26 130
Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 teneinde de verstrekking van informatie aan het publiek te verbeteren

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 22 december 1998

Ondergetekende constateert met tevredenheid dat het streven naar grotere transparantie breed wordt gesteund.

De verschillende fracties hebben veelal gerelateerde vragen gesteld. Deze vragen zijn zoveel mogelijk gezamenlijk beantwoord. Hierdoor volgt de nota naar aanleiding van het verslag niet de volgorde van het verslag.

De leden van de PvdA-fractie informeerden naar de stand van zaken van het overleg met de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Werkgroep Efficiency Betalingsverkeer (WEB). De leden van de VVD-fractie vroegen in dit verband op welke termijn de minister duidelijkheid zal geven over de invulling van zelfregulering door de sector.

Zoals aangegeven in het algemeen overleg van 8 april jl. heeft ondergetekende de NVB verzocht zelfregulering van informatieverstrekking aan het publiek door de banken betreffende valutering actief te bevorderen. De NVB heeft daarop aangegeven met ondergetekende van mening te zijn dat een verbetering van de transparantie over methoden van valutering en de rentebedragen die daarmee gemoeid zijn, voor de consument nodig is. In overleg met de banken heeft de NVB een folder opgesteld waarin in algemene termen wordt ingegaan op de verschillende aspecten van valutering, waaronder de kosten die valutering onder verschillende omstandigheden met zich brengt. De NVB-folder is als onderdeel van een concept-ledencirculaire op 9 december jl. ter goedkeuring aan de algemene ledenvergadering van de NVB voorgelegd. De algemene ledenvergadering heeft de ledencirculaire goedgekeurd, waarmee deze een verplichtend karakter heeft gekregen. In de ledencirculaire is vastgelegd dat de individuele banken de verplichting hebben hun klanten nader over valutering voor te lichten. Daarbij kan voor het algemene deel de folder van de NVB worden gebruikt of een eigen folder. Aangezien de valuteringsmethoden van de individuele banken uiteenlopen, dienen de individuele banken hun klanten in aanvulling op de NVB-folder te informeren over de door de bank feitelijke gehanteerde valuteringsmethode. Daarbij dienen minimaal de begrippen uit de NVB-folder te worden gehanteerd en dient conform de opsomming in de folder voor particuliere rekeninghouders respectievelijk zakelijke rekeninghouders uit het MKB-segment en voor de verschillende soorten binnenlandse respectievelijk buitenlandse betalingen, te worden aangegeven hoeveel valutadagen worden gehanteerd. Overeengekomen is dat de maatregelen ter verbetering van de informatievoorziening door de individuele banken uiterlijk 1 januari 1999 in gang zijn gezet en dat de folders van de individuele banken uiterlijk 1 april 1999 gereed zijn.

In de WEB hebben de vertegenwoordigers van de Consumentenbond en MKB Nederland aangegeven tevreden te zijn met de uitkomsten van het algemeen overleg van 9 april jl. Waar het om gaat is het bereiken van een grotere mate van transparantie. Van de zijde van de NVB is nog eens benadrukt dat als banken niet zouden valuteren bij binnen- en buitenlandse betalingen, de kosten op een andere manier zouden moeten worden gedekt. De NVB heeft een concept van hun folder voor commentaar aan de Consumentenbond en MKB Nederland voorgelegd. Het eindresultaat, inclusief de specifieke informatieverschaffing door de individuele banken, wordt afgewacht.

De leden van de PvdA-fractie gaven aan te kunnen instemmen met het voorstel deze transparantie bij algemene maatregel van bestuur te regelen. Wel zouden zij een voorhangprocedure op prijs stellen. Tevens vroegen zij inzicht te geven in het voornemen – op welke terreinen en in welk tempo – algemene maatregelen van bestuur in te voeren. De leden van de CDA-fractie constateerden dat de regering inzake valutering eerst met de sector zal overleggen over zelfregulering en vroegen zich af of de regering dit ook wil gaan doen bij het stellen van regels met betrekking tot andere informatie. In dat geval zouden ze dat graag in de wet opgenomen zien. De leden van de PvdA-fractie vroegen voorts naar de stand van zaken van het overleg tussen de Minister van Financiën en de Minister van Justitie over de rechtmatigheidsgrondslag van de valuteringsmethoden op grond van het BW.

Zoals in het algemeen overleg van 8 april met betrekking tot valutering werd aangegeven, dient onderhavige wettelijke bepaling en derhalve het stellen van regels via algemene maatregel van bestuur als stok achter de deur. In eerste instantie wordt de sector in de gelegenheid gesteld te komen tot zelfregulering. In de memorie van toelichting wordt dan ook opgemerkt dat het wetsvoorstel voorziet in een mogelijkheid en niet een verplichting tot het stellen van regels. Zoals door de leden van de CDA-fractie opgemerkt, beperkt het wetsvoorstel zich niet tot het informeren van het publiek over valutering. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk ook waar het gaat om andere bankactiviteiten regels te stellen over informatieverstrekking aan publiek. Met het wetsvoorstel wordt de mogelijkheid gecreëerd om maatregelen te nemen zodra met betrekking tot een specifiek product of specifieke dienst de wens tot het realiseren van een grotere mate van transparantie zich voordoet. Daarbij kan eerst ruimte worden gelaten voor zelfregulering, maar er kan ook voor worden gekozen direct regels te stellen. De keuze zal afhangen van de feitelijke situatie. Een verplichting die bijvoorbeeld wel direct via algemene maatregel van bestuur zal worden geregeld vloeit voort uit de wet van 17 december 1998 tot wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Faillissementswet met betrekking tot het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en effectenafwikkelsystemen. De EU-richtlijn die met genoemde wet wordt geïmplementeerd, bepaalt dat een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, van een instelling kan verlangen dat zij mededeelt aan welke systemen de instelling deelneemt en dat zij hem informatie verstrekt over de belangrijkste regels die gelden voor de werking van die systemen. In de memorie van toelichting bij genoemde wet is gesteld dat deze verplichting in lagere regelgeving zal worden geïmplementeerd, waarbij in het kader van de Wtk 1992 het onderhavige nieuwe artikel 85a is genoemd. Andere algemene maatregelen van bestuur zijn niet in voorbereiding. De regering is bereid tegemoet te komen aan de wens van de leden van de PvdA-fractie om ten aanzien van een eventuele maatregel van bestuur inzake informatieverstrekking over valutering een voorhangprocedure te volgen.

Overleg met het Ministerie van Justitie over mogelijke spanning tussen valutering en bepalingen in het BW heeft niet geleid tot nieuwe inzichten. Valutering is een wijze van kostendoorberekening die niet in strijd is met de bepalingen in het BW over ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling. De consument moet evenwel weten waar men aan toe is. Hiervoor is een voldoende mate van transparantie nodig.

De leden van de VVD-fractie wilden weten aan welke criteria de sector zal moeten voldoen, om te voorkomen dat wordt overgegaan tot het stellen van regels voor valutering. Gevraagd werd of het zo kan zijn dat er geen regels gesteld worden indien de sector voldoet aan die criteria. De leden van de CDA-fractie stelden dat de regering ten aanzien van de beoordeling van zelfregulering inzake valutering één criterium aangeeft: het meer actief plaatsvinden van informatieverstrekking aan de klant door de kredietinstelling. Deze leden wilden weten of de regering meer eisen stelt aan zelfregulering inzake valutering en, zo ja, welke eisen worden gesteld. Daarnaast wilden de leden van de CDA-fractie meer in het algemeen weten welke criteria de regering hanteert voor de beoordeling van de transparantie in de markt en het resultaat van zelfregulering, alsmede voor de beslissing welke onderwerpen in de algemene maatregel van bestuur moeten worden opgenomen en aan wie de informatie moet worden verstrekt. Ook vroegen zij welke rol de Nederlandsche Bank heeft bij het opstellen van een algemene maatregel van bestuur.

De transparantie van de markt is afhankelijk van de mate waarin de aanbieders van producten en diensten informatie verstrekken op basis waarvan het publiek een afgewogen oordeel kan vormen ten aanzien van de verschillende kenmerken van het aangeboden product of de aangeboden dienst. Zoals in de memorie van toelichting is aangegeven gaat het hier om informatie over aanbieder, product, kosten, rendement, risico, klachtenregeling, garantieregeling, voorschriften inzake reclame en productpresentatie. De benodigde informatie, alsmede de kring van belanghebbenden, zal afhangen van het product of de dienst dat wordt aangeboden en mogelijke algemene maatregelen van bestuur zullen zich op de feitelijk benodigde informatie toespitsen. In het specifieke geval van valutering is sprake van een informatiebehoefte over de wijze van doorberekening van de kosten (de valutering) van het product betaaldiensten door banken. Duidelijkheid moet dan ook worden verleend over dit aspect. Relevante vragen voor de klant zijn: valuteert mijn bank, zo ja, welke methode hanteert men en wat zijn de kosten in de te onderscheiden omstandigheden.

Gelet op de wenselijkheid om van geval tot geval te bezien welke concrete informatiebehoefte er is, waarbij ook het oordeel van marktpartijen wordt meegewogen, gepaard aan de concrete aanleiding voor het huidige wetsvoorstel, is er voor een algemene bepaling in de Wet toezicht kredietwezen 1992 gekozen, zonder daarbij expliciet toetsingscriteria op te nemen.

Van belang voor de bepaling of sprake is van een voldoende mate van zelfregulering is de gebondenheid van de banken om uitvoering te geven aan de zelfregulering, de mate van transparantie die wordt bereikt en de actieve presentatie van de informatie aan het publiek. In het geval van zelfregulering omtrent valutering zijn deze voorwaarden door het Ministerie van Financiën onder de aandacht van de NVB gebracht. Indien en voor zolang sprake is van een adequate vorm van zelfregulering, zal het stellen van regels via algemene maatregel van bestuur achterwege blijven. De Nederlandsche Bank vervult bij het opstellen van een algemene maatregel van bestuur overigens een adviserende functie.

De leden van de CDA-fractie pleitten voor invoering van een MKB-toets, ook ten aanzien van kredietinstellingen van kleine en middelgrote omvang. Zij verzochten de regering hierop in het licht van dit wetsvoorstel in te gaan.

Transparantie omtrent aangeboden producten en diensten is nodig voor een afgewogen oordeelsvorming door consumenten. Met het wetsvoorstel wordt niet meer beoogd dan het realiseren van de benodigde transparantie, die feitelijk door de markt geleverd zou moeten worden. De kredietinstellingen, ook van kleine en middelgrote omvang, kunnen hier eenvoudig aan voldoen door hun valuteringsmethode uiteen te zetten. Er is derhalve geen sprake van een onnodige last voor de kredietinstellingen.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven