25 900
Wijziging van de Algemene nabestaandenwet in verband met gebleken onbillijkheden

nr. 18
MOTIE VAN HET LID MEYER C.S.

Voorgesteld 16 april 1998

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het kabinet geen aanvullende regeling voorstelt voor iemand die zich niet particulier kan verzekeren gezien zijn gezondheidstoestand;

constaterende, dat het kabinet iemand onder andere als onverzekerbaar beschouwd indien een overlijdensrisicoverzekering wordt geaccepteerd tegen een premie die 2,5 keer hoger is dan de premie voor een persoon zonder gezondheidsrisico's;

van mening, dat deze factor 2,5 te hoog kan zijn in relatie tot het inkomen;

verzoekt de regering een zodanige regeling te treffen dat meer recht wordt gedaan aan de verhouding inkomen en premiehoogte,

en gaat over tot de orde van de dag.

Meyer

Bijleveld-Schouten

Rosenmöller

Naar boven