26 027
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het beroep in cassatie in strafzaken (uitsluiting beroep in lichte overtredingszaken en invoering verplichte schriftuur van een advocaat)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 11 november 1998

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel A, wordt «tweede lid» vervangen door: derde lid.

b. In onderdeel G vervalt onderdeel 1 en wordt onderdeel 2 vernummerd tot 1.

c. Na onderdeel I wordt ingevoegd een onderdeel Ia, luidende:

Ia

In artikel 455, tweede lid, wordt «435» vervangen door: 433.

B

Na artikel IV wordt ingevoegd een artikel IVa luidende:

ARTIKEL IVa

In artikel 36, eerste lid van de Wet Oorlogsstrafrecht wordt «artikel 465, tweede lid» vervangen door: artikel 467, eerste lid.

Toelichting

A

Onderdeel a

Bij Wet van 15 januari 1998, Stb.35 is artikel 399, tweede lid, vernummerd tot het derde lid. Het onderhavige wetsvoorstel is hiermee aangepast.

Onderdeel b

Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag al is aangegeven wordt door deze wijziging de beslissing om de ambtshalve cassatie af te schaffen weer ongedaan gemaakt en blijft de bestaande bevoegdheid van de strafkamer van de Hoge Raad om ambtshalve te casseren gehandhaafd.

Onderdeel c

Deze wijziging betreft een verwijzing die nog diende te worden aangepast.

B

De in de Wet Oorlogsstrafrecht voorkomende verwijzing naar artikel 465, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering diende nog te worden aangepast.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven