26 150
Algemene Vergadering der Verenigde Naties

nr. 60
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2008

Hierbij treft u de Richtlijnen aan voor de Koninkrijksdelegatie naar de 63e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN).

Algemeen

De 63ste AVVN vindt plaats tegen de achtergrond van een aantal actuele en complexe globale uitdagingen, zoals klimaatverandering, stijgende voedselprijzen, en energieschaarste. Deze uitdagingen – alsook andere, bijvoorbeeld op het gebied van vrede en veiligheid – vereisen meer dan ooit een gecoördineerde en coherente aanpak. Voor het VN-systeem is hierbij als platform voor internationaal overleg en als uitvoerder van overeengekomen maatregelen een centrale rol weggelegd. Wil de Verenigde Naties (VN) die rol kunnen waarmaken, dan zal niet alleen het vertrouwen van lidstaten in het VN-systeem moeten toenemen, maar zullen de lidstaten zich ook moeten inspannen om de op diverse terreinen heersende sfeer van onderling politiek wantrouwen te verbeteren.

Sinds zijn aantreden in januari 2007 heeft de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN), Ban Ki-moon, zich ingespannen om het vertrouwen in de VN te herstellen, onder meer door een aantal organisatie- en managementhervormingen te bepleiten en door te voeren. De regering van het Koninkrijk steunt de SGVN in zijn inspanningen de organisatie efficiënter en slagvaardiger te maken. De inzet van het Koninkrijk tijdens de 63ste AVVN moet in het licht worden gezien van het streven de organisatie een constructieve rol te laten spelen bij het bevorderen van de internationale rechtsorde en bij het vinden van oplossingen voor urgente mondiale vraagstukken.

De 63ste AVVN zal ook aandacht besteden aan de Millenniumontwikkelingsdoelen (MDG’s). De internationale campagne om in 2015 de MDG’s te bereiken is inmiddels over de helft. Tijdens een topontmoeting aan het begin van de AVVN zal de balans worden opgemaakt van de voortgang tot nu toe en zullen daar waar nodig extra concrete inspanningen worden voorgesteld om de MDG’s op tijd te kunnen behalen. Het Koninkrijk zal ontwikkelingslanden blijven steunen bij het realiseren van de MDG’s. In dit kader zal het Koninkrijk onder andere de Schokland Akkoorden – innovatieve, creatieve samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, organisaties, kennis- en overheidsinstellingen – internationaal onder de aandacht brengen.

Deze brief gaat nadrukkelijk niet in op de agenda van de Veiligheidsraad, waar onderwerpen op het gebied van vrede en veiligheid die op dit moment hoog op de internationale politieke agenda staan, besproken worden. Hoewel het Koninkrijk geen lid is, zal het zoveel als mogelijk ernaar blijven streven een bijdrage te leveren aan de discussies in dit forum. Dit gebeurt onder andere door te participeren in open debatten of door het co-sponsoren van resoluties.

De 63e AVVN wordt geopend op 16 september en zal worden voorgezeten door de heer Miguel d’Escoto Brockmann (Nicaragua). De nieuwe Voorzitter heeft al aangekondigd dat VN-hervormingen inclusief het functioneren van de AVVN, klimaatverandering, voedselprijzen, implementatie van de VN-strategie op het terrein van terrorismebestrijding en mensenrechten belangrijke prioriteiten zijn.

De inzet van het Koninkrijk tijdens de AVVN wordt zoals bekend in belangrijke mate gerealiseerd via de Europese Unie (EU). Het EU priorities paper (bijlage 1)1, aangenomen tijdens de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen op 16 juni 2008, dient bijgevolg als leidraad voor deze Richtlijnen. Uiteraard legt het Koninkrijk binnen de prioriteitsstelling van de EU eigen accenten. Deze brief zal hier nader op ingaan.

Mensenrechten

In overeenstemming met de prioriteiten van het Koninkrijk, stelt het EU Priorities Paper dat gestreefd zal worden om de promotie en bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden te integreren binnen alle aspecten van het werk van de Verenigde Naties.

De vertegenwoordiger van het Koninkrijk is dit jaar verkozen tot voorzitter van de Derde Commissie, een orgaan dat zich als onderdeel van de Algemene Vergadering bezighoudt met sociale, humanitaire en culturele onderwerpen, waaronder de bevordering en bescherming van mensenrechten. Als voorzitter draagt het Koninkrijk een extra verantwoordelijkheid voor het welslagen van deze zitting en vanuit dat perspectief zal de inzet zijn gericht op een goed verloop van de bijeenkomsten waarin ruimte is voor open debat over uiteenlopende onderwerpen, hoe moeilijk die ook kunnen zijn.

In het jaar van de zestigste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zal het Koninkrijk zich sterk maken voor verschillende thematische en landenresoluties, die aansluiten bij het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Hieronder volgen drie thematische prioriteiten van de Koninkrijksdelegatie naar de Derde Commissie.

Het Koninkrijk zal wederom een resolutie indienen over geweld tegen vrouwen. In verband met het Franse EU-voorzitterschap gebeurt dit dit jaar niet samen met Frankrijk maar met België. Deze resolutie dient om opvolging te geven aan de in 2006 door het Koninkrijk en Frankrijk ingediende resolutie over de intensivering van actie om geweld tegen vrouwen uit te bannen. Daarbij zal specifiek worden ingegaan op de matevan implementatie door landen. De Nederlandse inzet zal gericht zijn op het aannemen van de resolutie bij consensus.

Mede op aandringen van het Koninkrijk zal de EU opnieuw een resolutie indienen over vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Juist gezien de toenemende aandacht voor een thema als godslastering binnen de VN, is het Koninkrijk van mening dat vrijheid van godsdienst en levensovertuiging als fundamenteel mensenrecht opnieuw verdedigd moet worden door middel van een zo breed mogelijk gedragen resolutie.

In nauwe samenwerking met het Franse EU-voorzitterschap zal het Koninkrijk zich als lid van de kerngroep sterk maken voor een cross-regionale verklaring over mensenrechten in relatie tot seksuele geaardheid en gender identiteit. Afschaffing van strafbaarstelling van homoseksualiteit vormt de kern van de verklaring die voortborduurt op een Noorse verklaring over mensenrechten en seksuele geaardheid uit 2006. Het is de bedoeling dat de verklaring in december in de plenaire vergadering van de AVVN zal worden voorgelezen namens zoveel mogelijk landen uit alle regio’s als volgende stap in een proces om binnen de VN te komen tot agendering van mensenrechtenschendingen gerelateerd aan seksuele geaardheid.

Naast bovengenoemde prioriteiten zet het Koninkrijk zich vanzelfsprekend eveneens in voor andere thematische resoluties die door de EU worden (mede-)ingediend, waaronder die over de doodstraf en over de rechten van het kind. Ook is voor het Koninkrijk traditioneel van groot belang dat in de Derde Commissie ook de mogelijkheid blijft bestaan om concrete mensenrechtensituaties te bespreken. Hiertoe zal de EU in ieder geval opnieuw resoluties over de situatie in Birma/Myanmar en Noord-Korea indienen.

Met betrekking tot het onderwerp mensenhandel benadrukt de EU dat internationale samenwerking bij de bestrijding daarvan van groot belang is. VN-lidstaten moeten zich daarbij in de eerste plaats richten op operationele samenwerking en op de implementatie van bestaande mechanismen en afspraken – zoals de bepalingen van het VN-verdrag inzake georganiseerde misdaad – en niet op het opstellen van een nieuwe strategie. Nederland zal in het bijzonder staten die tot dusver nalatig zijn in de bestrijding van mensenhandel – in samenwerking met andere staten – tot een andere opstelling trachten te bewegen. Voorts zal Nederland aandringen op betere samenwerking tussen de bij de bestrijding van mensenhandel betrokken VN-organisaties (zoals ILO, het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens en UNODC), de OVSE en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).

Het Koninkrijk erkende in 2008, het Internationale Jaar van Sanitatie, dat veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen een mensenrecht is en zal zich sterk maken voor brede erkenning van dit recht en effectieve realisatie daarvan door landen.

