunten terug te brengen tot een werkbare basis voor onderhandelingen. Dit initiatief is positief ontvangen en heeft ertoe geleid dat ambassadeur Tanin dezelfde werkwijze zal toepassen op andere hoofdstukken van de onderhandelingstekst.

Er lijken drie stromingen te ontstaan ten aanzien van het hervormingsproces: snelle actie om het momentum niet te verliezen, voorzichtige consultaties om het draagvlak voor het proces te behouden, en een derde groep die eigenlijk het liefst niets of nauwelijks iets ziet veranderen. Hiertoe behoren o.m. China en Rusland, die geen voorstander zijn van extra permanente leden van de VNVR.

Het huidige lidmaatschap van de VNVR van drie van de vier G-4 leden Duitsland, Brazilië en India (Japan is geen VNVR-lid) biedt wellicht uitzicht op verdere intensivering van het hervormingsproces, als ook het bereiken van een tussentijdse oplossing.

Ontwapening en non-proliferatie van massavernietigingswapens

De Eerste Commissie (ontwapening en internationale veiligheid) nam 55 resoluties en 3 besluiten aan op het gebied van ontwapening, non-proliferatie, wapenbeheersing en internationale veiligheid. Een positieve ontwikkeling is dat in 2010 – net als in 2009 – bijna tweederde van de resoluties en besluiten zonder stemming, dus met consensus, kon worden aangenomen. In 2008 werd nog gestemd over het merendeel van de resoluties en besluiten.

De algemene indruk van de herfstzitting is echter dat de confrontatie in het debat harder was dan in 2009. Ondanks positieve ontwikkelingen in 2010, waaronder de ondertekening van het nieuwe START-verdrag in april en de geslaagde NPV-Toetsingsconferentie in mei, werd tijdens de Eerste Commissie duidelijk dat er grote tegenstellingen zijn met betrekking tot de noodzakelijk geachte volgende stappen op het gebied van multilaterale ontwapening. De vooruitzichten op een spoedige start van onderhandelingen over een verifieerbaar verdrag inzake een verbod op de productie van splijtstof voor kernwapens (FMCT) zijn dan ook niet onverdeeld positief. Anders dan in 2009 kon dit jaar de FMCT-resolutie niet met consensus worden aangenomen. 163 landen stemden voor, waaronder Nederland. Pakistan stemde tegen en Syrië en DPRK onthielden zich.

Er was veel aandacht voor de toekomst van de ontwapeningsmachinerie, mede naar aanleiding van de High Level Meeting (HLM) over de toekomst van de Ontwapeningsconferentie (CD) in Genève. Deze HLM (waar 73 landen aan deelnamen) vond kort vóór de Eerste Commissie plaats in New York op initiatief van de SGVN. Nederland heeft als initiatiefnemer en coördinator van de groep van oorspronkelijke cosponsors van een HLM-resolutie zich actief opgesteld op dit dossier. De tekst die in dit verband met consensus is aanvaard, is één van de instrumenten om de discussie aan te zwengelen en de impasse in de CD te doorbreken.

Nederland heeft zich ingezet voor de aanvaarding van de resolutie over het Biologische en Toxine Wapenverdrag (BTWC), die traditiegetrouw door Hongarije wordt ingediend. Deze resolutie werd met consensus aangenomen. Daarbij speelde de Nederlandse kandidatuur voor het voorzitterschap van de 7e Toetsingsconferentie in het kader van het BTWC een rol. Nederland is in december jl. daadwerkelijk verkozen tot voorzitter van de Toetsingsconferentie die plaatsvindt in Genève van 5–22 december 2011.

De Verenigde Staten en Rusland dienden gezamenlijk een resolutie in over het nieuwe START-verdrag. Ondanks Iraanse pogingen om de resolutie via amendementen te wijzigen, kon deze zonder stemming worden aangenomen. Met name Indonesië speelde hierbij een belangrijke en constructieve rol.

Conventionele wapenbeheersing

Het Verenigd Koninkrijk diende dit jaar geen ontwerp-resolutie in over een VN-wapenhandelsverdrag (Arms Trade Treaty), de zogenaamde ATT-resolutie. En marge van de Eerste Commissie vonden wel diverse side-events over verschillende aspecten van een ATT plaats. Nederland organiseerde samen met Nieuw-Zeeland een side-event voor NGO’s en andere delegaties over nationale en internationale implementatie van een wapenhandelsverdrag.

Ontwikkeling

De onderhandelingen in de Tweede Commissie (economische en financiële ontwikkelingszaken) verliepen dit jaar in het algemeen makkelijker dan in 2009, mede dankzij het kort daarvoor bereikte slotakkoord van de MDG top (20–22 september) en de succesvolle uitkomst van de VN-top over biodiversiteit in Nagoya (oktober 2010). Ook dit jaar bleek tijdens de onderhandelingen dat binnen de G77 regelmatig uiteenlopende standpunten werden ingenomen, waarbij de toon werd gezet door een kleine groep van hardliners, waaronder Cuba, Venezuela, Bolivia, Egypte, Iran en Syrië.

Tijdens de herfstzitting nam de Tweede Commissie 40 resoluties en 2 besluiten aan op het gebied van duurzame ontwikkeling, armoedebestrijding, macro-economie en noodhulp. Over vier daarvan is gestemd. Twee daarvan betreffen Midden-Oostenresoluties, waarbij Nederland evenals de EU, heeft voorgestemd. Nederland stemde daarnaast voor de resolutie «International trade and development» en onthield tenslotte bij de stemming over de resolutie «Towards a New International Economic Order». Geschilpunten waren steeds de formulering van de inspanningen van geïndustrialiseerde landen versus die van ontwikkelingslanden, verschillen van inzicht over de benodigde financiën, de karakterisering van de financieel-economische crisis en de rol van de VN. De resultaten zijn in het algemeen bevredigend. De EU heeft bij de meeste resoluties haar doelstellingen bereikt. Nederland cosponsorde in EU-verband drie resoluties: de resolutie over sustained inclusive and equitable growth for poverty eradication and achievement for the MDGs, de resolutie over bescherming van koraalriffen en de door de EU ingebrachte resolutie over dumping van chemische wapens in zee.

De resolutie over Protection of Global Climate verschilt weinig van de tekst van vorig jaar waarbij EU-prioriteiten zoals de vierde Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) rapportage, drastische vermindering van CO2-emissies en een herbevestiging van het gender perspectief in klimaatbeleid in de tekst zijn opgenomen. De resolutie benadrukt verder de noodzaak van voldoende financiële en technische middelen en roept de internationale gemeenschap op om bij te dragen aan deaanvulling van de Global Environmental Facility.

Voor wat betreft de jaarlijkse resolutie over de Biodiversity Convention (CBD) werden de resultaten van de Nagoya-top overgenomen in de resolutie, waarbij de VS, die geen partij bij de CBD is, zich traditioneel beperkte tot de formulering dat «notie» was genomen van deze resultaten. Dankzij de inzet van de EU is een paragraaf opgenomen over de economische waardering van ecosystemen en over synergie tussen de verdragen op het terrein van biodiversiteit, waarmee beide aspecten voor de eerste maal universele erkenning hebben gekregen.

Het aantal resolutievoorstellen onder het cluster duurzame ontwikkeling was dit jaar aanmerkelijk groter dan voorheen. De EU ondersteunde een nieuw ingebracht resolutievoorstel (India) voor een International Year for Sustainable Energy. Hierbij slaagde de EU erin de toegang tot duurzame energie in de tekst niet alleen maar afhankelijk te stellen van technologieoverdracht en internationale samenwerking, maar ook aandacht te schenken aan het belang van nationaal beleid. Ook realiseerde de EU in de tekst een duidelijke relatie met klimaatverandering en wordt gemeld dat de organisatie van het jaar binnen de reeds toegekende begrotingsmiddelen wordt uitgevoerd.

De onderhandelingen over het resolutievoorstel van Tajikistan om 2012 uit te roepen tot het International Year of Water Diplomacy verliepen moeizaam. De EU was tegen een internationaal jaar en vond het voorstel slecht getimed vanwege het lopende Water for Life Decade 2005–2015. In plaats daarvan is een compromistekst aangenomen waarin het jaar 2013 wordt aangewezen als International Year of Water Cooperation.

De G77, EU, VS en Japan waren de belangrijkste spelers bij de onderhandelingen over Agriculural development and food security. De EU-doelstellingen werden ruimschoots gerealiseerd met agreed language over de handelsaspecten en duidelijke taal over enabling environment (R&D, toekomstgericht economisch beleid), voeding en sociale bescherming. De noodzaak voor verbetering van global governance en internationale coördinatie wordt benadrukt en een nieuwe paragraaf is opgenomen over het verzachten van de gevolgen van de hoge volatiliteit van de prijzen van landbouwgrondstoffen.

Gender

Nederland wil gendergelijkheid bevorderen, onder meer door de capaciteit daarvoor binnen de VN te versterken. In 2009 heeft de AVVN, mede als gevolg van inspanningen van Nederland, besloten tot de samenvoeging van vier langer bestaande VN-genderinstellingen tot één eenheid, UN Women, ter bevordering van efficiëntie en slagkracht. UN Women brengt de normatieve en operationele mandaten bij elkaar en heeft als extra opdracht het aanjagen en verantwoordelijk houden van de VN op gendergebied. Er wordt vanuit gegaan dat voor de uitvoering van deze mandaten een verdubbeling van de middelen van de vier oorspronkelijke VN-genderinstellingen is vereist. Nederland zal dan ook haar vrijwillige bijdrage via de VN voor gendergelijkheid verdubbelen. De Vijfde Commissie heeft tijdens de herfstzitting van de AVVN met consensus ingestemd met opwaardering van het management van UN Women en aanstelling van een ondersecretaris-generaal, die op gelijke voet staat met de leiding van andere VN-fondsen en programma’s. De Vijfde Commissie heeft extra financiële middelen hiervoor goedgekeurd.

One UN

Stap voorwaarts in het One UN-proces is het eerste gezamenlijke landenprogramma Tanzania dat ter financiële goedkeuring is voorgelegd aan de beheersraden van UNDP, UNFPA, UNICEF en WFP. Het programma bestrijkt een termijn van vier jaar. Het draagt bij aan betere samenhang en werkverdeling op basis van comparatief voordeel tussen de VN-organisaties onderling en sluit aan bij de nationale begrotingscyclus en de prioriteiten van de Tanzaniaanse overheid.

Personeelsbeleid

De Vijfde Commissie heeft dit najaar onder meer onderhandeld over de harmonisatie van de verschillen in arbeidsvoorwaarden op ontberingsposten tussen de verschillende VN-organisaties en over de hervorming van het VN-personeelsbeleid. Beide resoluties zijn met consensus aangenomen.

Nederland heeft in EU-verband gepleit vóór harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden. Kosten hiervoor zouden, volgens Nederland, binnen de bestaande middelen moeten worden gezocht om de alsmaar stijgende trend van de reguliere begroting van de VN tegen te gaan. De Vijfde Commissie heeft uiteindelijk besloten om de arbeidsvoorwaarden voor het merendeel, inclusief inzake de hoogte van de vergoedingen, te harmoniseren. Daarbij zullen de kosten aan de kant van het VN-Secretariaat binnen de reeds toegekende begrotingsmiddelen worden gezocht. Dit betekent dat het VN-Secretariaat zal moeten bezuinigen op andere personeelskosten om de kosten die gepaard gaan met de harmonisatie te kunnen bekostigen. Voor de fondsen en programma’s betekent dit een versobering van de vergoedingen op ontberingsposten. De International Civil Service Commission zal rapporteren over de invoering van dit besluit en zal eventuele nadelige gevolgen, bijvoorbeeld bij het werven van geschikt personeel, in de gaten houden.

Bij de onderhandelingen over de hervorming van het VN personeelsbeleid heeft Nederland zich met succes ingezet voor het opstellen van transparante criteria bij de toekenning van doorlopende contracten aan personeel van het VN-Secretariaat. De nadruk van deze criteria ligt op kwaliteit en minder op andere factoren zoals geografische afkomst. Er is een plafond ingesteld voor het aantal personeelsleden dat aanspraak kan maken op een dergelijk contract om in te kunnen spelen op verandering in mandaat. Voorts is een transparant puntensysteem opgesteld op basis waarvan personeel promotie kan maken. Kwaliteit wordt daarbij beloond, als ook het dienen op een ontberingspost.

Commentaar

Voor Nederland waren de resultaten van de 65e AVVN relatief goed. De door Nederland getrokken resoluties zijn alle met consensus aangenomen, en de door de EU ingediende resoluties met consensus of met een duidelijke meerderheid.

Noord-Zuid tegenstellingen

Het blijft evenwel een behoorlijke inspanning vergen om in de AVVN tot overeenstemming te komen. De besluitvormingsstructuur weerspiegelt nog te veel een achterhaalde Noord-Zuid filosofie. Bij het jaarlijkse touwtrekken om tot formuleringen te komen, wisten de G77 en de NAM, die een numerieke meerderheid hebben, de rijen gesloten te houden. Tegelijkertijd blijkt gelukkig dat bij onderwerpen als Responsibility to Protect anti-westerse retoriek van zuidelijke hardliners niet meer werkt. Ook bij de behandeling van de resolutie over buitenrechtelijke executies en sexuele geaardheid bleek dat zuidelijke solidariteit weliswaar vaak een automatisme is, maar geenszins stand hoeft te houden indien er stevig op de niet-radicale landen binnen de groep wordt ingepraat. De constructieve opstelling van de VS onder President Obama speelt daarbij een positieve rol. Ook het G20-overleg roept de vraag op in hoeverre de daaraan deelnemende landen uit het Zuiden nog aan zuidelijke groepssolidariteit in de VN zullen blijven vasthouden. Uiteindelijk blijkt er vaak ruimte voor compromis te zijn, die voortvloeit uit het breed gedragen besef dat de kleine groep (voornamelijk westerse) landen meer dan 90% van de VN-begroting betaalt. Nederland, als contribuant van 1,855% van de VN begroting, maakt daar ook deel van uit.

Plaats van de AVVN in VN

Voor de hardliners als Cuba, Syrië en Iran is de AVVN het centrum van de VN en een tegenwicht tegen de VNVR waar de stem van het zuiden te weinig gehoord zou worden en die zich taken zou toe-eigenen ten koste van de AVVN. Deze visie wordt echter door veel G77-landen niet gedeeld, al was het maar omdat een aantal belangrijke landen zelf ambitie heeft permanent lid van de VNVR te worden.

Ook al werd er, mede als gevolg van het door de AVVN-voorzitter Deiss gekozen thema «VN hervormingen», relatief veel aandacht besteed aan de gebreken van de VN, dit leidde ook op andere terreinen dan hervorming van de VNVR nog niet tot concrete resultaten. De AVVN, met zijn 192 leden en zijn expanderende agenda, blijft een moeilijk te hervormen orgaan. Wil de AVVN een sterkere rol spelen, dan zal zij haar werkwijze op een aantal punten moeten veranderen en meer resultaatgericht moeten worden. Het onderwerp «revitalisering van de AV» staat echter al enkele jaren op de agenda, maar krijgt nauwelijks aandacht. Het debat hierover op 6 december 2010 leidde vooral tot de ieder jaar herhaalde oproep om meer invloed op de selectie van de SGVN.

Rol van de EU in de AVVN

Deze 65e AVVN zitting was de eerste sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Op de laatste dag van de 64ste AVVN is een no action motion aangenomen ten aanzien van de stemming over de resolutie die de EU-delegatie meer rechten zou geven in de AVVN. Als gevolg hiervan was er tijdens deze AVVN nog een belangrijke rol voor het roulerend voorzitterschap weggelegd. Het Belgische voorzitterschap en de EU-delegatie werkten op alle terreinen evenwel samen in gezamenlijke teams. In sommige commissies werkte dit beter dan in andere. Vooral daar waar de EU-delegatie aan het roer stond in de onderhandelingen over ontwerpresoluties, was er de neiging om zo min mogelijk de strijd te zoeken uit angst voor negatieve effecten op de toekomstige stemming over de resolutie over de positie van de EU in de VN.

In de afgelopen maanden hebben de EU en de lidstaten geïnvesteerd in contacten met derde landen om te bezien welke bezwaren er leven tegen de in augustus 2010 voorgestelde resolutie, en of en in hoeverre hieraan kan worden tegemoet gekomen. Een akkoord hierover binnen de AVVN is van belang om het Verdrag van Lissabon correct te kunnen implementeren.


X Noot
1

Gedetailleerde informatie over resoluties en stemmingen kunt u vinden op: http://www.un.org/en/ga/65/resolutions.shtml

Naar boven