nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 15 oktober 1998
De vaste commissie voor Financiën1, belast
met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer
als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud, dat de regering de vragen en opmerkingen in dit
verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling
van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de commissie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het voorliggende wetsvoorstel. De leden van de PvdA-fractie achten een grotere
transparantie van de prijs/kwaliteitsverhoudingen van financiële produkten
zeer urgent. Deze leden kunnen op zich instemmen met het voorstel deze transparantie
bij AMvB te regelen. Wel zouden zij een voorhangprocedure op prijs stellen,
temeer daar zij pleiten voor een verbod op valutering.
Ook de leden van de VVD-fractie hechten belang aan transparantie op de
financiële markten, ook voor consumenten. Zij hebben naar aanleiding
van het onderhavige wetsvoorstel nog wel een aantal vragen.
De leden van de CDA-fractie vinden het een goede zaak dat de overheid
de transparantie van markten bevordert indien dit in het belang is van de
consument of indien dit valse concurrentie bestrijdt.
De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat ondanks de opmerking
van de minister van Financiën tijdens het algemeen overleg op 8 april
jl. (Kamerstuk 25 875 nr. 2) dat hij graag zou zien dat alle banken de
valuteringspraktijk zouden afschaffen en tot andere wijze van tarifering zouden
overgaan, een nadere discussie met de minister hierover gewenst is. De minister
was immers niet overtuigd van de noodzaak bij wet een verbod op valutering
in te voeren, zoals dat bijvoorbeeld in Duitsland het geval is. Wat is de
stand van zaken van het overleg met de Nederlandse vereniging van banken (NVB)
en de Werkgroep efficiency betalingsverkeer (WEB)? Wat is voorts de stand
van zaken van het overleg tussen de minister van Financiën en de minister
van Justitie over de rechtmatigheidsgrondslag van de valuteringspraktijken
op grond van het BW (zie verslag ao 8 april 1998)?
Ten slotte vragen deze leden de minister inzicht te geven in zijn voornemen –
op welke terreinen en in welk tempo – de hierbedoelde AMvB(-en) in te
voeren?
De leden van de VVD-fractie vragen allereerst op welke termijn de minister
duidelijkheid zal geven over de invulling van zelfregulering door de sector.
Tevens willen deze leden de criteria weten waaraan de sector zal moeten voldoen,
om te voorkomen dat er wordt overgegaan tot het stellen van regels voor valutering.
Kan het zo zijn dat er geen regels gesteld worden indien de sector voldoet
aan die criteria?
De leden van de CDA-fractie hebben een aantal vragen die in het bijzonder
voortvloeien uit de zeer ruime formulering van de bevoegdheid die de regering
verkrijgt door dit wetsvoorstel. Aan de hand van welke objectieve criteria
bepaalt de regering de mate van transparantie van een markt? Welke criteria
hanteert de regering vervolgens ten aanzien van deze criteria om de transparantie
te beoordelen?
Het wetsvoorstel is met name bedoeld om duidelijkheid met betrekking tot
valutering (methode, termijnen en kosten) eventueel bij AMvB af te dwingen,
zo vervolgen deze leden. De voorgestelde wettekst gaat echter over «informatie»
in algemene zin. In de memorie van toelichting wordt een aantal onderwerpen
genoemd dat mogelijk verplicht openbaar moet worden gemaakt. Welke criteria
zullen worden gehanteerd bij de beslissing om de betreffende onderwerpen in
de AMvB op te nemen? Waarom heeft de regering ervoor gekozen om deze criteria
niet in de Wet op te nemen? Welke criteria zal de regering hanteren bij de
vraag aan wie de informatie ter beschikking moet worden gesteld? Welke criteria
zal de regering hanteren bij de vraag wanneer de informatie ter beschikking
moet worden gesteld? Welke rol heeft De Nederlandsche Bank precies bij het
opstellen van een AMvB?
Inzake de valutering zal de regering eerst met de sector overleggen over
zelfregulering, zo constateren de leden van de CDA-fractie. Wil de regering
dit ook gaan doen bij het stellen van regels met betrekking tot andere informatie?
Zo ja, kan dit in de wettekst worden opgenomen ? Met welke criteria beoordeelt
de regering het resultaat van zelfregulering in het algemeen? Ten aanzien
van de beoordeling van zelfregulering inzake valutering geeft de regering
één criterium aan: het meer actief plaatsvinden van informering
van de klant door de kredietinstelling. Stelt de regering meer eisen aan zelfregulering
inzake valutering? Zo ja, welke?
De leden van de CDA-fractie pleiten voor het invoeren van een MKB-toets,
waarbij alle regelgeving stelselmatig wordt beoordeeld op haar effecten voor
ondernemingen (zoals bijvoorbeeld ten aanzien van administratieve lasten,
kosten van een regeling voor de onderneming versus de baten, eisen ten aanzien
van de organisatie van de onderneming), dus ook kredietinstellingen van kleine
en middelgrote omvang. Zij verzoeken de regering hierop in het licht van dit
wetsvoorstel in te gaan.
De voorzitter van de commissie,
Van Gijzel
De griffier van de commissie,
Janssen
XNoot
1Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Reitsma (CDA), Rosenmöller (GL),
Van Gijzel (PvdA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Voûte-Droste
(VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Giskes (D66), Kamp (VVD), Marijnissen (SP),
Crone (PvdA), Van Dijke (RPF), Bakker (D66), De Vries (VVD), De Haan (CDA),
ondervoorzitter, Stroeken (CDA), Patijn (VVD), Van Beek (VVD), Duijkers (PvdA),
Balkenende (CDA), Vendrik (GL), Bos (PvdA), Remak (VVD), Wijn (CDA) en Kuijper
(PvdA).
Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Verburg (CDA), Harrewijn (GL), Van Zijl
(PvdA), Koenders (PvdA), Balemans (VVD), Van Oven (PvdA), Schimmel (D66),
Hofstra (VVD), De Wit (SP), vacature PvdA, Hoekema (D66), Van Walsem (D66),
Wilders (VVD), Dankers (CDA), Van der Knaap (CDA), Blok (VVD), Weekers (VVD),
Smits (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Rabbae (GL), Van Dok-van Weele (PvdA),
Hessing (VVD), Van den Akker (CDA) en Timmermans (PvdA).