26 090
Integratie van de Huurprijzenwet woonruimte en de Wet op de huurcommissies in een uitvoeringswet huurprijzen woonruimte onder gelijktijdige overheveling van een deel van de tekst van de Huurprijzenwet woonruimte naar de nieuwe titel 7.4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 4 september 2000

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

I

Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:

A. In het vierde lid vervalt de zinsnede «, tenzij partijen zijn overeengekomen dat de huurder de voorzieningen na beëindiging van de huurovereenkomst niet ongedaan maakt».

B. Het zevende lid komt te luiden:

7. Indien de huurcommissie op grond van het eerste lid van oordeel is dat een voorstel tot verhoging van de huurprijs als bedoeld in artikel 7:252, tweede lid, aanhef en onderdeel f, van het Burgerlijk Wetboek, redelijk is en voorts constateert dat het formulier, bedoeld in het vierde lid van dat artikel, niet volledig is ingevuld, brengt de huurcommissie het voorgestelde percentage van de verhoging van de huurprijs terug tot het in genoemd artikelonderdeel bedoelde percentage.

II

In artikel 47, tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 7:252, derde lid» vervangen door: artikel 7:252, vierde lid.

III

Artikel 55 komt te luiden:

Artikel 55

Indien het bij koninklijke boodschap van 2 juli 1998 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van titel 7.4 (Huur) van het Burgerlijk Wetboek (kamerstukken II 1997/98, 26 089, nrs. 1–2), na tot wet te zijn verheven, in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.

Toelichting

De voorgestelde wijzigingen in het wetsvoorstel zijn aangekondigd en toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag. Verwezen wordt naar § 1 (de tekst onder het kopje «Overzicht recent vastgestelde wetswijzigingen») en § 3 (de tekst onder het kopje «Veranderingen aan de woning»), alsmede naar het artikelsgewijze deel, de artikelen 13 en 55.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven