25 891 (R 1609)
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap

nr. 30
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VERHAGEN EN DITTRICH TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 23

Ontvangen 17 februari 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel P, wordt aan artikel 15, eerste lid, onder wijziging van de punt aan het slot van onderdeel d in een puntkomma, een onderdeel toegevoegd:

e. indien hij zich vrijwillig in vreemde krijgsdienst begeeft van een staat die betrokken is bij gevechtshandelingen tegen het Koninkrijk dan wel tegen een bondgenootschap waarvan het Koninkrijk lid is.

Toelichting

De situatie tijdens de Kosovocrisis heeft aangetoond dat het schrappen van de verliesbepaling wanneer men als Nederlander in vreemde krijgsdienst treedt dient te worden herzien. Tijdens de Kosovocrisis is aan de orde geweest dat voormalig Joegoslaviërs die inmiddels (al dan niet uitsluitend) over de Nederlandse nationaliteit beschikten naar hun voormalige vaderland zouden afreizen met het oogmerk zich te voegen bij de strijdkrachten aldaar. Een dergelijke gang van zaken kan zich in de toekomst herhalen. Met dit amendement wordt duidelijk gemaakt dat het zich vrijwillig begeven in vreemde krijgsdienst niet verenigbaar is met het bezit van de Nederlandse nationaliteit. Dit geldt op het moment dat de vreemde mogendheid in gevechtshandelingen betrokken raakt tegen (onder meer) het Koninkrijk dan wel tegen een bondgenootschap waarvan het Koninkrijk lid is. Niet noodzakelijk is dat de betrokkene zelf gevechtshandelingen verricht tegen het Koninkrijk.

Verhagen

Dittrich

Naar boven