25 891 (R 1609)
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap

nr. 28
AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA

Ontvangen 17 februari 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel H, wordt artikel 6, eerste lid, als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel c wordt de zinsnede «een onafgebroken periode van tenminste drie jaren» vervangen door: gedurende een onafgebroken periode van ten minste een jaar.

B. In onderdeel d wordt de zinsnede «een onafgebroken periode van tenminste drie jaren» vervangen door: gedurende een onafgebroken periode van ten minste een jaar.

Toelichting

Het creëren van een wachttermijn van drie jaar voor kinderen die zijn erkend of gewettigd door een Nederlander of onder gezag staan van een Nederlander, verhoudt zich niet tot het uitgangspunt in artikel 6 van het Europese Nationaliteitsverdrag dat erkende kinderen van rechtswege de nationaliteit van de ouders behoren te krijgen. De termijn betekent ook een ongelijke behandeling ten opzichte van geadopteerde kinderen, ondanks de stelling van de staatssecretaris in zijn brief van 11 oktober 1999 dat erkenning vergeleken kan worden met adoptie. Het is niet wenselijk en disproportioneel om een zo ingrijpende maatregel voor alle erkende kinderen en kinderen onder gezamenlijk gezag in te voeren ter bestrijding van een klein aantal mogelijke misbruikers. Ter voorkoming van fraude zijn eind 1993 al maatregelen getroffen. Daarnaast doet de termijn afbreuk aan de intentie van de regering om de rechtsgevolgen van gezamenlijk gezag aanzienlijk uit te breiden, onder andere om de behoefte aan adoptie te doen verminderen.

Halsema

Naar boven