nr. 26
AMENDEMENT VAN HET LID DITTRICH
Ontvangen 17 februari 2000
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel J, wordt artikel 8, eerste lid, onderdeel d, vervangen
door:
d. die in de Nederlandse, Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse samenleving
als ingeburgerd kan worden beschouwd op grond van het feit dat hij ten minste
beschikt over een bij algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen voldoende
lees- en spreekvaardigheid van de Nederlandse taal, dan wel – indien
hij in de Nederlandse Antillen of Aruba hoofdverblijf heeft – de taal
die op het eiland van hoofdverblijf naast het Nederlands gangbaar is, alsmede
over een bij die maatregel te bepalen kennis van de Nederlandse, Nederlands-Antilliaanse
of Arubaanse staatsinrichting en maatschappij, en hij zich ook overigens in
de Nederlandse, Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse samenleving heeft doen
opnemen.
II
In artikel I, onderdeel J, wordt aan artikel 8 een lid toegevoegd, luidende
6. Een krachtens het eerste lid, onder d, vastgestelde algemene maatregel
van rijksbestuur treedt niet eerder in werking dan vier weken na de datum
van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing
wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Toelichting
Van de verzoeker dient betrokkenheid bij de samenleving te worden gevraagd.
Hij zal daarbij de Nederlandse taal op voldoende niveau dienen te lezen en
te spreken. Schrijfvaardigheid is gewenst, maar geen vereiste, omdat dit voor
sommige verzoekers een onredelijk zware eis is om het Nederlanderschap te
verkrijgen. Met deze vereisten wordt beoogd zeker te stellen dat de verkrijger
van de Nederlandse nationaliteit bekend is met de desbetreffende samenleving.
Dittrich