26 089
Vaststelling van titel 7.4 (Huur) van het Burgerlijk Wetboek

nr. 22
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID WEEKERS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18

Ontvangen 10 april 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na artikel 270 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 270a

Ingeval van voortzetting van de huur op grond van de artikelen 266, 268 en 269 is degene die de huur voortzet, verplicht daarvan mededeling te doen aan de verhuurder.

Toelichting

Het amendement bevat de verplichting dat bij voortzetting van de huur daarvan mededeling wordt gedaan aan de verhuurder. Het betreft: de voortzetting van de huur door de medehuurder, zoals geregeld in artikel 266 leden 3 en 5, alsmede voortzetting huur door medehuurder na overlijden (art. 268, lid 1) en de voortzetting van de huur door de onderhuurder. Het is ongewenst wanneer een verhuurder niet eens weet wie zijn huurder/contractspartner is; aan wie hij derhalve bepaalde plichten heeft en rechten ontleend en wie hij bij geschillen in rechte moet betrekken. De verplichting tot mededeling heeft niet tot gevolg dat degene die de huur voortzet, bij gebreke van een dergelijke mededeling, zijn huurbescherming verliest. Wel is degene die de huur voortzet, bij gebreke van een dergelijke mededeling, schadevergoeding verschuldigd aan de verhuurder krachtens artikel 74 van Boek 6 wegens niet nakoming van deze verplichting.

Weekers

Naar boven