26 116
Intrekking van de Wet stimulering zeescheepvaart alsmede, in verband daarmee, het treffen van enkele overgangsmaatregelen

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 26 maart 1999

Het verheugt de ondergetekenden dat de leden van de fracties van de PvdA en van het CDA blijkens hun inbreng in het verslag, in beginsel kunnen instemmen met het intrekken van de Wet stimulering zeescheepvaart (WSZ).

De door voornoemde leden gestelde vragen kunnen zij als volgt beantwoorden.

1a

Per 1 januari 1996 is een nieuw pakket aan maatregelen voor de zeescheepvaart van kracht geworden. Gebleken is dat dit pakket veel effectiever is dan de WSZ: gedurende de periode dat de WSZ en haar voorgangers de Interimregeling Stimulering Zeeschepen en Investeringspremie Regeling Zeeschepen werden toegepast nam het aantal schepen onder de Nederlandse vlag jaarlijks verder af. Vanaf 1996 is een omgekeerde tendens te zien.

Rederijen welke door fiscaal compenseerbare verliezen niet van de «tonnageregeling» kunnen profiteren hebben de mogelijkheid niet voor deze «tonnageregeling» te opteren, maar gebruik te maken van de faciliteiten zoals deze ook andere ondernemers ter beschikking staan. Te denken valt onder andere aan de investeringsaftrek, afschrijvingen, etc.

1b

Rederijen welke hun schepen via een commanditairevennootschapstructuur financieren gebruik makend van particuliere investeerders kunnen in het huidige systeem een vergelijkbaar of zelfs groter voordeel behalen dan onder de WSZ. Ik zie derhalve niet in dat er door de afschaffing van de WSZ nadelen zullen ontstaan welke uitvlaggen bewerkstelligen.

Mocht dit zich toch openbaren staan mij geen mogelijkheden meer ter beschikking hiervoor compensatie te bieden.

2

Met betrekking tot de personeelsproblematiek deel ik de bezorgdheid. Het tekort aan personeel is een probleem dat primair door de sector zelf dient te worden aangepakt.

De Stichting Nederland Maritiem Land (NML), waar alle maritieme bedrijfstakken in vertegenwoordigd zijn, zal nog dit jaar met voorstellen komen gericht op de verbetering van het zeevaartonderwijs. In een te beleggen ronde tafel conferentie over het zeevaartonderwijs en de arbeidsmarktproblematiek zal ik samen met rederijen, onderwijsinstellingen en het NML spreken over noodzakelijke maatregelen.

Tot slot wil ik wijzen op het door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat gesteunde project strategisch personeelsbeleid, gericht op het verminderen van uitstroom bij zeevaartbedrijven.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Naar boven