26 143
Oprichting Twinning Holding B.V.

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 19 december 2001

Hierbij informeer ik u omtrent de stand van zaken van Twinning en de koers die ik nu met Twinning wil inzetten.

De overheid heeft met Twinning indertijd, vanuit beleidsoverwegingen, het initiatief genomen om een stimulerende omgeving voor snel groeiende ICT-starters te creëren en de kapitaalmarkt voor hen open te breken. Daarbij werd aangenomen dat het concept zich na 5 tot 8 jaar zou kunnen bewijzen waarna de private markt die rol zou kunnen overnemen. Veel sneller dan verwacht is vervolgens de private sector actief geworden op de vleugels van de snelle waardeontwikkeling van ICT-bedrijven. Twinning heeft daarin een succesvolle aanjaagfunctie vervuld.

Gezien de voorgaande ontwikkeling is vervolgens besloten te bezien of Twinning eerder dan voorzien aan de private sector kon worden overgedragen. In mijn brief van 22 november 2000 heb ik u hierover geïnformeerd (26 143, nr. 3). Daarbij heb ik aangegeven dat gezocht werd naar een strategische partner die de onderneming verder zou kunnen uitbouwen. De Kamer heeft met deze in te zetten route ingestemd. Tijdens het Algemeen Overleg van 6 december 2000 (26 143, nr. 4) heb ik vervolgens toegezegd geen overhaaste stappen te zullen zetten.

In de tussenliggende periode is een aanzienlijke inspanning geleverd om dit privatiseringsproces goed voor te bereiden. In dat kader is een aantal marktpartijen benaderd om hun belangstelling voor Twinning te vernemen. Hierbij is gebleken dat deze partijen op dit moment niet bereid of in staat zijn om Twinning op voor de Staat acceptabele voorwaarden over te nemen. De houding van partijen wordt in belangrijke mate verklaard door de ingrijpende marktomslag die heeft plaatsgevonden, waardoor deze partijen op het ogenblik uitermate terughoudend zijn met het aangaan van nieuwe investeringen.

Vastgesteld moet worden dat Twinning er de afgelopen drie jaar in is geslaagd om een «infrastructureel» netwerk op te bouwen en daarmee een belangrijke rol heeft verworven in de ICT (starters)markt. Ook kan worden vastgesteld dat het stimuleren van technostarters en het commercialiseren van technologische kennis steeds hoger op de beleidsagenda staat.

Tegen de achtergrond van de waardevolle rol die Twinning in het kader van deze beleidsdoelstellingen inneemt en gegeven het feit dat een privatiseringsproces onder de huidige omstandigheden niet het gewenste resultaat, in termen van continuering en uitbouw, zal opleveren, heb ik in overleg met de Minister van Financiën besloten om Twinning als stand alone operatie voort te zetten. Dit betekent ook dat ik, op basis van het principe van cofinanciering van deelnemingen tezamen met marktpartijen, de funding van de onderneming gebaseerd op een bijgesteld businessplan zal continueren. Overigens waren de hiervoor benodigde middelen, f 25 mln., reeds gereserveerd voor dit jaar en zullen deze naar verwachting voldoende zijn voor de eerstkomende twee jaar.

Wellicht ten overvloede merk ik op dat de marktontwikkelingen uiteraard ook zijn weerslag hebben op de waardering van de participatieportefeuille van Twinning. De directie en Raad van Commissarissen van Twinning hebben besloten een conservatieve benadering van de waarderingsregels van de Europese organisatie voor venturekapitaal (EVCA) toe te passen, hetgeen heeft geleid tot een boekhoudkundig verlies van f 43 mln. Deze waarderingsmethode impliceert dat alle participaties voor 50 of 100% zijn afgewaardeerd, hetgeen overigens geen reflectie is van de potentiële waarde van de participaties.

De einddoelstelling blijft, zoals bij de start beoogd, dat de overheid op termijn terug zal treden. Dit vereist dat Twinning met aanpassingen in organisatie, structuur en focus zal inspelen op de veranderde marktomstandigheden. Twinning stelt met het oog hierop een businessplan op, waarbij naast de overheid ook marktpartijen zowel op individuele als in fondsvorm in ICT-participaties kunnen deelnemen.

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven