Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 december 2023
Met verwijzing naar het notaoverleg Mensenrechtenbeleid van 25 september jl. informeer
ik u – conform mijn toezegging aan uw Kamer en mede namens de Minister van Defensie
– over de stand van zaken van de uitvoering van de motie van Kamerlid Sjoerdsma c.s.
over o.a. het bekend stellen van het gegevensoverzicht van het Nederlands Instituut
voor Militaire Historie (NIMH) met gegevens van mogelijke slachtoffers in Nederlands-Indië/Indonesië
van standrechtelijke executies, verkrachtingen en mishandelingen door Nederlandse
militairen (Kamerstuk 26 049, nr. 101, 14 juni 2023).
In het kader van de schadevergoedingsregeling voor weduwen en kinderen van personen
in Nederlands-Indië/Indonesië die destijds zonder vorm van proces zijn geëxecuteerd
door Nederlandse militairen voert het NIHM historisch verificatieonderzoek uit. Het
NIMH is hierbij gestuit op namen van mogelijke slachtoffers (anders dan de claimant
waarvoor het onderzoek werd uitgevoerd) van standrechtelijke executies, van verkrachtingen
en mishandelingen. Die namen zijn verzameld in een onofficieel overzicht. Dit gegevensoverzicht
is niet gepubliceerd, maar wel sinds 2016 voor belanghebbenden bij het NIMH in te
zien.
In bovengenoemde motie is het kabinet verzocht dit gegevensoverzicht «proactief lokaal
bekend te stellen... binnen de juridische kaders zoals de privacywetgeving».
Het kabinet heeft de landsadvocaat gevraagd te adviseren over de privacy- en archiefrechtelijke
aspecten van verdere openbaarmaking van het gegevensoverzicht en/of onderdelen daarvan.
Dit advies wordt voor eind december 2023 verwacht.
Na ontvangst van het advies kan worden vastgesteld op welke manier uitvoering aan
de motie kan worden gegeven. Het kabinet geeft hierbij voorkeur aan een persoonlijke
en lokale aanpak boven brede publicatie van het gegevensoverzicht, zodat rekening
wordt gehouden met de via digitale middelen beperkte bereikbaarheid van de (hoog)bejaarde
doelgroep en de verwachting dat dit voor de nabestaanden een emotioneel beladen onderwerp
is.
In de motie wordt het kabinet ook verzocht «eventuele claims van slachtoffers van
martelingen en verkrachtingen in behandeling te nemen, conform eerdere rechtelijke
uitspraken over schadevergoedingen aan slachtoffers hiervan». Hoewel deze claims officieel
niet onder de regeling vallen, zullen individuele claims van slachtoffers van marteling
en verkrachting worden behandeld en beoordeeld met inachtneming van de eerdere rechterlijke
uitspraken op dit punt. De Staat heeft (nog) geen dergelijke claims ontvangen.
Als onderdeel van de bovengenoemde toezegging d.d. 25 september jl., ontvangt u hierbij
tevens kopie van de samengevoegde en vereenvoudigde schadevergoedingsregeling voor
weduwen en kinderen van personen in Nederlands-Indië/Indonesië die destijds zonder
vorm van proces zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen. Deze is op 29 december
2023 gepubliceerd in de Staatscourant en vervangt de twee separate schadevergoedingsregelingen
voor respectievelijk weduwen en kinderen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot