Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 mei 2024
Het kabinet vindt het belangrijk dat iedereen in een veilige omgeving kan werken.
Werkgevers zijn op basis van de Arbowet verplicht om zorg te dragen voor een veilige
werkomgeving. Het voorkomen en tegengaan van psychosociale arbeidsbelasting (PSA)
zoals ongewenst gedrag en werkdruk maakt hiervan onderdeel uit.
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft in 2023 onderzoek verricht naar de stand van
zaken omtrent ongewenst gedrag (en werkdruk) en de aanpak hiervan op de 14 Nederlandse
publieke universiteiten. Bijgaand bied ik u de resultaten van het onderzoek aan in
de vorm van het onderzoeksrapport «Arbo in Bedrijf Special Psychosociale arbeidsbelasting
Universiteiten» en een publieksversie van het onderzoeksrapport. De aandacht voor
dit onderwerp is niet nieuw. PSA, bestaande uit werkdruk en ongewenst gedrag, vormt
voor werknemers binnen universiteiten al langere tijd een probleem. In 2020 heeft
de Arbeidsinspectie de 14 publieke universiteiten verzocht hiervoor actieplannen op
te stellen. Na beoordeling van deze actieplannen in 2021 en andere onderzoeken bleek
de aanpak nog onvoldoende. Bovendien blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden
(NEA) dat werknemers op universiteiten vaker dan werknemers in andere sectoren aangeven
dat er onvoldoende maatregelen genomen worden om werkdruk en ongewenst gedrag tegen
te gaan.
Naar aanleiding van deze signalen wilde de Arbeidsinspectie meer inzicht krijgen in
hoeverre de universiteiten sinds 2021 verbeteringen hebben doorgevoerd op het gebied
van PSA en met welk effect. Dit rapport gaat over de huidige stand van zaken, evenals
de oorzaken van de psychosociale arbeidsbelasting op de universiteiten.
Kern bevindingen Arbeidsinspectie
Uit het onderzoek van de Arbeidsinspectie komt naar voren dat universiteiten op diverse
manieren invulling geven aan het arbobeleid op het gebied van PSA. Een geïntegreerde
aanpak ontbreekt echter veelal en de borging in de organisatie blijkt lastig. Ook
is het inzicht in de oorzaken van ongewenst gedrag en werkdruk beperkt. Enquêteresultaten
laten zien dat werkdruk en ongewenst gedrag door velen wordt ervaren; hoge werkdruk
blijkt op basis van de ontvangen documentatie, interviews en enquête bij alle universiteiten
een aanhoudend probleem.
De belangrijkste oorzaken van PSA worden gevormd door de wijze van financiering, te
veel taken, prestatiedruk, en ambities van zowel individuen, als faculteiten en universiteiten.
De hiërarchische structuur en leidinggevenden spelen een centrale rol als het gaat
om ongewenst gedrag. Universiteiten nemen veel beheersmaatregelen, maar werknemers
zijn er beperkt bekend mee en maken er beperkt gebruik van. Er wordt weinig gemeld
bij vertrouwenspersonen en officiële klachten worden nagenoeg niet ingediend.
Uit het onderzoek van de Arbeidsinspectie volgt dat werkdruk en ongewenst gedrag een
aanhoudend probleem vormen onder het onderwijzend en wetenschappelijk personeel. De
verantwoordelijkheid voor een gezonde werkomgeving ligt primair bij werkgevers. In
het geval van de universiteiten zijn de besturen eindverantwoordelijk voor een goed
Arbobeleid. Op grond van deze verantwoordelijkheid en aan de hand van de bevindingen
uit dit onderzoek moeten zij het voortouw nemen om tot verbeteringen te komen, daarop
te sturen en actief verantwoording te vragen van de faculteiten/hoogleraren.
De Arbeidsinspectie zal dit onderzoek in 2025 laten opvolgen door een handhavend inspectieproject.
Beleidscontext
Gezien de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(OCW) voor het hoger onderwijs, met inbegrip van de aanpak van PSA, zal de beleidsinhoudelijke
reactie op dit rapport aan uw Kamer worden gestuurd door de Minister van OCW, mede
namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Ten slotte
De Arbeidsinspectie is graag tot een nadere toelichting op het onderzoek bereid.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip