Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2025
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de verkenning van het
RIVM naar de schadelijkheid van beroepsmatige blootstelling aan vliegtuigmotoremissie
(VME) op Schiphol. Dit naar aanleiding van het verzoek daartoe van uw Kamer via de
motie Kostic c.s.1
Uitkomsten verkenning RIVM
Het RIVM heeft op mijn verzoek in kaart gebracht welke onderzoeken er zijn of worden
uitgevoerd naar de schadelijkheid van VME. Vervolgens is het RIVM nagegaan in hoeverre
deze onderzoeken antwoord (gaan) geven op de vragen die leven bij de werknemers op
de Schipholplatforms (vertegenwoordigd door de FNV) en eventueel bij andere partijen.
De FNV geeft aan dat de voornaamste vraag die leeft bij werknemers is hoe groot de
kans is op het ontwikkelen van kanker door beroepsmatige blootstelling aan VME. Ook
heeft het RIVM verkend of aanvullend onderzoek gewenst en haalbaar is.
Het RIVM stelt – gehoord hebbende wetenschappelijke experts tijdens een bijeenkomst
op 5 september jongstleden – dat aanvullend onderzoek nodig is om de door de FNV geformuleerde
vragen te beantwoorden. Het RIVM stelt voor een dwarsdoorsnedeonderzoek uit te voeren
waarbij werknemers op één moment in de tijd worden bestudeerd. Dit dwarsdoorsnedeonderzoek
kan inzicht geven in de potentie van VME om DNA-schade te veroorzaken. DNA-schade
kan leiden tot kanker. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de kans op kanker
toeneemt wanneer er meer DNA-schade optreedt. De uitkomsten van het dwarsdoorsnedeonderzoek
zijn van toegevoegde waarde in het verder vaststellen van de bijdrage van VME aan
de kans op het ontwikkelen van kanker. Het onderzoek draagt bij aan de kennisbasis
die hiervoor nodig is.
Het RIVM geeft aan dat het voorgestelde onderzoek geen inzicht kan geven in de kans
op kanker als gevolg van beroepsmatige blootstelling aan VME. Om die vraag te kunnen
beantwoorden is langlopend epidemiologisch onderzoek nodig. Dit is volgens het RIVM,
mede op basis van gehoorde experts, onhaalbaar omdat er sprake is van een sterk variabele
werknemersgroep en een gebrek aan beschikbaarheid van historische (blootstellings-)gegevens
op Schiphol. Dezelfde praktische problemen treden op als meerdere luchthavens in het
onderzoek worden betrokken.
Het dwarsdoorsnedeonderzoek dat het RIVM voorstelt heeft brede steun gekregen tijdens
de bijeenkomst op 5 september jongstleden. Tijdens de bijeenkomst waren experts aanwezig
die betrokken zijn (geweest) bij onderzoeken naar arbeidsomstandigheden en blootstelling
aan gevaarlijke stoffen bij Schiphol of andere luchthavens in Nederland in relatie
tot gezondheid van werknemers, waaronder ook partijen uit het samenwerkingsverband
Lexces. Daarnaast waren ook betrokken partijen zoals FNV, KWF en Schiphol aanwezig.
Ontwikkeling onderzoeksvoorstel door het RIVM
Ik zal het RIVM zo snel mogelijk opdracht geven tot het uitwerken van een concreet
onderzoeksvoorstel voor het dwarsdoorsnedeonderzoek. Het uitwerken hiervan neemt naar
verwachting een half jaar in beslag, zo geeft het RIVM aan. Dit kost de nodige tijd
omdat het gaat om een complex onderzoeksvoorstel. Bij elk aspect moet voldoende expertise
vanuit wetenschap, werkgevers en werknemers worden betrokken.
Voordat het onderzoeksvoorstel in detail uitgewerkt kan worden, moeten enkele vragen
worden beantwoord. Dit is nodig om de praktische haalbaarheid van het onderzoek op
Schiphol te bepalen. Het antwoord op deze vragen leidt tot een go- of no go-besluit
voor verdere uitwerking van het onderzoeksvoorstel. Een vraag is bijvoorbeeld of de
gezondheidseffecten specifiek aan VME gerelateerd kunnen worden. Dit is een uitdaging
omdat platformmedewerkers op Schiphol niet alleen aan VME worden blootgesteld, maar
ook aan andere stoffen zoals dieselmotoremissie. Het RIVM schat in dat dit mogelijk
is met bestaande of eventueel nieuw te verzamelen data, maar moet dit wel definitief
uitzoeken. Eind van dit jaar verwacht het RIVM hierover duidelijkheid te kunnen geven.
Afrondend
Ik verwacht het uitgewerkte onderzoeksvoorstel van het RIVM in voorjaar 2026. Als
op basis van het RIVM-onderzoeksvoorstel wordt besloten het onderzoek uit te voeren,
zijn hiervoor op dit moment geen middelen beschikbaar. Na ontvangst zal ik het onderzoeksvoorstel
aan uw Kamer toesturen en uw Kamer informeren over het vervolg.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel