26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties

Nr. 127 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2012

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de reacties op de aanbevelingen en de verzoeken om extra informatie aan van het Koninkrijk der Nederlanden, ingediend in het kader van de Universal Periodic Review (UPR) bij de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) in Genève op 20 september jl.1)

De UPR is een instrument waarmee de Mensenrechtenraad van de VN elke vier jaar de mensenrechtensituatie van alle lidstaten onderzoekt aan de hand van de voor hen geldende mensenrechtenverdragen en (andere) verplichtingen.

Op 21 september jl. zijn deze reacties op de aanbevelingen voortkomende uit het tweede Nederlandse VN-Mensenrechtenexamen in de Mensenrechtenraad besproken. Met dit vervolg op de officiële zitting op 31 mei jl., waarin de Koninkrijksdelegatie door Minister Spies werd geleid, is de tweede UPR-cyclus van het Koninkrijk der Nederlanden officieel vastgesteld. De Nederlandse vertaling van het rapport met de reacties op de aanbevelingen, zal ik eveneens aan uw Kamer zenden, zodra deze beschikbaar is. Voor het rapport van de zitting waarin de aanbevelingen naar voren kwamen, verwijs ik u naar onderstaande link.

http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/UPR/Pages/NLSession13.aspx

Over twee jaar zal Nederland op vrijwillige basis een tussentijdse rapportage versturen. Uw Kamer zal hierover op de hoogte worden gehouden.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

1) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven