nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA
Ontvangen 23 november 1999
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel II worden na onderdeel D twee nieuwe onderdelen ingevoegd,
luidende:
E
Artikel 368 komt te luiden als volgt:
1. Het rechtsgeding wordt voor de politierechter vervolgd indien naar
het aanvankelijke oordeel van het openbaar ministerie de zaak van eenvoudige
aard is, in het bijzonder ten aanzien van het bewijs en de toepassing van
de wet, terwijl de te requireren straf niet meer mag bedragen dan zes maanden
gevangenisstraf of driehonderdenzestig uren taakstraf dan wel, indien de gevorderde
taakstraf uitsluitend bestaat uit een leerstraf, dan vierhonderdentachtig
uren taakstraf.
2. Indien een combinatie van gevangenisstraf en taakstraf wordt gevorderd
mag het totaal van de vordering de zes maanden gevangenisstraf niet te boven
gaan. Voor de toepassing van dit lid wordt elke twee uur taakstraf gelijkgesteld
aan één dag gevangenisstraf.
F
Artikel 369 komt te luiden als volgt:
1. De politierechter is niet bevoegd tot oplegging van een gevangenisstraf
van meer dan zes maanden of driehonderdenzestig uren taakstraf dan wel, indien
de taakstraf uitsluitend bestaat uit een leerstraf, dan vierhonderdentachtig
uren taakstraf.
2. Indien een combinatie van gevangenisstraf en taakstraf wordt opgelegd
mag het totaal van de straffen de zes maanden gevangenisstraf niet te boven
gaan. Voor de toepassing van dit lid wordt elke twee uur taakstraf gelijkgesteld
aan één dag gevangenisstraf.
Toelichting
Met de invoering van de taakstraf als zelfstandige hoofdstraf, die kan
worden opgelegd in combinatie met gevangenisstraf, wordt een aanmerkelijke
verruiming gegeven aan de competentie van de politierechter. De combinatie
van zes maanden gevangenisstraf en 480 uren taakstraf zou – volgens
de rekensleutel die in het nieuwe artikel 22d Wetboek van Strafrecht voor
de duur van de vervangende hechtenis wordt gehanteerd – in zwaarte vergelijkbaar
zijn met een detentie van veertien maanden. Een dergelijke verzwaring van
de door de politierechter op te leggen sancties acht de indiener ongewenst;
zij meent dat sancties die in feite de persoonlijke vrijheid van de veroordeelde
meer inperken dan zes maanden gevangenisstraf, slechts door een meervoudige
kamer mogen worden opgelegd. Het amendement voorziet daarin. Wel wordt ruimte
gelaten voor een voortzetting van de huidige praktijk, waarin een intensief
leerprogramma als geboden in een Dagtrainingscentrum ook door de politierechter
als straf kan worden opgelegd.
Halsema