26 114
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de straf van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte (taakstraffen)

nr. 8
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 november 1999

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel V komt als volgt te luiden:

ARTIKEL V

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Toelichting

In het wetsvoorstel Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (kamerstukken II 1997/98, 26 016, nrs. 1–2) worden in artikel 81 enkele wijzingen voorgesteld in de bepalingen over het jeugdstrafrecht van het Wetboek van Strafrecht. In het onderhavige wetsvoorstel worden eveneens de bepalingen van het jeugdstrafrecht gewijzigd. Deze wijzigingen bouwen voort op de wijzigingen in het wetsvoorstel Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. De behandeling van de beide wetsvoorstellen is in dezelfde fase terecht gekomen. Beiden zijn gereed voor mondelinge behandeling in de Tweede Kamer. Het zou kunnen voorkomen dat de verdere parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Taakstraffen sneller verloopt dat die van het wetsvoorstel Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. Om te voorkomen dat het wetsvoorstel Taakstraffen niet in werking kan treden omdat het wetsvoorstel voor de beginselenwet nog niet is aanvaard, wordt voorzien in de mogelijkheid bepaalde onderdelen op een ander tijdstip in werking te laten treden. De bepalingen in dit wetsvoorstel die het volwassenenrecht betreffen kunnen in dat geval in werking treden, de bepalingen die het jeugdstrafrecht betreffen zullen aansluitend op de wijzigingen opgenomen in het wetsvoorstel Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in werking kunnen treden.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven