26 143
Oprichting Twinning Holding B.V.

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 22 november 2000

In mijn brief d.d. 22 september jl. heb ik u geïnformeerd over de uitkomsten van de Twinning-evaluatie. Hoofdconclusie is dat Twinning een succesvolle aanjaagfunctie heeft gehad bij het totstandbrengen van een dynamische ICT startersmarkt. Vanwege dat succes is een overheidsrol in Twinning niet langer nodig en heb ik besloten Twinning te vervreemden. Ik heb toegezegd u te zullen informeren over de wijze van vervreemding.

Voor de vervreemding stonden in principe twee wegen open.

1 Als «state of the art incubator», waarbij Twinning in feite wordt vervreemd zoals het nu is;

2 «Market-mover» scenario, waarin strategische investeerders het aandeel van de overheid overnemen. Twinning gaat zich richten op innovatieclusters en corporate venturing.

Twinning heeft de afgelopen maanden de haalbaarheid van die tweede variant getoetst. De conclusie is dat er op dit moment onvoldoende draagvlak in de markt is voor de market mover variant. Ik heb daarom besloten Twinning als state of the art incubator te vervreemden. Daarbij is evenwel grote zorgvuldigheid vereist vanwege de positie die Twinning in de Nederlandse ICT-startersmarkt inneemt en gezien de financiële belangen van de Staat in Twinning. De verkoop zal erop gericht zijn:

– Twinning integraal te verkopen door vervreemding van de aandelen in Twinning Holding B.V.;

– een voor de overheid zakelijk verantwoord resultaat te realiseren.

Uitgaande van deze doelstellingen zijn er twee wezenlijke strategische aspecten die in het vervreemdingsproces aandacht behoeven, te weten de timing en de vormgeving. Ik zal mij hierover en in het aansluitende vervreemdingsproces laten adviseren door externe deskundigen. Hoewel het streven is om Twinning zo spoedig mogelijk volledig te vervreemden, zal voornoemd strategisch advies uiteraard worden betrokken bij de definitieve timing en vormgeving van de vervreemding. De voorbereiding en uitvoering zal zoals gebruikelijk gezamenlijk met het Ministerie van Financiën worden aangepakt.

De aanloop naar de vervreemding van Twinning en het proces zelf mag uiteraard geen stilstand betekenen voor de bedrijfsvoering van Twinning. Twinning moet haar positie kunnen handhaven en zich temidden van de marktdynamiek verder kunnen ontwikkelen.

In mijn brief van 22 september jl. heb ik vermeld dat ik de RvC heb gevraagd mij voor 1 november te informeren over de effectiviteit van de door de directie in gang gezette maatregelen ter verbetering van de interne beheersprocessen. De RvC heeft aan KPMG gevraagd hierover rapport uit te brengen. De conclusie hieruit is dat de directie op doeltreffende wijze de nodige maatregelen heeft genomen. De bevindingen van de RvC en het rapport van KPMG doe ik u als bijlage bij deze brief toekomen1.

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven