25 926
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Beroepswet, de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op de Raad van State, de Wet op de studiefinanciering en de Wet tarieven in burgerlijke zaken ter verhoging van de opbrengst van de griffierechten (verhoging van de opbrengst van griffierechten)

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 23 april 1998

Tijdens het algemeen overleg met de vaste commissie voor Justitie over de rechtsbijstand op 12 maart 1998 heeft de Staatssecretaris van Justitie toegezegd Uw Kamer te informeren over het onderzoek naar de griffierechten.

Over dit onderzoek kan ik u het volgende mededelen.

Bij koninklijke boodschap van 12 maart 1998 is bij Uw Kamer ingediend het voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Beroepswet, de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op de Raad van State, de Wet op de studiefinanciering en de Wet tarieven in burgerlijke zaken.

Dit wetsvoorstel bevat een aantal bijstellingen van de griffierechten.

De voorgestelde maatregelen houden deels een generieke griffierechtverhoging in, deels de invoering van nieuwe griffierechten en een wijziging van de grondslag van bestaande griffierechten. Bij die laatste wijzigingen is uitdrukkelijk rekening gehouden met de mate waarin de heffing van het griffierecht voor op dat punt kwetsbare groepen een drempel voor de toegang tot de rechter vormt.

In dit wetsvoorstel worden de griffierechten, waarmede de laagste inkomenscategorieën meestal worden geconfronteerd, dan ook niet substantieel verhoogd. Om die reden is voorgesteld ook zaken met betrekking tot de Wet individuele huursubsidie onder het lage tarief te brengen. Voorts is waar mogelijk gestreefd de hoogte van het griffierecht te relateren aan het gewicht van de betreffende zaak.

Ook als rekening wordt gehouden met de opbrengst van dit wetsvoorstel blijft er sprake van een tekort in de opbrengstenramingen.

Om deze reden is begin 1998 een ambtelijke werkgroep in het leven geroepen om te onderzoeken of op het gebied van de griffierechtopbrengsten aanvullende maatregelen mogelijk zijn.

Bij haar eventuele voorstellen zal de werkgroep rekening houden met de positie van minder draagkrachtigen en de effecten van de voorstellen op de toegang tot de rechter in het algemeen. De werkgroep streeft er bij haar voorstellen tevens naar de transparantie van de huidige griffierechtregelingen te verbeteren en de uitvoeringslast van het huidige systeem te verminderen.

Volgens programma zal de werkgroep deze zomer aan mij rapport uitbrengen. Eventuele uit genoemd rapport voortvloeiende voornemens zullen u zo spoedig mogelijk nadien worden voorgelegd.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven