Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2020
Per brief van 22 oktober jl. heeft Uw Kamer mij verzocht om een reactie op de door
de vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontvangen brief d.d. 2 oktober
2020 van Federatie Indische Nederlanders betreffende de film «de Oost» en het bijbehorende
lespakket.
De Federatie Indische Nederlanders heeft hierover haar bezwaren per brief van 2 oktober
2020 ook aan mij kenbaar gemaakt. Deze bezwaren hadden eenzelfde strekking als de
bezwaren in de brief die Uw Kamer heeft ontvangen. Mij is gevraagd welke rol het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft gespeeld bij zowel de totstandkoming van
deze film als bij het lesmateriaal. Tevens wordt de onafhankelijkheid van het onderzoek
«Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945–1950» in twijfel getrokken.
Per brief van 30 oktober jongstleden heb ik hierop gereageerd. Deze reactie komt op
het volgende neer. Ik ben begaan met de veteranen die zich door de trailer van de
film beledigd voelden. Al deze veteranen hebben in een heel moeilijke tijd voor Nederland
gestreden. Zij verdienen onverminderd ons respect. Sinds 2018 bestaat de subsidieregeling
collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland (CEWIN). Hiermee wordt beoogd
het Indisch-Molukse erfgoed te verankeren in de Nederlandse maatschappij. Er kunnen
projecten worden ingediend op het gebied van educatie, cultuur en kennis. De film
«de Oost» is een van de projecten die in 2018 tijdens de eerste CEWIN-ronde is gesubsidieerd.
Het beschikbare subsidiebedrag werd destijds verdeeld op basis van de volgorde van
binnenkomst van complete aanvragen. De subsidiering betrof het lesmateriaal en de
randprogrammering rondom een tentoonstelling.
Kenmerkend voor de CEWIN-subsidieregeling is dat het aan de gemeenschap zelf is te
bepalen wat bijdraagt aan de collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland
en niet het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dat brengt met zich
mee dat de projecten niet uitgebreid inhoudelijk getoetst worden. Wel moeten projecten
natuurlijk aan de voorwaarden van de regeling voldoen. Zo moeten aanvragen binnen
de bovengenoemde thema’s vallen en zijn er verschillende financiële en technische
vereisten. De aanvraag in kwestie voldeed aan deze voorwaarden en is daarom toegekend.
Daarnaast staat het organisaties vrij educatief materiaal aan scholen of anderen aan
te bieden en staat het scholen vrij om hier gebruik van te maken. Het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport is daar niet bij betrokken.
In een persbericht van 2 oktober 2020 hebben de betrokken onderzoeksinstanties aangegeven
niet verantwoordelijk te zijn voor de inhoud van de film en het lespakket.1
Het standpunt dat het onderzoek «Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945–1950» naar een vooraf vastgestelde conclusie toewerkt, deel ik niet. Ik zie geen aanleiding
aan de professionaliteit en integriteit van de onderzoeksinstanties het NIOD, NIMH
en KITLV te twijfelen en wacht de conclusies van het onderzoek dan ook af. Deze worden
naar verwachting in november 2021 bekend gemaakt.
Vertrouwend u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben,
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis