26 150
Algemene Vergadering der Verenigde Naties

nr. 72
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2009

Nederland neemt niet deel aan de VN-conferentie tegen racisme van 20 tot 24 april in Genève. Dit besluit heb ik op 18 april genomen, na overleg met Europese collega’s en andere belangrijke partners. Naast de VS, Canada, Australië, Nieuw Zeeland en Israël zullen ook EU-lidstaten Duitsland, Italië en Polen niet deelnemen.

Nederland heeft zich gedurende het voorbereidingsproces ferm doch constructief opgesteld. De Nederlandse inzet was erop gericht om tot een acceptabele slotverklaring en een de-politiserende conferentie te komen. Dankzij deze inzet is de tekst van de slotverklaring op vele punten verbeterd, echter de huidige tekst voldoet niet aan de door Nederland gestelde eisen. Indien de slotverklaring tijdens de conferentie alsnog wordt verbeterd, zal Nederland opnieuw deelname overwegen.

Nederland acht de strijd tegen discriminatie – wegens ras, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, geslacht, seksuele geaardheid of op welke grond dan ook – van het grootste belang. Voor mij is het onacceptabel dat een aantal landen deze conferentie misbruikt om religie boven mensenrechten te stellen, de vrijheid van meningsuiting onnodig in te perken, discriminatie op grond van seksuele geaardheid te negeren, en impliciet Israël als enige land in de beklaagdenbank te zetten. Zolang de huidige slotverklaring de Durban Verklaring uit 2001 (waarin Israël wordt genoemd) herbevestigt, kan ik niet met de tekst akkoord gaan. De herbevestiging van de Durban Declaration and Plan of Action (artikel 1 van de concept-verklaring), maar ook andere concept-artikelen stuiten bij mij in het licht van het voorgaande op onoverkomelijke bezwaren.

Daarnaast had ik, gezien de discussies over het slotdocument eind vorige week in het voorbereidende comite, de verwachting dat de conferentie sterk gepolitiseerd zou zijn, waardoor deze niet zou bijdragen aan de daadwerkelijke bestrijding van racisme en discriminatie. De toespraak van President Ahmadinejad bewijst dat deze vrees gegrond was; hij zei onder meer dat joodse immigranten een wreed, onderdrukkend en racistisch regime gevestigd zouden hebben in bezet Palestina. De EU-Lidstaten verlieten daarop weliswaar de zaal, maar ik wenste überhaupt geen platform te geven voor dat optreden. De toespraak van de Iraanse president is voor Tsjechië aanleiding geweest om Nederland en andere landen te volgen en eveneens uit het Durbanproces te stappen.

Bestrijding van racisme en elke andere vorm van discriminatie blijft nationaal en internationaal een speerpunt van het regeringsbeleid. Zo heeft Nederland in 2003 in samenspraak met het maatschappelijk middenveld een Nationaal Actieplan tegen racisme opgesteld, als gevolg van de Durban Conferentie uit 2001. De regering werkt nu aan een nieuw plan tegen racisme ter uitvoering van de Integratienota 2007–2011. Ook binnen internationale organisaties zal Nederland zich blijven inzetten voor de wereldwijde bescherming van de positie van etnische, religieuze en andere minderheden, en zal Nederland zich blijven verzetten tegen discriminatie op welke grond dan ook.

Ik zal U na afloop van de conferentie nader informeren over de uitkomsten daarvan, inclusief de uiteindelijke slotverklaring.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Naar boven