25 927
Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende tot vervanging van de mogelijkheid van beroep in cassatie door de mogelijkheid van hoger beroep, alsmede het aanbrengen van enige andere wijzigingen (vervanging in Mulderzaken van beroep in cassatie door hoger beroep bij het gerechtshof Leeuwarden)

nr. 11
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 januari 1999

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

In het voorgestelde derde lid wordt na «handelingen en beslissingen» ingevoegd: van de kantongerechten en.

Toelichting

Het wetsvoorstel beoogt onder andere de werkbelasting van de strafkamer van de Hoge Raad te verminderen door niet langer cassatieberoep open te stellen in Mulderzaken. De uitsluiting van dit cassatieberoep is in het wetsvoorstel neergelegd in het nieuwe derde lid bij artikel 95 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Van de zijde van de Hoge Raad is mij de suggestie gedaan om de huidige formulering van het derde lid aan te scherpen door uitdrukkelijk de kantongerechten daarin op te nemen. Daarmee is, geheel in de lijn van het wetsvoorstel, de uitsluiting van cassatieberoep buiten iedere twijfel gesteld ook indien tegen de beslissing van het kantongerecht geen hoger beroep openstaat. Tevens is daarmee buiten iedere twijfel gesteld dat de procureur-generaal een eis tot cassatie «in het belang der wet» in kan stellen tegen de beslissing van het kantongerecht indien daartegen geen hoger beroep openstaat.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven