nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID WEEKERS
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
In afdeling 1 wordt na artikel 202 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 202a
1. Bij huur die betrekking heeft op woonruimte of bedrijfsruimte kunnen
bedingen die ten nadele van de huurder afwijken van de bepalingen van deze
titel, evenwel niet op die grond worden vernietigd, indien zij zijn goedgekeurd
door de rechter. Bevoegd is de rechter in wiens rechtsgebied het gehuurde
is gelegen.
2. Ieder van de partijen kan een zodanige goedkeuring verzoeken. De goedkeuring
wordt alleen gegeven indien het beding de rechten die de huurder aan deze
titel ontleent, niet wezenlijk aantast of diens maatschappelijke positie in
vergelijking met die van de verhuurder zodanig is dat hij de bescherming van
de onderhavige titel in redelijkheid niet behoeft.
3. Het verzoek bevat, behalve de gronden waarop het berust, de tekst van
de goed te keuren bedingen.
Toelichting
Voor een betere werking van de woningmarkt is het wenselijk dat er meer
mogelijkheden komen voor huurders en verhuurders om, daar waar dat mogelijk
is, meer onderling te regelen. Dit geldt in de eerste plaats op het niveau
van de individuele huurder en verhuurder, maar ook voor het niveau van huurders-
en verhuurdersorganisaties. Voorkomen moet worden dat wettelijke regels, hoewel
bedoeld ter bescherming van de woonconsument, dezelfde woonconsument juist
belemmeren in het bereiken van een voor hem optimale woonsituatie. Onlosmakelijk
hiermee verbonden is het behoud van voldoende rechtsbescherming voor de zwakkere
partij. In veel gevallen is er immers sprake van ongelijkwaardigheid van partijen
terwijl de huurder bovendien nog extra kwetsbaar is omdat wonen een eerste
levensbehoefte is. Dit amendement beoogt oplossingen op maat mogelijk te maken
onder gelijktijdige alternatieve bescherming van de zwakke partij.
Huurder en verhuurder kunnen bij uitdrukkelijk schriftelijk beding afwijken
van het dwingend recht, waarbij ter bescherming van de huurder voor dergelijke
afwijkingen vooraf een machtiging moet worden gevraagd aan de kantonrechter.
Deze kan afwijkingen van dwingend wettelijke bepalingen slechts goedkeuren
indien het beding de rechten die de huurder aan deze titel ontleent, niet
wezenlijk aantast of diens maatschappelijke positie in vergelijking met die
van de verhuurder zodanig is dat hij de bescherming van de onderhavige titel
in redelijkheid niet behoeft. Partijen krijgen aldus mogelijkheden om afspraken
op maat te maken met zekerheid vooraf over de rechtsverhouding die hen beheerst.
Weekers