Tenslotte dient vermeld te worden dat het Facultatieve Protocol bij het VN-Verdrag over Economische, Sociale en Culturele Rechten ter goedkeuring aan de AVVN voorligt. De Mensenrechtenraad heeft het Protocol goedgekeurd tijdens zijn achtste zitting in juni jl. Nederland heeft ingestemd met het voorleggen van de eindtekst van het Protocol aan de AVVN.

Vredesmissies en conflictpreventie

De VN speelt een cruciale rol bij vredeshandhaving door middel van vredesmissies, soms in samenwerking met regionale organisaties zoals de Afrikaanse Unie. Het Koninkrijk zal, waar mogelijk, de VN in deze rol steunen. Het zal in het kader van resolutie 1325 speciaal aandacht blijven vragen voor de positie van vrouwen in conflictsituaties.

Het Koninkrijk steunt ook de inspanningen van de VN om meer structurele aandacht te besteden aan conflictpreventie. De reorganisatieplannen van het departement voor politieke zaken zijn voor een belangrijk deel gericht op versterking van de capaciteit voor conflictpreventie. Het Koninkrijk zal zich tijdens de 63ste AVVN in onder meer de Vijfde Commissie (begrotingszaken) opstellen als pleitbezorger van een grotere rol van de VN op dit gebied.

Klimaatverandering

Het Koninkrijk verwelkomt dat de UNFCCC klimaatonderhandelingen (United Nations Framework Convention on Climate Change) van start zijn gegaan en zal zich inzetten voor een positief resultaat in december 2009 te Kopenhagen. Het Koninkrijk zet zich er voor in dat reeds tijdens de Conferentie van Partijen bij de Conventie over Klimaatverandering te Poznan in december van dit jaar vooruitgang kan worden geboekt.

De inzet van het Koninkrijk ten aanzien van klimaatverandering richt zich op:

• De mogelijkheden om de wereldgemiddelde temperatuurstijging te kunnen beperken tot maximaal 2-graden Celsius;

• De noodzaak en mogelijkheden voor de industrielanden om met verdergaande reducties het initiatief te blijven nemen en de wijze waarop het Koninkrijk haar emissies in 2020 met 30% denkt te verminderen t.o.v. 1990;

• De urgentie van een meeromvattend klimaatregime waarin, naast alle industrielanden, ook ontwikkelingslanden een grotere bijdrage aan emissiebeperking leveren, en de mogelijkheden die het Koninkrijk ziet voor een gedifferentieerde aanpak op basis van het ontwikkelingsniveau;

• Het belang van de verdere ontwikkeling van de mondiale koolstofmarkt en daarmee verbonden mechanismen, ondersteunend nationaal beleid (enabling environment) en de rol van het bedrijfsleven;

• De mogelijkheden voor aanvullende internationale technologie-georiënteerde instrumenten, beleidsmaatregelen en samenwerkingsafspraken voor de bredere toepassing, verspreiding en ontwikkeling van technologieën;

• De noodzaak van effectieve adaptatiestrategieën om de negatieve gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan;

• Het belang van een effectieve, efficiënte en eerlijke internationale financiële architectuur voor mitigatie en adaptatie maatregelen;

• Het scheppen van adequate, voorspelbare, nieuwe en additionele financiële ruimte voor de ondersteuning van de armste ontwikkelingslanden en van die andere ontwikkelingslanden die bereid zijn ook een bijdrage te leveren aan het klimaatbeleid;

• De mogelijkheden voor het tegengaan van ontbossing en het belang van proefprojecten om de haalbaarheid en wenselijkheid van opties voor opname van vermeden ontbossing in een post-2012 klimaatregime te verkennen;

• Het belang van nadere internationale regulering ten aanzien van de snel groeiende emissies van de internationale lucht- en scheepvaart;

• Het beschikbaar stellen van expertise en technische assistentie aan met name ontwikkelingslanden over adaptatie aan veranderende omstandigheden, met inbegrip van publiek-private samenwerking.

