nr. 30
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2003
Tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat
op 31 januari 2002 (26 115, nr. 28) is toegezegd om te bezien wat
de mogelijkheden zijn om zowel de dode hoek spiegel als zijdelingse afscherming
verplicht te stellen. Inmiddels is de verplichting van de dode hoek spiegel
een feit. Voor wat betreft de zijdelingse afscherming van vrachtauto's heb
ik besloten de huidige regels terzake ongewijzigd te laten. Dit besluit houdt
niet in dat ik geen belang hecht aan dit onderwerp. Integendeel, het belang
van een goede zijdelingse afscherming op vrachtauto's is voor mij overduidelijk.
Daarom heb ik inmiddels per brief een oproep gedaan aan de branche om haar
verantwoordelijkheid in deze te nemen en derhalve zijdelingse afscherming
aan te brengen op bedrijfsvoertuigen waar deze nog ontbreekt.
In het onderstaande wordt een viertal overwegingen inzake dit besluit
nader toegelicht.
1 Huidige regels zijdelingse afscherming
Zijdelingse afscherming conform de Europese richtlijn 89/297/EEG is in
Nederland verplicht voor bedrijfsvoertuigen sinds 1 januari 1998. De
genoemde richtlijn maakt het mogelijk een dergelijke afscherming te vereisen
voor voertuigen in gebruik genomen na 30 april 1991. Zowel in Duitsland
als in het Verenigd Koninkrijk is dit destijds gebeurd.
Idealiter zou Nederland zijdelingse afscherming conform 89/297/EEG in
1991 verplicht hebben gesteld. Actie nu betekent retrofit op materieel wat
al grotendeels is afgeschreven.
2 Effect van zijdelingse afscherming
Een zijdelingse afscherming aangebracht op het totale voertuigpark zal
het aantal dodelijke slachtoffers op basis van berekeningen van de SWOV met
3 reduceren en het aantal ziekenhuisgewonden met 7. Uitgaande van het feit
dat circa 50% van het totale voertuigpark reeds is voorzien (dit is het geval
volgens een telling gehouden door de SWOV), zal de onderhavige
maatregel jaarlijks een reductie van 1,5 dodelijke slachtoffers en van 3,5
ziekenhuisgewonden bewerkstelligen.
Dit zal het geval zijn tot het jaar 2006. In de periode daarna tot 2013
zullen deze aantallen tot nul reduceren omdat op dat moment alle voertuigen
die nog niet zijn voorzien van een zijdelingse afscherming, verondersteld
worden te zijn afgeschreven, terwijl de nieuwe vervangende voertuigen reeds
verplicht zijn voorzien van zijdelingse afscherming conform de Europese richtlijn
89/297/EEG.
3 Kosten van zijdelingse afscherming
De kosten bedragen gemiddeld € 250 per zijde van een voertuig.
Dit bedrag is gebaseerd op gegevens van de BOVAG. De totale investering per
zijde van het voertuig bedraagt voor de voertuigen die nog niet zijn voorzien
(circa 66 000 stuks) ongeveer 16,5 miljoen Euro. De maatregel is relatief
duurder dan de verplichtstelling van de dodehoekspiegel (€ 120 voor
50% subsidie).
4 Maatschappelijke acceptatie en acceptatie bij de transportsector
Maatschappelijke organisaties als 3VO en de Fietserbond zijn voorstander
van het alsnog verplicht stellen van zijdelingse afscherming voor voertuigen
in gebruik genomen na 30 april 1991. De overwegende gedachte bij de maatschappelijke
organisaties is het positieve effect op de verkeersveiligheid. De sector moet
de kosten daarbij voor haar rekening nemen; het ontbreken van een dergelijke
verplichting in de jaren 90 zou hen zelfs kosten hebben bespaard, zo luidt
de redenatie.
Bij de sector mag grote weerstand worden verwacht. Enerzijds omdat men
vindt dat het alsnog voorschrijven van een zijdelingse afscherming op materieel
uit de jaren negentig niet effectief kan zijn en anderzijds vanwege de hoge
kosten.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
R. H. de Boer