25 969
Wijziging van de Drank- en Horecawet

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

Tekst van het voorstel van wet

Artikel I

Onderdeel B

In artikel 1 ontbrak in de omschrijving van slijtersbedrijf na het tweede «bedrijfsmatig»: of anders dan om niet.

In de aanhef van het derde lid is «en vijfde» vervangen door: , derde, vijfde, zevende en achtste.

Onderdeel H

Het derde lid van artikel 5a ontbrak.

Onderdeel Q

In artikel 14 ontbraken de woorden: of af te leveren, en ontbrak het woord: gesloten, voor «verpakking».

Onderdeel R

In onderdeel c van het tweede lid van artikel 15 ontbrak na «toegankelijke»: besloten.

Onderdeel S

In het tweede lid van artikel 15a is het woord «afnemers» vervangen door: particulieren, en luidde de tekst onder c: een slijtersbedrijf.

Het artikel kende een derde lid dat luidde:

3. Aflevering geschiedt in goed gesloten verpakking.

Onderdeel T

Artikel 16 luidde:

Artikel 16

1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank, rechtstreeks of indirect, te verstrekken aan personen jonger dan 18 jaar.

2. Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit of op een terras de aanwezigheid toe te laten van personen die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeren.

3. Het is verboden in een slijtlokaliteit de aanwezigheid toe te laten van personen jonger dan 18 jaar anders dan onder toezicht van een persoon van 21 jaar of ouder.

4. Bij gemeentelijke verordening kan worden verboden dat in de gemeente of een bij de verordening aangewezen deel daarvan, in een horecalokaliteit van een bij de verordening aangewezen aard de aanwezigheid wordt toegelaten van personen beneden een bij de verordening te bepalen leeftijd welke niet hoger mag zijn dan 21 jaar.

5. Op plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, dient op een duidelijk zichtbare plek, goed leesbaar, te worden aangegeven dat aan personen jonger dan 18 jaar geen alcoholhoudende dank wordt verstrekt. Onze Minister kan daartoe een model voorschrijven.

Onderdeel V

Het eerste lid, onderdeel a, van artikel 17a luidde:

a. op plaatsen waar brandstof voor middelen van vervoer aan particulieren wordt verstrekt of in winkels die aan een benzinestation zijn verbonden, dan wel zijn gelegen op het terrein behorend bij een benzinestation;

Onderdeel Y

In het tweede lid van artikel 21 is toegevoegd: slijtlokaliteit of.

Het artikel kende een derde lid dat luidde:

3. Het is verboden in een slijtlokaliteit, gedurende de tijd dat daarin dranken worden verstrekt, personen jonger dan 18 jaar dienst te laten doen.

In het tot derde lid vernummerde vierde lid is «eerste lid» vervangen door: eerste tot en met vierde lid.

Onderdeel MM

Onderdeel MM luidde:

MM

De artikelen 39, 40, 43, 44, 45, 46, 49, 50, 51 en 52 vervallen.

Onderdeel OO

Onderdeel OO luidde:

OO

In artikel 56 vervalt: «, een verklaring».

Onderdeel PP

Onderdeel PP luidde:

PP

Van artikel 60 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde tot tweede lid, terwijl in dat artikellid de woorden «of het tweede» vervallen.

Onderdeel QQ

Onderdeel QQ luidde:

QQ

De artikelen 61, 62, 63 en 65 tot en met 69 vervallen.

Onderdeel RR

Onderdeel RR ontbrak in deze vorm en bevatte de thans in onderdeel UU opgenomen wijziging van artikel 70.

Onderdeel SS

Onderdeel SS ontbrak in deze vorm en bevatte de thans in onderdeel VV opgenomen intrekking van de artikelen 71 en 72.

Onderdeel TT

Onderdeel TT luidde:

TT

Artikel 73 vervalt.

Onderdeel UU

Onderdeel UU was geletterd RR.

Onderdeel VV

Onderdeel VV was geletterd SS en luidde:

SS

De artikelen 71 en 72 vervallen.

Onderdeel WW

Onderdeel WW was geletterd UU.

Onderdeel XX

Onderdeel XX was geletterd VV.

Onderdeel YY

Onderdeel YY was geletterd WW.

Onderdeel ZZ

Onderdeel ZZ was geletterd XX.

Artikel IV

In het eerste lid is «OO» vervangen door: MM.

In het vierde lid is «SS» vervangen door: VV.

Memorie van toelichting

Algemeen

§ 1. Alcohol: gebruik en problemen

Waar aan het eind van de laatste volzin van de tweede alinea «meer dan het drievoudige is.» staat, stond «over die langere periode meer dan verdrievoudigd is.».

§ 2. Ontwikkelingen in de alcoholwetgeving

Waar in de eerste volzin van de vierde alinea «voorgaande twee» staat, stond: in de afgelopen.

De alinea, beginnend met de zin: «Onlangs heeft de Minister van Justitie het kabinetsplan van aanpak ...», en eindigend met de zin «Daarom is in dat plan ...», is toegevoegd.

§ 3. Bedrijfseffecten en gezondheidswinst

Waar in de eerste volzin van de tweede alinea «3200» staat, stond: 3000.

Waar in de tweede volzin van de tweede alinea «18 000» staat, stond: 20 000.

Waar in de voorlaatste volzin van de derde alinea «ontwerp-wetsvoorstel» staat, stond: wetsvoorstel.

De tekst van de laatste vier alinea's luidde:

Uit de bedrijfseffectentoets blijkt dat de maatregelen in dit wetsvoorstel bij volledige naleving zullen leiden tot ruim f 140,7 miljoen lagere consumentenbestedingen aan alcohol, hetgeen neerkomt op 1,4% van de totale alcoholomzet. De bestedingen aan alcoholvrije dranken nemen toe met f 116,9 miljoen per jaar. Het saldo ter grootte van f 23,8 miljoen zal naar verwachting geheel consumptief worden aangewend. De geschatte verschuiving in de werkgelegenheid is als volgt: 384 fte's minder in de horeca en 51 fte's meer in de detailhandel. Naar verwachting zal de bierproductie voor binnenlands gebruik dalen met f 48 miljoen, dat wil zeggen 0,9% van de jaaromzet. De frisdrankproductie stijgt met f 50 miljoen, dat wil zeggen 2,8% van de jaaromzet. Het totale effect op de werkgelegenheid in de gehele drankenindustrie zal derhalve zeer beperkt zijn.

De gezondheidseffectscreening raamt dat het wetsvoorstel leidt tot een daling van het aantal excessieve drinkers (naar verwachting ruim 10 000). Verder zal één consumentenleeftijdsgrens van 18 jaar leiden tot een matiging van het alcoholgebruik door jongeren in het algemeen, met name bij 14 en 15-jarigen. Daarnaast verwacht de gezondheidseffectscreening minder alcoholgebruik, specifiek bij verkeersdeelname, minder bedrijfsongevallen en minder bedrijfsschade als gevolg van fouten. Ik verwacht dan ook dat de bescheiden daling van de alcoholbestedingen met 1,4% maatschappelijk een meer dan proportioneel positief effect zal hebben.

§ 4. Hoofdelementen van het wetsvoorstel

De eerste volzin van de eerste opsomming na de derde alinea luidde: Eén consumentenleeftijdsgrens van 18 jaar voor de verkoop van alle alcoholhoudende dranken (zwak-alcoholhoudende dranken en sterke drank).

De tweede volzin van de eerste opsomming is toegevoegd.

Waar in de derde volzin van de eerste opsomming «de daaraan verbonden winkels.» staat, stond: winkels daarbij.

In de negende volzin van de eerste opsomming is toegevoegd: en slijterijen zonodig.

Waar in de tiende volzin van de eerste opsomming «functioneert.» staat, stond: zou functioneren.

Het onderdeel «Verplichte vaststelling van de vereiste leeftijden» luidde: Eén consumentenleeftijdsgrens

De tekst van de vierde tot en met twaalfde alinea van voornoemd onderdeel luidde:

De regering stelt dan ook voor te komen tot één consumentenleeftijdsgrens van 18 jaar voor de alcoholverstrekking. Thans mogen zwak-alcoholhoudende dranken (waaronder de eerder genoemde «alcopops») worden verstrekt aan personen van 16 jaar en ouder en sterke drank aan personen van 18 jaar en ouder. De voorgestelde normstelling werkt remmend en er gaat ook een duidelijke signaalfunctie van uit. Dat is vanuit een oogpunt van jeugdbescherming van groot belang. Immers, hoe jonger men (veel) gaat drinken, des te groter is de kans op het (eerder) ontstaan van alcoholproblemen. Oók is een feit dat alcoholgebruik door jongeren, vaker dan bij ouderen, leidt tot agressief gedrag en vandalisme. Een andere overweging voor dit voorstel is vergroting van de verkeersveiligheid (rijden onder invloed op brommers). Bovendien zijn er ook positieve neveneffecten in de sfeer van de drugspreventie. Als jongeren namelijk op hogere leeftijd gaan drinken en roken, is de kans dat zij soft drugs gaan gebruiken kleiner. Daarom ook is in de Verenigde Staten vermindering van het gebruik van alcohol en tabak door minderjarigen de allerhoogste prioriteit van de «National Drug Control Strategy». De verhoging van de minimum-leeftijdsgrens voor het verstrekken van zwak-alcoholhoudende dranken moet derhalve zeker niet alleen worden gezien als een belangrijk signaal, maar veeleer als een noodzakelijke maatregel, gezien de ontwikkelingen in het drankgebruik onder jongeren.

Overigens moet hier benadrukt worden dat het voorgestelde verbod niet impliceert dat minderjarigen niet zouden mogen drinken, bijvoorbeeld in de huiselijke kring of op een feestje van vrienden. Dat is dan namelijk de verantwoordelijkheid van de ouders, opvoeders of andere volwassenen. Het gaat immers om een verbod op de commerciële verstrekking aan minderjarigen voor gebruik ter plaatse of elders.

De naleving en handhaving van de 18-jaar grens zal niet onder alle omstandigheden optimaal kunnen zijn. Echter, de naleving van de huidige 16/18 jaar-grenzen laat óók te wensen over, zodat dit argument weinig zelfstandige betekenis heeft. Verhoging van de consumentenleeftijdsgrens tot 18 jaar wordt, zo blijkt uit landelijk NIPO-onderzoek (1997), gesteund door 70% van de bevolking van 16 jaar en ouder. Wel is duidelijk dat naleving van de nieuwe norm een grotere handhavingsinspanning vereist, zoals dit ook het geval zal moeten zijn ten aanzien van de handhaving van deze leeftijdsgrens met betrekking tot coffeeshops, speelautomaten en tabaksverkoop. Daartoe wordt inmiddels een handhavingsarrangement voorbereid.

Uit de gezondheidseffecttoetsing kwam naar voren dat één grens van 18 jaar al vrij snel effect zal hebben omdat het, zelfs zonder extra handhavingsinspanning, al matigend zal werken richting 14- en 15-jarigen. Immers, het verschil tussen een 14- en 18 jarige is nu eenmaal duidelijker dan (nu) tussen een 14- en 16-jarige. De positieve werking op 16- en 17-jarigen zal pas over een paar jaar merkbaar zijn.

Qua bedrijfseffecten verwacht de bedrijfseffectentoets op dit punt een aanmerkelijke daling van het alcoholgebruik onder jongeren en een stijging van de omzet van frisdranken. De verwachte afname van de verkoop van alcoholhoudende dranken is f 102 miljoen, de verwachte stijging van frisdrankverkoop is f 68 miljoen.

De maatregel zal voorts leiden tot een omzetstijging van f 17 miljoen in de detailhandel, door substitutie uit de horeca. Bij deze aannames is overigens wel uitgegaan van 100% naleving.

In een beleid vooral gericht op het verminderen van het drankgebruik en het drankmisbruik onder jeugdigen, beschouwt het kabinet een leeftijdsgrens van 18 jaar als een onmisbaar element. Eén consumentenleeftijdsgrens van 18 jaar levert duidelijk maatschappelijk voordeel op, dat zwaarder weegt dan het bedrijfseffect en het nadeel van de lastige handhaafbaarheid. Bovendien komt zodoende harmonisatie tot stand, niet alléén voor de alcoholverstrekking, maar ook voor de verstrekking van andere genotmiddelen (huidige 18 jaar grens voor aanwezigheid in coffeeshops, casino's en speelautomatenhallen, alsmede vigerende grens voor krasloten en voorgenomen grens voor tabaksverkoop en gokkasten). Daardoor vergroot het hanteren van één leeftijd uiteindelijk de handhaafbaarheid.

Het onderdeel «Toegangseis van 16 jaar voor grote dansgelegenheden, zoals discotheken» is toegevoegd.

Waar in de titel van het onderdeel «Een verbod op het verstrekken van zwak-alcoholhoudende dranken in benzinestations en daaraan verbonden winkels» staat «daaraan verbonden winkels», stond: winkels daarbij.

Waar in de eerste volzin van de eerste alinea van dit onderdeel «daaraan verbonden winkels» staat, stond: winkels daarbij.

Aan het eind van de laatste zin van de eerste alinea van dit onderdeel is de zinsnede «, dan wel zijn gelegen op het terrein behorend bij een benzinestation.» vervallen.

Waar in de eerste volzin van de voorlaatste alinea van het onderdeel «Een verbod op het verstrekken van alcohol in personeelskantines en bedrijfsrestaurants» staat «gebruikelijke», stond: normale.

In de tweede alinea van het onderdeel «Bestuursreglement omtrent sociale hygiëne in de niet-commerciële horeca»ontbrak de laatste zin.

Het onderdeel «Wettelijke grondslag voor verhoging leeftijd personeel horeca en slijterijen naar 18 jaar» luidde:

Verhoging leeftijd personeel slijterijen naar 18 jaar en grondslag voor verhoging leeftijd personeel horeca naar 18 jaar

Het voorstel de leeftijd voor het personeel in slijterijen te verhogen tot 18 jaar hangt onlosmakelijk samen met de eerder gemotiveerde maatregel te komen tot een minimum consumentenleeftijdsgrens van 18 jaar.

Omdat een 18 jaar-grens voor personeel in de horeca problemen zou geven, blijft voor de horeca de leeftijdsgrens voor personeel op 16 jaar. In de wet is echter de mogelijkheid opgenomen bij algemene maatregel van bestuur de minimumleeftijdsgrens van het personeel in de horeca op 18 jaar te stellen als dit nodig blijkt in verband met een goede naleving van de nieuwe minimum consumentenleeftijd. Een leeftijdsverschil tussen dat van het personeel en dat van de gasten in de horeca kan problemen oproepen. Het kan (te) moeilijk blijken voor 16- en 17-jarigen het verstrekken van alcoholhoudende drank aan leeftijdgenoten te weigeren. Blijkt dit in zijn algemeenheid een probleem, dan zal van de mogelijkheid bij algemene maatregel van bestuur de leeftijd op 18 jaar te stellen gebruik worden gemaakt. Daarbij is een uitzondering gemaakt voor het leerlingwezen, want het opdoen van praktijkervaring voor een latere échte baan moet mogelijk blijven.

In de laatste volzin van de laatste alinea van het onderdeel «Grondslag voor reclamebeperking» ontbrak: en andere modieuze dranken.

§ 5. Consultatie van betrokken organisaties

In de voorlaatste volzin van de tweede alinea ontbrak: (thans gefuseerd en onderdeel van GGZ Nederland).

Waar aan het eind van deze paragraaf de passage, beginnend met de zin «Het voornaamste bezwaar ...», en eindigend met de zin «Daarentegen heeft het pleidooi ...», staat, stond: Hun hoofdpunten van kritiek zijn niet gevolgd, daar dit de effectiviteit van het wetsvoorstel zou aantasten.

§ 6. Handhaving en bestuurlijke boeten

De eerste vijf volzinnen van de tweede alinea vervangen een passage die luidde:

Maar, zoals al eerder gememoreerd, concludeerde de werkgroep die belast was met de toetsing, dat verhoging van de leeftijdsgrens voor zwak-alcoholhoudende drank van 16 naar 18 jaar de handhaafbaarheid in negatieve zin zal beïnvloeden (grotere doelgroep). Anderzijds heeft de werkgroep gesteld dat één leeftijdsnorm voor álle alcoholhoudende dranken, die bovendien even hoog zal zijn als die voor de verstrekking van andere genotmiddelen, de handhaving vereenvoudigt.

Aangezien het onwenselijk is dat wettelijke regels worden geïntroduceerd die al te zeer symboolwerking hebben en een redelijke mate van handhaving van de leeftijdsgrens onder meer uit een oogpunt van gezondheids- en jeugdbescherming noodzakelijk is, is een handhavingsarrangement tot stand gebracht. Daarbij is onder meer samengewerkt met het ministerie van Binnenlandse Zaken, het ministerie van Justitie, het openbaar ministerie, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de inspectie gezondheidsbescherming. Het gaat hierbij ook om de leeftijdsgrenzen van 18 jaar voor soft drugs, tabak en gokkasten.

De essentie is dat de controle zal worden geïntensiveerd. Dat kan onder meer via regulier toezicht door de keurmeesters van de inspectie gezondheidsbescherming, de inzet van stadswachten en wijkteams onder regie van en door de politie, een grotere bijdrage vanuit de economische controledienst, alsmede een betere samenwerking tussen deze diensten. Een en ander moet per regio leiden tot een vooraf vast te stellen gemiddeld aantal controles van de verkooppunten voor alcohol, tabak, soft drugs en kansspelen. Daarbij is synergie te verwezenlijken.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel B

Daar waar in de voorlaatste volzin van de voorlaatste alinea «, derde, vijfde, zevende en achtste» staat, stond: en vijfde.

Daar waar in de slotzin van de voorlaatste alinea «die in kennelijke staat zijn of van wie niet is vastgesteld dat zij de vereiste leeftijd hebben bereikt, dan wel» staat, stond: beneden de 18 jaar of.

Onderdeel N

De passage in het midden van dit onderdeel beginnend met «Artikel 11 bevat thans een uitzondering ...» en eindigend met «... en in het belang is van de volksgezondheid.» is toegevoegd.

Onderdeel Q

De laatste zin ontbrak.

Onderdeel R

De laatste alinea is toegevoegd.

Onderdeel T

De tekst luidde:

In het algemeen deel van de toelichting is reeds aangegeven waarom de minimum-leeftijdsgrenzen van personen aan wie zwak-alcoholhoudende of sterke drank mag worden verstrekt gelijk worden getrokken. Het eerste lid strekt daartoe. Niet alleen de directe verkoop aan jongeren onder 18 jaar is verboden, maar ook de indirecte. Dit maakt de effectiviteit van de regeling groter, aangezien daarmee onder het verbod ook valt het verkopen aan jongeren vanaf 18 jaar, die de drank duidelijk bestellen voor jongeren aan wie die drank niet mag worden verstrekt. Het zal dus bijvoorbeeld niet zo kunnen zijn dat «volwassenen» met dienbladen vol alcoholhoudende drank heen en weer lopen naar tafeltjes met jongeren die duidelijk nog geen 18 zijn.

De gemeentelijke bevoegdheid van het huidige vierde lid, onder a, komt te vervallen voor zover deze betrekking heeft op het verstrekken van alcoholhoudende drank aan jeugdigen. Deze bepaling biedt gemeenten thans de mogelijkheid binnen zekere marges (een hogere leeftijd dan 16 respectievelijk 18, maar niet boven de 21 jaar) de leeftijdsgrenzen voor personen aan wie alcoholhoudende drank wordt verstrekt, op te trekken. Van deze mogelijkheid wordt nauwelijks gebruik gemaakt. De gemeentelijke bevoegdheid van het vierde lid, onder b, die inhoudt dat de aanwezigheid van personen jonger dan 21 jaar in bepaalde horecagelegenheden kan worden verboden, blijft in het voorgestelde vierde lid gehandhaafd. Gebleken is, dat in horecalokaliteiten evenementen plaatsvinden met het oog waarop gemeenten behoefte hebben leeftijdsgrenzen te stellen. Gedacht kan worden aan een minimumleeftijd om toegelaten te worden tot houseparties en andere grootschalige dansfeesten. Voorzover echter houseparties worden gegeven in andere gelegenheden dan inrichtingen of in inrichtingen van een niet in de gemeentelijke verordening vermelde aard, kan de gemeente op grond van deze wet geen leeftijdsgrenzen vaststellen.

Het huidige vijfde lid is niet meer opgenomen uit een oogpunt van deregulering. In de praktijk is van dit lid nauwelijks gebruik gemaakt.

Toegevoegd is een nieuw vijfde lid, dat bepaalt dat op elke plek waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt een goed leesbaar bord moet zijn opgehangen, waarop staat vermeld dat aan jongeren onder de 18 geen alcoholhoudende drank wordt verstrekt.

Onderdeel V

In de tweede alinea aan het eind van de eerste volzin stond na het woord «winkels»: daarbij.

De rest van de tweede alinea luidde:

Dit om te voorkomen dat door assortimentsuitbreiding bij benzinestations of de vestiging van winkels daarbij, de verkoop toch mogelijk zou zijn. Dit betekent dat in winkels waarin anders ingevolge artikel 15 wel zwak-alcoholhoudende drank mag worden verkocht deze verkoop is verboden als zij aan een benzinestation zijn verbonden, dan wel zijn gelegen op een terrein behorend bij een benzinestation. Het verbod geldt, gezien de omschrijving, niet in de gevallen waar de brandstofverstrekking duidelijk een secundaire dienstverlening aan het winkelende publiek is.

De derde alinea is toegevoegd.

Onderdeel Y

Waar in de tweede volzin van de eerste alinea «verantwoordelijkheid» staat, stond: verantwoording.

De tweede en derde alinea luidden:

Aan de in het huidige tweede lid opgenomen gemeentelijke bevoegdheid een hogere leeftijd dan de wettelijke voor personeel in de horeca of slijterij (thans 16 jaar) vast te stellen, bestaat voor wat betreft de horeca geen behoefte meer nu de mogelijkheid tot verhoging van de leeftijd daar in algemene zin geregeld is. Ten aanzien van slijterijen kan de bepaling worden gemist, aangezien daar de leeftijd is verhoogd tot 18 jaar. Bovendien wordt door gemeenten van deze bevoegdheid in de praktijk nauwelijks gebruik gemaakt. Het huidige tweede, derde en vierde lid van artikel 21 kunnen dan ook vervallen.

In het voorgestelde nieuwe tweede lid wordt bepaald dat de minimum-leeftijd voor dienstdoend personeel in de horeca 16 blijft. In het slijtersbedrijf is in verband met de minimum consumentenleeftijd van 18 jaar de eis gesteld dat ook het personeel tenminste 18 jaar moet zijn. Het nieuwe vierde lid bepaalt dat als dat voor de naleving van de nieuwe consumentenleeftijdsgrens van 18 jaar noodzakelijk is, de minimum-leeftijd van het personeel in de horeca bij algemene maatregel van bestuur op 18 jaar kan worden gesteld, waarbij dan een uitzondering geldt voor jongeren die een in die maatregel aan te geven officiële beroepsopleiding volgen. Het betreft op dit moment de opleiding, bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en in de Wet op het Cursorisch Beroepsonderwijs.

Onderdeel AA

Waar in het begin van de tweede volzin «tweede» staat, stond: derde.

Onderdeel CC

In de eerste volzin van de tweede alinea is toegevoegd: de tweede volzin van.

Onderdeel MM

De eerste twee volzinnen van de vijfde alinea luidden:

De artikelen 45 en 46 kunnen vervallen omdat het goedkeuringsrecht van gedeputeerde staten niet zo veel toegevoegde waarde heeft dat dit gehandhaafd zou moeten worden. De beleidslasten wegen niet op tegen de baten die de goedkeuringsprocedure meebrengt.

De laatste drie volzinnen van de vijfde alinea en de laatste twee volzinnen van de zesde alinea zijn toegevoegd.

Onderdelen QQ en TT

De aanhef en de tekst luidden:

QQ (artikelen 61, 62, 63 en 65 tot en met 69)

De artikelen 61, 62, 63, en 65 tot en met 68 komen te vervallen. Door het van toepassing verklaren van de Wet op de economische delicten zijn deze bepalingen niet meer nodig. Artikel 69 kan vervallen, omdat de daarin opgenomen begrippen worden geïncorporeerd in de tekst van artikel 70, wat de enige bepaling is waarin zij worden gebruikt.

Onderdeel RR

De aanhef en de tekst luidden:

RR (artikel 70)

Zoals in de toelichting op onderdeel QQ reeds is vermeld is de tekst van artikel 69 met enige tekstuele aanpassingen, in dit artikel opgenomen.

Onderdeel TT

De tekst is toegevoegd.

Onderdeel UU

De tekst is gelijk aan die van het tot UU vernummerde onderdeel RR, met dien verstande dat QQ is gewijzigd in TT.

Onderdeel VV

De aanhef luidde:

SS (artikelen 71 en 72)

De derde alinea is toegevoegd.

Onderdeel ZZ

De aanhef en tekst luidden:

TT en XX (artikelen 73, 81 tot en met 84, 85a en 87)

Met de tijd die is verstreken sedert de inwerkingtreding van de huidige Drank- en Horecawet op 1 november 1967 is een aantal artikelen dat betrekking had op het overgangsrecht van deze wet uitgewerkt. Dit geldt onder meer voor artikel 73. Net als de artikelen 81, 82, 83, 84, 85a en 87, die vervallen bij onderdeel XX, heeft artikel 73 geen praktische betekenis meer. Er zijn geen personen of inrichtingen bekend voor wie of welke deze artikelen thans nog van toepassing zijn. Voorgesteld wordt derhalve deze overgangsartikelen te laten vervallen.

Artikel II

Waar in de tweede volzin «VV» staat, stond: SS.

Artikel IV

In de eerste volzin is na «te bereiken dat» toegevoegd: in.

Naar boven