Mondiale voedselcrisis

Het Koninkrijk hecht aan de oprichting van de VN Task Force on the Global Food Crisis. De SGVN presenteerde dit VN-brede initiatief voor de aanpak van de voedselcrisis tijdens de High Level Conference on World Food Security, gehouden in Rome in juni 2008. Tijdens de AVVN zal de discussie over de mondiale voedselcrisis in breder VN-kader worden vervolgd. Het Koninkrijk zal benadrukken dat meer investeringen in landbouw, revitalisatie van kennisoverdracht en training, evenals het steunen van de lokale economieën noodzakelijk zijn voor een duurzame landbouwproductiviteitsverbetering en de voedselzekerheid in ontwikkelingslanden, met name in Afrika. Ook goede markttoegang en duurzame handelsketens zijn van groot belang, iets waarvoor Nederland zich sterk maakt.

Systeembrede coherentie

In de discussies en ontwikkelingen op het gebied van system wide coherence (SWC) richt de inzet van het Koninkrijk zich op de invoering en het slagen van het «Één VN-concept». Begin 2007 hebben acht landen (Albanië, Uruguay, Tanzania, Mozambique, Kaapverdië, Rwanda, Pakistan en Vietnam) zich vrijwillig aangemeld om als One UN pilotland de implementatie van de four ones te testen. Dit betekent dat de VN-organisaties in het veld voortaan samengebracht worden met één leider, één budget en één gezamenlijk programma, dat in nauw overleg met het land zelf wordt opgesteld, en waar mogelijk in één kantoor. Het intergouvernementeel debat over het panelrapport over System Wide Coherence (SWC) werd in 2007 uitgesteld, omdat de meerderheid van lidstaten van mening was dat eerst het debat over de Triennial Comprehensive Policy Review (TCPR) 2004–2007 moest worden afgerond, aangezien daar richting wordt gegeven aan de organisatie van de VN-ontwikkelingsactiviteiten op landenniveau. Na afronding van de TCPR eind 2007 hebben er de afgelopen maanden ook informele consultatierondes plaatsgevonden over SWC. De uitkomst van deze debatten was dat het duidelijk is dat het SWC-proces op landenniveau onomkeerbaar is, dat er landen buiten de pilots zijn die streven naar grotere VN-coherentie in hun land, en dat nog ongeveer 50 landen geïnteresseerd zijn om aan de slag te gaan met de invoering van de One UN.

Tot nu toe lijkt invoering van de One UN de volgende resultaten op te leveren:

• veel sterker nationaal ownership en beterealignment met nationale prioriteiten;

• meer coherentie, en minder fragmentatie en duplicatie;

• lagere transactie -en administratieve kosten.

Daarnaast lijkt er meer aandacht voor dwarsdoorsnijdende thema’s als gender en SRGR te zijn en is door de krachten te bundelen de positie van de VN in het totale spelersveld van ontwikkelingspartners versterkt, waardoor de VN onder andere beter in staat is de overheid te ondersteunen in de context van begrotingssteun.

Hoewel veel landen het belang van de One UN onderstrepen, is het klimaat (ook binnen de VN zelf) om daadwerkelijke hervormingen door te voeren niet altijd gunstig. Het Koninkrijk zal met gelijkgezinde landen druk blijven uitoefenen om daadwerkelijke VN-hervormingen door te voeren. In dit kader wordt vooral met het VK en Noorwegen zeer nauw samengewerkt. Afgelopen voorjaar is door deze drie donorlanden in samenspraak met een drietal ontwikkelingslanden die het One UN concept reeds in de praktijk brengen (Mozambique, Tanzania en Malawi), een stevige verklaring overeengekomen. In deze verklaring, die dit jaar in de bestuursvergaderingen van alle VN-organisaties zal worden uitgesproken, wordt uiteengezet welke vooruitgang we op korte termijn wensen te zien ter implementatie van het One UN concept, zowel op landenniveau, als in de hoofdkantoren van alle VN-instellingen.

Gender

De vooruitgang op het terrein van de voor het Koninkrijk prioritaire MDG’s 3 (gelijkheid man/vrouw) en 5 (moedersterfte) verloopt nog steeds veel te langzaam.

Binnen de VN is de aandacht voor het bevorderen van gelijke rechten en kansen voor vrouwen en meisjes te versnipperd. Daarom zal het Koninkrijk zich blijven inzetten voor samenvoeging van de huidige VN-genderinstellingen tot één krachtige organisatie, die in staat is wereldwijd de positie van vrouwen te verbeteren. Voor het Koninkrijk is de bestrijding van geweld tegen vrouwen van bijzonder belang. Er moet internationaal niet alleen meer aandacht voor deze ernstige problematiek komen, maar ook meer geld.

De wereldwijd nog steeds veel te hoge moedersterfte is niet alleen een direct gevolg van de ondergeschikte positie van vrouwen, maar ook een resultaat van onvoldoende toegang tot sexuele -en reproductieve gezondheidsdiensten. In 2009 zal de stand worden opgenomen van implementatie van het dan 15 jaar oude Actieplan van de Wereldbevolkingsconferentie te Caïro. In dit kader zal najaar 2009 te Caïro een conferentie met parlementariërs uit meer dan 100 landen plaatsvinden, georganiseerd door het VN-bevolkingsfonds UNFPA en het forum voor Afrikaanse en Arabische parlementariërs. Mede ter uitvoering van de Kamermotie Gill’ard/Voordewind zal Nederland de dag voorafgaand aan deze conferentie een speciale MDG 5 bijeenkomst beleggen.

Financing for Development

Eind november zal in Doha de «Conference to review the implementation of the Monterrey Consensus» plaatsvinden. Hoewel de agenda van de Doha-conferentie nog niet is bepaald en de prioriteiten van het Koninkrijk mede zullen samenhangen met de uitkomsten van de Accra- en MDG-top, zullen onder meer de volgende accenten worden gelegd: blijven streven naar het bereiken van 0,7% BNP voor ontwikkelingshulp; het bestrijden van illicit financial flows; het betrekken van nieuwe donoren bij het Debt Sustainability Framework; intensiveren van Technische Assistentie bij het beheer van buitenlandse schulden en bij het bestrijden van vulture funds. Daarnaast zal ook aandacht worden besteed aan de financieringsmechanismen gelieerd aan klimaatverandering. Over de Nederlandse inzet in de Doha-conferentie zal u later een separate brief toegaan.

International Justice

Naar aanleiding van het jaarlijkse rapport van het Internationaal Strafhof aan de Verenigde Naties, zal het Koninkrijk ook dit jaar een resolutie inzake het Strafhof coördineren. In deze resolutie wordt onder meer het belang van samenwerking met het Hof benadrukt. Tijdens deze sessie zal deze resolutie mede aandacht besteden aan de voorbereiding van de herzieningsconferentie in 2009. Het Koninkrijk zal met de Europese Unie uitdragen dat de inzet voor die conferentie is om het Strafhof te versterken en de universele toepassing van het Statuut te bevorderen.

Tevens zal het Koninkrijk aandacht blijven vragen voor meer algemene aanvaarding van de rechtsmacht van het Internationale Gerechtshof. Het totaal aantal staten dat deze rechtsmacht heeft aanvaard, is nu 66. Het Koninkrijk volgt in een aantal landen met aandacht de ontwikkelingen die mogelijk leiden tot aanvaarding van de rechtsmacht, en ondersteunt die zo mogelijk.

In het algemeen blijft de bevordering van de rule of law op nationaal en internationaal niveau een prioriteit voor de Europese Unie en het Koninkrijk. Hiervoor is het noodzakelijk dat de coördinatie-eenheid binnen het VN-secretariaat goed kan functioneren. Het Koninkrijk zal er naar blijven streven dat uit het reguliere budget voldoende financiering ter beschikking wordt gesteld.

Terrorismebestrijding

Op 4 september 2008 vindt de eerste formele review van de Wereldwijde VN Strategie tegen Terrorisme plaats in New York. De Strategie werd op 8 september 2006 door de AVVN aan het einde van haar 60e Vergadering aangenomen. De Strategie identificeerde destijds vier pijlers voor samenwerking:

• maatregelen ter bestrijding van factoren die bijdragen aan de verspreiding van terrorisme;

• maatregelen ter voorkoming en ter bestrijding van terrorisme;

• maatregelen ter versterking van de capaciteit van Staten om terrorisme te voorkomen en te bestrijden en ter versterking van de rol van het VN-systeem in dezen;

• maatregelen ter verzekering van het respect voor de mensenrechten en de rule of law als de fundamentele basis voor de strijd tegen het terrorisme.

De Counter Terrorism Implementation Task Force (CTITF) is belast met de implementatie van de Strategie. Het Koninkrijk heeft enkele activiteiten van de CTITF op de onderdelen radicalisering en mensenrechten financieel ondersteund. Tijdens de AVVN zal de Nederlandse interventie zich vooral richten op de inspanningen van de regering ter bestrijding van de radicalisering in ons land.

Responsibility to Protect

Het Koninkrijk hecht groot belang aan de nadere uitwerking en implementatie van het concept Responsibility to Protect (R2P). Er zal in de Algemene Vergadering en in de Veiligheidsraad op worden aangedrongen om meer aandacht te besteden aan deze verantwoordelijkheid, primair van overheden zelf, om bevolkingen te beschermen tegen genocide, oorlogsmisdrijven, etnische zuivering en misdaden tegen de menselijkheid. Het Koninkrijk verwelkomt in dit verband met de Europese Unie het nieuwe mandaat voor de speciale vertegenwoordiger voor het voorkomen van genocide en de aanstelling van een speciale vertegenwoordiger voor Responsibility to Protect.

Ontwapening en non-proliferatie

Het Koninkrijk onderstreept dat internationale afspraken over ontwapening en non-proliferatie van massavernietigingswapens essentieel zijn voor het bevorderen van vrede en veiligheid. Het Koninkrijk zal zich, in de aanloop naar de Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag in 2010, blijven inzetten voor vooruitgang in de andere fora waar over non-proliferatie en kernontwapening wordt gesproken, zoals het Internationaal Atoomagentschap (IAEA, Wenen), de Ontwapeningsconferentie (Genève) en de Eerste Commissie van de AVVN (New York).

In de Eerste Commissie die zich met ontwapeningsvraagstukken bezighoudt, zal het Koninkrijk zich sterk blijven maken voor de spoedige inwerkingtreding van het Kernstopverdrag (CTBT) en zal het initiatieven om een resolutie op te stellen over het verbod op de productie van kernsplijtstof voor ontploffingsdoeleinden (FMCT) steunen. De indiening van de resolutie over de Haagse Gedragscode tegen ballistische raketproliferatie (HCOC) zal ook dit jaar actief worden ondersteund. Initiatieven ter bevordering van het veilig gebruik van de ruimte worden aangemoedigd. Daarnaast zal het Koninkrijk dit jaar bij de onderhandelingen in de Eerste Commissie over de tekst van een resolutie inzake het gebruik van verarmd uranium in munitie zich er opnieuw voor inzetten dat de tekst zodanig wordt aangepast dat vóór de resolutie kan worden gestemd.

Het Koninkrijk zal dit jaar optreden als sponsor van de Zwitserse resolutie over de relatie tussen gewapend geweld en ontwikkeling, samen met de overige kerngroepleden van de Geneva Declaration on Armed Violence and Development. Voorts zullen de jaarlijks terugkerende resoluties inzake kleine wapens en ontmijning door het Koninkrijk gesteund worden.

Eenmaal per drie jaar buigt een VN-expertgroep zich over de ontwikkeling van het VN-Wapenregister. Ter voorbereiding op, alsook ter implementatie van de resultaten van deze expertgroep, dient het Koninkrijk, als één van de oprichters van het Register, traditioneel een resolutie in over transparantie in bewapening. Tijdens de 61e AVVN werd deze resolutie met een recordaantal stemmen en sponsoren aangenomen, en werd de reikwijdte van het Register uitgebreid. Dit jaar zal de resolutie worden ingediend ter voorbereiding op de expertgroep die in 2009 bijeen zal komen.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. G. Koenders


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven