26 049 Indonesië

Nr. 85 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2018

Tijdens het vragenuur van 15 mei jl. beloofde ik uw Kamer schriftelijk te informeren over de voortgang en resultaten van het IOM Community Policing Programme in Indonesië (Handelingen II 2017/18, nr. 80, item 4). In deze brief zal ik toelichten wat dit programma inhoudt, welke resultaten tot dusver zijn behaald en in welk stadium het programma zich momenteel bevindt.

Nederland ondersteunt sinds april 2013 het Community Policing Programme van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) op Papua en de Molukken. De Nederlandse bijdrage bedroeg in de eerste fase (2013–2017) 5,1 mln. EUR.

Dit programma heeft als doel om de relatie tussen de politie en lokale bevolking in Papua en de Molukken te verbeteren. Het project richt zich specifiek op de lokale context in deze provincies waar wantrouwen tussen lokale gemeenschappen onderling en tussen de gemeenschappen en autoriteiten een effectieve samenwerking en vreedzame conflictoplossing in de weg staat. Het programma is niet zozeer gericht op het voorkomen van gewelddadig extremisme en religieuze intolerantie op nationaal niveau. Wel draagt Nederland op andere manieren bij aan de bevordering van religieuze tolerantie in Indonesië, bijvoorbeeld door via het mensenrechtenfonds activiteiten te steunen op het gebied van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en de bevordering van interreligieuze dialoog.

IOM werkt in Papua en de Molukken samen met lokale gemeenschappen en wijkagenten aan het verbeteren van dialoog en samenwerking tussen politie, burgers en maatschappelijke organisaties. Het programma richt zich op ongewapende wijkagenten die in de lokale gemeenschap wonen en zich inzetten om diensten te verlenen aan burgers.1 Als onderdeel van het programma hebben deze agenten trainingen gekregen over mensenrechten en omgang met lokale gemeenschappen. Hiermee draagt het programma bij aan de bevordering van tolerantie binnen de gemeenschappen en aan het vertrouwen tussen autoriteiten en de lokale gemeenschap. Het programma werkt met pilots die lokaal worden uitgevoerd, waarna de politie de benadering zelf breder uit kan rollen.

Het programma heeft diverse positieve resultaten geboekt, zowel op nationaal als provinciaal niveau. Op nationaal niveau heeft het programma onder andere geresulteerd in een speciaal ontworpen mensenrechtenmodule die aan het standaardcurriculum voor community policing officers in heel Indonesië is toegevoegd. Ook in de specifieke interventiegebieden zijn de resultaten bemoedigend. Een evaluatie van de vorige fase van het programma2 laat zien dat de contacten tussen politie en bevolking frequenter en beter zijn. 70% van lokale bevolking in doelgebieden geeft aan positievere ervaringen te hebben gehad met politie door community policing. Daarnaast zijn in het kader van het pilotproject Community Policing Forums (CPFs) opgericht. De CPFs bieden een effectieve manier om de gemeenschap op provincie-, district-, sub-district- en dorpsniveau samen te brengen om ontwikkelingen in de gemeenschappen te bespreken. In veel van de gemeenschappen dienen CPFs als platform om (dreigende) conflicten binnen de gemeenschap op te lossen. IOM schat dat momenteel elke CPF elke maand ten minste vier conflicten bemiddelt. Hoewel het programma positieve resultaten heeft geboekt in Papua en de Molukken, is een duurzame cultuuromslag nodig om impact op de langere termijn te genereren.

De Nederlandse ambassade in Jakarta bespreekt het programma regelmatig met de Indonesische (lokale) politie, die eveneens aangeven dat relaties in lokale gemeenschappen zijn verbeterd door inzet van community policing. De Nederlandse mensenrechtenambassadeur bezocht tijdens zijn bezoek aan Indonesië in mei 2017 community policing projecten in Papua en de Molukken. Tijdens dit bezoek besprak hij met lokale autoriteiten het belang van verduurzaming van het IOM Community Policing Programme door middel van uitfasering van externe financiering en het overnemen van de aanpak door gemeenschappen en politie zelf – hetgeen nu succesvol gebeurt.

Zoals in mijn antwoord aan de Kamer op 16 maart 2018 (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 1575) uiteen is gezet, loopt de huidige Nederlandse bijdrage aan het Community Policing Programma van 2017 tot juli 2019. Het gaat om een bedrag van in totaal 1,96 mln. EUR. Hiervan is inmiddels 915.631 EUR besteed. Een evaluatie van de eerste fase bracht naar voren dat om de resultaten van het programma beter en duurzamer te bestendigen, voortzetting nodig was. Het programma is dan ook in 2017 verlengd met een nadruk op uitfasering van externe financiering en het overnemen van de benadering door gemeenschappen en politie zelf. De resultaten hiervan zijn tot dusver positief. Zo was van augustus 2017 tot april 2018 32,4% van de financiering van de activiteiten reeds afkomstig vanuit eigen bronnen (politie/lokaal bestuur). Daarnaast zijn in Papua en de Molukken inmiddels 173 CPFs opgezet door lokale partijen zelf. Het doel is uiteindelijk om alle CPFs volledig zelfstandig te laten opereren.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven