26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties

Nr. 123 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2012

Hierbij ontvangt u de vierde periodieke Nederlandse rapportage over de uitvoering van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)1. Op grond van artikel 44 IVRK zijn lidstaten verplicht periodiek verslag uit te brengen over het gevoerde beleid op het terrein van kinderrechten.

De rapportage wordt met de rapportages van Aruba, Curaçao en Sint Maarten samengevoegd tot één gezamenlijke Koninkrijksrapportage. Zodra deze ook gereed is wordt de rapportage naar het VN Kinderrechtencomité in Genève en aan uw Kamer verzonden.

De rapportage betreft de periode oktober 2006 tot oktober 2011. De rapportage is in samenwerking met de ministeries van Veiligheid en Justitie, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor Immigratie en Asiel, van Buitenlandse Zaken en van Defensie tot stand gekomen.

De concepttekst is meerdere malen besproken met de Kinderombudsman, de Commissie Gelijke Behandeling en vertegenwoordigers van organisaties voor kinderen en kinderrechten, verenigd in het Kinderrechtencollectief.

Naar verwachting zal de Koninkrijksrapportage eind 2013/begin 2014 door het VN Kinderrechtencomité in Genève worden behandeld.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven