
Kamerstuk
25 900
Wijziging van de Algemene nabestaandenwet in verband met gebleken onbillijkheden
nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID ROSENMÖLLER C.S.
Ontvangen 14 april 1998
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel F vervalt.
In onderdeel L wordt «artikel 17, tweede of derde lid» vervangen door: artikel 17, tweede lid.
In onderdeel O, punt 4, wordt het voorgestelde negende lid van artikel 67 vervangen door:
9. In afwijking van het derde lid wordt de nabestaandenuitkering van de persoon, bedoeld in het eerste lid, die op de dag van inwerkingtreding van deze wet een gezamelijke huishouding voert ten behoeve van de verzorging van een hulpbehoevende en deze gezamenlijke huishouding nog steeds voert op 31 december 1997, zodanig vastgesteld dat de netto nabestaandenuitkering gelijk is aan 70% van het netto-minimumloon.
Dit amendement beoogt de «verzorgingsuitkering» op 70% van het WML te brengen. Onderdeel I regelt dit voor degenen die op het moment van inwerkingtreding van de ANW een gezamelijke huishouding voeren ten behoeve van de verzorging van een hulpbehoevende. Onderdeel III
ziet op toekomstige gevallen van samenwoning met het oog op verzorging van een hulpbehoevende.
Rosenmöller
Bijleveld-Schouten
Van Dijke
Van der Vlies
Van Middelkoop
Marijnissen
R. A. Meyer