nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID RABBAE
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de considerans wordt «voor deurwaarders» vervangen door:
voor de gerechtsdeurwaarders.
II
In artikel I, onderdeel A, onder a, wordt «, gerechtsdeurwaarders
en belastingdeurwaarders» vervangen door: en gerechtsdeurwaarders.
III
Artikel II, onderdeel aA, vervalt.
IV
Artikel II, onderdeel C, vervalt.
Toelichting
De positie van de belastingdeurwaarder is een wezenlijk andere dan die
van een gerechtsdeurwaarder, aangezien de eerste zich moet richten naar de
aanwijzingen die hem door of vanwege de minister, het college van gedeputeerde
staten, het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur
van het waterschap worden gegeven. Dat betekent dat met het voorliggende wetsvoorstel
de belangenafweging die vooraf moet gaan aan de beslissing tot binnentreden
tegen de wil van de bewoner, geheel in handen komt te liggen van het bestuursorgaan
dat belang heeft bij dat binnentreden. Gelet op het grote belang dat aan bescherming
van de persoonlijke levenssfeer in het algemeen, en op bescherming van het
huisrecht in het bijzonder moet worden gehecht, is dit een onwenselijke situatie.
Met dit amendement wordt het thans geldende machtigingsvereiste voor de belastingdeurwaarder
in stand gelaten. De onderdelen I en II van het amendement strekken daartoe.
De onderdelen III en IV regelen als uitvloeisel hiervan dat de
belastingdeurwaarder niet wordt uitgezonderd van de in artikel 11, eerste
lid, van de Algemene wet op het binnentreden opgenomen verplichting, een verslag
te zenden aan degene die de machtiging heeft gegeven.
Indien dit amendement wordt aangenomen wordt in het opschrift «voor
deurwaarders» vervangen door: voor gerechtsdeurwaarders.
Rabbae