25 926
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Beroepswet, de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op de Raad van State, de Wet op de studiefinanciering en de Wet tarieven in burgerlijke zaken ter verhoging van de opbrengst van de griffierechten (verhoging van de opbrengst van griffierechten)

nr. 6
VERSLAG

Vastgesteld 26 mei 1998

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van het voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

1. Algemeen

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Het wetsvoorstel bevat een aantal voorstellen tot verhoging van de opbrengst van de griffierechten met circa f 30 miljoen per jaar. Het wetsvoorstel bevat daartoe een herijking van de tarieven en een generieke verhoging van de griffierechten met 7,5%. De leden van de fractie van D66 hebben met name moeite met dit laatste voorstel. Met de regering zijn deze leden van mening dat het redelijk kan zijn dat degene die een beroep doet op de rechter een deel van de daaraan verbonden kosten zelf draagt. Wel stellen deze leden als voorwaarde dat een verhoging van het griffierecht er niet toe leidt dat voor bepaalde groepen belanghebbenden de toegang tot de rechter in gevaar komt. Dit recht op toegang is immers in de Grondwet en het EVRM verankerd. Door een combinatie van griffierechtverhogingen en de eigen bijdrage voor de rechtshulp mag geen onoverkomelijk hoge financiële drempel worden opgeworpen. De onderzoeksresultaten naar de effecten van de Wet op de Rechtsbijstand geven naar de mening van de leden van de fractie van D66 eerder aanleiding voor maatregelen ter verlaging van de financiële drempel. Is de rechtspraak voor de minder draagkrachtige tot en met de middeninkomens nog wel toegankelijk door deze hoge financiële drempels? De leden van de fractie van D66 willen hierop graag een uitgebreide reactie van de regering.

Voorts vragen deze leden de regering in te gaan op het volgende: bestaat er een kans dat door de verhoging van de griffierechten met 7,5% justitiabelen zullen afzien van het inschakelen van een advocaat om hen in rechte bij te staan, teneinde de griffierechten te kunnen betalen? Hoe verhoudt zich dat tot de aanbeveling van de commissie Leemhuis in het rapport «Rechtspraak bij de tijd» om meer geld uit te trekken voor de rechtsbijstand teneinde de kwaliteit daarvan te bevorderen? Zou een dergelijke ontwikkeling niet verderop in de keten tot problemen kunnen leiden?

Verder verzoeken deze leden de regering uiteen te zetten wat het commentaar is van de NOVA, de NVVR, de VVR en de VSAN op deze voorstellen? Zijn de gevolgen van de verhoging van de griffierechten met deze organisaties besproken?

Op alle griffierechten is een verhoging met 7,5% toegepast. Kan de regering nader toelichten waar dit percentage op is gebaseerd? Bij de bepaling van de hoogte van de te heffen griffierechten is de ontwikkeling van het prijsniveau van belang, aldus de regering in de memorie van toelichting. Is in dit percentage van 7,5% ook een indexering opgenomen?

Het wetsvoorstel voorziet thans in een dekking van f 30 miljoen in plaats van f 37 miljoen. De tarieventaakstelling van f 37 miljoen wordt dus niet geheel in dit wetsvoorstel uitgewerkt, aldus de memorie van toelichting. Zijn er andere wetsvoorstellen in voorbereiding om het resterende bedrag uit te werken? Waarom is niet met het wetsvoorstel gewacht op de bevindingen van de ambtelijke werkgroep die onder andere tot taak heeft de transparantie van de huidige griffierechtregelingen te verbeteren en de uitvoeringslast van het huidige systeem te verminderen?

Verwacht de regering dat de taakstelling van f 30 miljoen wordt gehaald? Het zaaksaanbod stabiliseert immers op dit moment. Is rekening gehouden met een verminderde griffierechtopbrengst als gevolg van de reductie voor minder draagkrachtigen? De leden van de fractie van D66 achten het tevens zeer goed mogelijk dat de ontvangsten uit griffierechten lager zullen uitvallen door vraaguitval als gevolg van de voorgestelde tariefsverhogingen. Zijn er betrouwbare gegevens voorhanden om de vraagreductie te kunnen bepalen? Zal de verhoging van het griffierecht niet een grotere weerstand om te betalen oproepen, waardoor de inningskosten stijgen?

2. Artikelsgewijze behandeling

Artikel IV

Wat is de verwachte opbrengst van het voorgestelde vierde lid van artikel 57b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zo vragen de leden van de D66-fractie.

Artikel VIII

De wijziging voorgesteld in artikel VIII, onderdeel A (artikel 2, eerste lid van de Wet tarieven burgerlijke zaken) komt overeen met een voorstel uit het rapport «Grenzen van het Griffierecht». In het rapport wordt bij de verwachte opbrengst als gevolg van deze maatregel geen bedrag genoemd, omdat nader onderzoek vereist zou zijn. Kan de regering het bedrag dat zij noemt in de bijlage nader toelichten, zo vragend de leden van de D66-fractie.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Swildens-Rozendaal

De griffier van de commissie,

Pe


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Korthals (VVD), Van de Camp (CDA), Swildens-Rozendaal (PvdA), fungerend voorzitter (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van Heemst (PvdA), Rabbae (GroenLinks), J. M. de Vries (VVD), Van Oven (PvdA), Dittrich (D66), Verhagen (CDA), Rouvoet (RPF), B. M. de Vries (VVD), Van Boxtel (D66).

Plv. leden: Van den Berg (SGP), Van Blerck-Woerdman (VVD), Mijnissen (SP), Wagenaar (PvdA), Feenstra (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Rehwinkel (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Biesheuvel (CDA), Rijpstra (VVD), Middel (PvdA), Passtoors (VVD), Van den Doel (VVD), Weisglas (VVD).

Naar boven