26 011
Wijziging van de Ziekenfondswet, de Wet tarieven gezondheidszorg en de Wet ziekenhuisvoorzieningen in verband met wijzigingen in de taak, samenstelling en werkwijze van de in die wetten geregelde bestuursorganen, alsmede wijziging van andere wetten in verband daarmee (uitvoeringsorganen volksgezondheid)

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID BUIJS

Ontvangen 30 oktober 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 1b als volgt gewijzigd:

A. Het eerste lid wordt vervangen door:

1. Het bestuur van het College bestaat uit een oneven aantal van ten hoogste negentien leden, onder wie de voorzitter, en een gelijk aantal plaatsvervangende leden.

B. Het tweede lid wordt vervangen door:

2. Onze Minister benoemt, schorst en ontslaat de voorzitter en acht van de overige leden. Benoeming vindt plaats op grond van de deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van de taken van het College alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. Van een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

C. Na het tweede lid wordt een nieuw derde lid ingevoegd, dat luidt:

3. Twee leden worden aangewezen door elk van de navolgende groepen van organisaties:

a. de naar het oordeel van Onze Minister algemeen erkende centrale en andere representatieve organisaties van werkgevers;

b. de naar het oordeel van Onze Minister algemeen erkende centrale organisaties van werknemers;

c. de naar het oordeel van Onze Minister representatieve organisaties van ziekenfondsen;

d. de naar het oordeel van Onze Minister representatieve organisaties van personen en instellingen, die een der in artikel 44 bedoelde vormen van hulp kunnen verlenen.

Twee leden worden aangewezen door de naar het oordeel van Onze Minister algemeen erkende organisaties die geacht kunnen worden de belangen van de verzekerden te behartigen, niet zijnde organisaties als in de vorige volzin bedoeld.

D. In het vierde lid wordt na «van het College» ingevoegd: , voor zover het de leden bedoeld in het tweede lid betreft,.

II

In artikel IV wordt na onderdeel V een nieuw onderdeel ingevoegd, dat luidt:

Va

Na artikel 49 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, dat luidt:

HOOFDSTUK VIIA. HET COLLEGE

Artikel 50

Voor de uitvoering van de taken van het College in het kader van deze wet wordt een door Onze Minister te bepalen aantal leden en plaatsvervangende leden aan het College toegevoegd.

Deze leden en plaatsvervangende leden worden aangewezen:

1°. door elk van de beide navolgende groepen van organisaties:

a. de naar het oordeel van Onze Minister representatieve organisaties van ziektekostenverzekeraars;

b. de naar het oordeel van Onze Minister representatieve organisaties van personen en instellingen die meer in het bijzonder zijn betrokken bij het verlenen van de zorg, bedoeld in artikel 6.

Onze Minister bepaalt het aantal leden en plaatsvervangende leden, dat door elke organisatie wordt aangewezen.

2°. door Onze Minister en Onze Minister van Binnenlandse Zaken uit de uitvoerende organen.

In het reglement, bedoeld in artikel 1c van de Ziekenfondswet, worden voorzieningen getroffen om te bereiken dat het aantal stemmen dat door elk van de vijf in artikel 1b, tweede en derde lid, eerste volzin, van de Ziekenfondswet bedoelde groeperingen in totaal kan worden uitgebracht, een gelijke waarde vertegenwoordigt.

Tevens worden daarbij voorzieningen getroffen om te bereiken dat het aantal stemmen dat door elk van de leden van de groeperingen, bedoeld in artikel 1b, derde lid, tweede volzin, van de Ziekenfondswet, kan worden uitgebracht, eenzelfde waarde vertegenwoordigt als het aantal stemmen dat door elk van de leden van de groeperingen, bedoeld in artikel 1b, tweede en derde lid, eerste volzin, onder a en b, van de Ziekenfondswet kan worden uitgebracht.

Voor de toepassing van deze bepaling worden de leden, aangewezen krachtens het hierboven bepaalde onder 1° sub a, en onder 2° geacht te behoren tot de groepering, bedoeld in artikel 1b, derde lid eerste volzin, onder c, van de Ziekenfondswet, en de leden aangewezen krachtens het hierboven bepaalde onder 1° sub b, tot de groepering, bedoeld in artikel 1b, derde lid eerste volzin, onder d van de Ziekenfondswet.

III

In artikel IV, onderdeel W, vervalt «50,».

Toelichting

Dit amendement beoogt voor het College voor zorgverzekeringen handhaving van de huidige bestuursopbouw van de Ziekenfondsraad met kroonleden én vertegenwoordigers van de zogenaamde representatief verklaarde organisaties van zorgverzekeraars, werkgevers, werknemers, zorgaanbieders en patiënten/consumenten (participatiemodel).

Buijs

Naar boven