Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2024
Werkenden die ziek worden, hebben grote risico’s op een significante teruggang in
inkomen. Het kabinet wil daarom dat er voor zelfstandigen, net als voor werknemers,
een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering komt. Ik ben dit wetsvoorstel nu
aan het uitwerken. Van belang bij de uitwerking is dat het voorstel uitlegbaar, betaalbaar
en uitvoerbaar is. Met het oog op het commissiedebat Arbeidsongeschiktheid op 24 april
a.s., breng ik u graag op de hoogte van de laatste stand van zaken.
Bij het uitwerken van het wetsvoorstel zijn verschillende varianten onderzocht om
te bepalen wanneer een zelfstandige recht heeft op zo’n arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Ik heb afgelopen maanden samen met UWV intensief gekeken naar verschillende varianten
van dit zogenaamde arbeidsongeschiktheidscriterium en heb daarbij verschillende uitwerkingen
onderzocht. Na overleg met sociale partners en zelfstandigenorganisaties heb ik besloten
om de «drempelfunctievariant» op te nemen in het wetsvoorstel dat voor internetconsultatie
en uitvoeringstoetsen zal worden uitgezet. Deze variant scoort beter op de criteria
uitlegbaarheid, betaalbaarheid en uitvoerbaarheid dan het alternatief. Graag licht
ik toe – op hoofdlijnen – waarom ik gekozen heb voor deze variant. Nadere toelichting
op deze variant wordt uitgewerkt in het betreffende wetsvoorstel.
Zoals aangegeven in de brief van 3 april 2023, sluit de uitwerking van de arbeidsongeschiktheidsverzekering
voor zelfstandigen zo veel mogelijk aan bij het advies van de Stichting van de Arbeid
«Keuze voor zekerheid». In dit advies wordt uitgegaan van een arbeidsongeschiktheidscriterium
vergelijkbaar met het criterium in de WIA. Dat betekent dat zelfstandigen een uitkering
zouden krijgen op basis van het verschil tussen wat deze verdiende voor dat hij ziek
werd en zijn resterende verdiencapaciteit.
In een gezamenlijk traject met UWV heb ik een alternatief uitgewerkt, de zogenoemde
«drempelfunctievariant». Deze drempelfunctievariant wordt ook beschreven in het rapport
van de onafhankelijke commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS).1 Dit arbeidsongeschiktheidscriterium houdt in dat zelfstandigen een uitkering krijgen
als zij door ziekte niet meer het Wettelijk Minimumloon (WML) kunnen verdienen. Uit
het doorlopen traject is gebleken dat de drempelfunctievariant de verzekerde de meeste
duidelijkheid geeft over zijn recht op een uitkering. Daarnaast is het belangrijk
dat deze variant passend is bij de specifieke vormgeving van de uitkering, omdat de
uitkering bij arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen straks maximaal ter hoogte
van het WML zal zijn. Dat wijkt af van de uitkering voor werknemers, die in sommige
gevallen hogere uitkeringen kunnen krijgen. Zelfstandigen dragen daarmee zelf een
deel van het (ondernemers-)risico van inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid.
Daarnaast zorgt deze variant voor iets lagere premies en is deze minder intensief
om te beoordelen door het UWV. Dit laatste blijkt uit een pre-uitvoeringstoets door
UWV.
Ik ben blij dat ik, in nauwe samenwerking met UWV, en na constructief overleg met
sociale partners en zelfstandigenorganisaties, heb kunnen komen tot dit arbeidsongeschiktheidscriterium.
Dat betekent dat deze variant in het voorstel moet worden verwerkt. Hierdoor loopt
het wetsvoorstel enkele weken vertraging op. In de volgende fase toetsen UWV en de
Belastingdienst het gehele wetsvoorstel op uitvoerbaarheid, en wordt het voorstel
voor internetconsultatie uitgezet. Beoogd uitvoerders dienen daarbij ook afdoende
tijd te krijgen voor het toetsen van de uitvoerbaarheid van het voorstel.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip