26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties

Nr. 176 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2018

Naar aanleiding van de toezegging van Minister Blok om terug te komen op het voorstel van lid Ploumen inzake thematische sancties tegen personen die zich schuldig hebben gemaakt aan seksueel geweld ontvangt u in deze brief een overzicht van de Nederlandse inzet terzake.

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld is het voor Nederland onaanvaardbaar dat seksueel geweld in conflictsituaties dramatische vormen heeft aangenomen. Daarom zet het Kabinet zich actief in voor het voorkomen en bestrijden van seksueel geweld in conflictsituaties, inclusief door middel van het instellen van sancties. Uitgangspunten van deze aanpak zijn effectiviteit en impact.

Als lid van de VN-Veiligheidsraad maakt het Koninkrijk actief gebruik van de mogelijkheden die de door de Veiligheidsraad ingestelde sanctieregimes bieden op dit terrein en streeft het naar het vergroten van deze mogelijkheden. Hierbij dienen de rapporten over conflict gerelateerd seksueel geweld van de Secretaris-Generaal, Speciaal Vertegenwoordiger van de SGVN Patten en de experts en monitors van de betreffende sanctiecomités als leidraad.

Het Koninkrijk zet zich in voor inbedding van seksueel geweld als criterium in bestaande sanctieregimes. Het is van belang om het verband tussen seksueel geweld en andere mensenrechtenschendingen te kunnen leggen en om inzicht te blijven houden in de bredere ontwikkelingen in het desbetreffende land. De inschatting is dat een thematische sanctieregime beperkt zou zijn tot landen die reeds op de agenda van de Veiligheidsraad staan. Tevens zal bewijsvergaring een grote uitdaging zijn. Daarom is inbedding in bestaande regimes efficiënter en is de Nederlandse inzet sterk gericht op het versterken van deze regimes.

Bestaande VN-sanctieregimes met de daaronder opgenomen mensenrechtencriteria bieden nu reeds de mogelijkheid plegers van seksueel geweld te sanctioneren. In het regime voor de Centraal Afrikaanse Republiek is seksueel geweld sinds 2017 inmiddels een eigenstandig criterium. Dit jaar is seksueel geweld als eigenstandig criterium tevens opgenomen in het sanctieregime voor Zuid-Sudan. Het Koninkrijk heeft hier als lid van het sanctiecomité op aangedrongen tijdens de onderhandelingen over de verlenging van het sanctieregime in juli van dit jaar. Na een intensieve lobby van het Koninkrijk, en dankzij de steun van gelijkgezinde landen, is het criterium toegevoegd aan sanctieresolutie 2428 van 13 juli jl. Dit is een hoopvolle ontwikkeling. Maar de explicitering van seksueel geweld zou systematischer moeten gebeuren.

Helaas moet het Kabinet constateren dat een thematisch sanctieregime voor seksueel geweld in conflictsituaties op dit moment niet haalbaar is. Hierover zijn na een eerste inventarisatie eerder dit jaar (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 1853) opnieuw gesprekken gevoerd met gelijkgezinde landen in de VN-Veiligheidsraad, alsmede met de Speciaal Vertegenwoordiger op het gebied van seksueel geweld in conflict, mevrouw Pramila Patten. De conclusie van alle gesprekspartners is dat het opzetten van een wereldwijd thematisch sanctieregime een politieke signaal zou kunnen afgeven voor een zeer belangrijk thema, doch zo’n regime zou weinig effectief zijn en niet kansrijk. Een voorstel voor een dergelijk regime zal zonder twijfel getroffen worden door een veto van één of meer permanente Veiligheidsraadleden. China en Rusland zijn in de regel geen voorstander van nieuwe sanctieregimes en daarnaast zeer terughoudend m.b.t. thematische discussies in de Veiligheidsraad.

Daarom zet het Kabinet zich in voor het bespreken van de aanbevelingen van Speciaal Vertegenwoordiger Patten tijdens bijeenkomsten van de sanctiecomités. Op basis van informatie uit het rapport van de Speciaal Vertegenwoordiger heeft het Koninkrijk er voor gezorgd dat een aantal vermeende zaken van seksueel geweld in DRC nader wordt onderzocht. Het onderzoek door de Group of Experts van dit sanctiecomité is gaande.

Tevens zal er dankzij een Nederlandse bijdrage een addendum over seksueel geweld in conflictsituaties aan het handboek voor VN-sanctiecomités toegevoegd worden. Dit handboek wordt ontwikkeld om inkomende niet-permanente leden van de Veiligheidsraad te informeren over de gang van zaken in de sanctiecomités. Ten slotte onderzoekt Nederland mogelijkheden om door middel van training van experts de rapportages aan de sanctiecomités te voorzien van beter onderbouwde informatie over schendingen op het gebied van seksueel geweld.

Voor landen waarvoor geen VN-sanctieregime bestaat, zoals Myanmar, is de Nederlandse inzet zoals bekend gericht op het bestrijden van straffeloosheid via andere kanalen, zoals het Internationaal Strafhof. Het Kabinet juicht toe dat het Internationaal Strafhof (ICC) heeft besloten dat het Hof in beginsel rechtsmacht heeft over de deportatie van Rohingya vanuit Myanmar naar Bangladesh. Dit kan een belangrijke eerste stap zijn om daders van misdrijven gepleegd in Myanmar, temeer als dit hoge militairen zijn, te vervolgen. Om ook vervolging van andere misdrijven dan deportatie mogelijk te maken, blijft het Koninkrijk zich inzetten voor een doorverwijzing van de Veiligheidsraad naar het ICC van de gehele situatie in Myanmar. Het Koninkrijk heeft hiertoe in de VNVR al een aantal maal expliciet opgeroepen. China, gesteund door onder andere Rusland, is tegenstander van een ICC-doorverwijzing van de Veiligheidsraad ten aanzien van Myanmar en zal dit blokkeren met een veto.

In gesprekken met partners over specifieke landensituaties komt seksueel geweld in conflict ook regelmatig aan de orde. Het opleggen van sancties, maar ook een doorverwijzing naar het ICC om accountability van daders te bevorderen, wordt bij gelegenheid besproken. Zoals bekend heeft Minister Blok tijdens zijn bezoek aan New York in mei op zijn initiatief uitgebreid met de leden van de Veiligheidsraad gesproken over het voortdurende seksueel geweld in Myanmar. Speciaal Vertegenwoordiger van de SGVN Patten was ook aanwezig bij de discussie en informeerde de leden over haar bezoek aan Bangladesh. Tijdens zijn bezoek aan New York eind deze maand sprak Minister Blok wederom met Speciaal Vertegenwoordiger Patten over gerechtigheid voor misdaden van seksueel geweld in conflictsituaties en het tegengaan van straffeloosheid.

Daarnaast spreekt de Veiligheidsraad jaarlijks over seksueel geweld in conflict, meest recent op 16 april jl. De Secretaris-Generaal bracht voorafgaand aan dit open debat zijn rapport uit, waarin hij over 19 landensituaties in het bijzonder rapporteerde. Het Koninkrijk sprak zich nadrukkelijk uit voor het instellen van sancties ter preventie en bestrijding van seksueel geweld. Seksueel geweld in conflict krijgt daarnaast bijzondere aandacht in VN-discussies over landensituaties alsook binnen de Informal Expert Group on Women, Peace and Security van de Veiligheidsraad.

Ten slotte zal het Koninkrijk als onderdeel van de inzet in de VN-Veiligheidsraad op het gebied van gerechtigheid, preventie, mensenrechten en Women, Peace and Security, op 22 oktober een informele Veiligheidsraadsessie («Arria») organiseren waarbij de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsraad in het voorkomen en bestrijden van seksueel geweld in conflictsituaties en de inzet van sancties daartoe centraal zal staan.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Naar boven