25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 442 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2022

In het verleden, maar ook nu nog, lopen werkenden gezondheidsschade op door blootstelling tijdens hun werk aan gevaarlijke stoffen. Een actief preventief beleid in bedrijven is van groot belang om dit te voorkomen. Voor de huidige slachtoffers van stoffengerelateerde beroepsziekten komt dit echter te laat. Een gang naar de rechter om hun schade te verhalen duurt heel lang en leidt vaak niet tot de erkenning die ze zoeken. Ik ben daarom content u te kunnen melden dat de Regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) op 1 januari 2023 in werking zal treden. Deze regeling biedt deze slachtoffers middels een eenmalige financiële tegemoetkoming een maatschappelijk erkenning voor hun beroepsziekte. Ondanks het feit dat er in de beginfase nog enkele operationele risico’s spelen, hecht ik er in het belang van de slachtoffers aan de regeling toch zo snel mogelijk open te stellen.

Eerder heb ik u gemeld1 dat vanwege een zorgvuldige uitvoering wordt gestart met een beperkt aantal beroepsziekten en dat geleidelijk – zodra duidelijk is dat dit verantwoord kan – meer beroepsziekten aan de regeling worden toegevoegd. Hierbij laat ik u weten dat de regeling gaat starten met drie beroepsziekten: longkanker door asbest, allergisch astma en chronische encephalopathie (CSE; ook wel schildersziekte genoemd). Positief is dat er daarmee eindelijk een tegemoetkoming komt voor slachtoffers van longkanker door asbest. Deze vallen buiten de huidige TAS-regeling voor asbestslachtoffers. Verder wordt met de keuze voor CSE bereikt dat de tijdelijke CSE-regeling een vervolg krijgt voor de huidige doelgroep van werknemers en de doelgroep wordt uitgebreid met zzp’ers2.

In deze brief ga ik nader in op het moment van openstelling van de regeling en de risico’s die daarbij spelen. Verder licht ik het proces toe om te komen tot een selectie van beroepsziekten waarvoor de regeling gaat gelden, evenals de keuze voor de drie eerste beroepsziekten.

Met de brief kom ik de toezegging na uit mijn brief van 28 april 20223 en tijdens het Commissiedebat over Gezond en Veilig Werken van 12 mei jl. om u nog voor de zomer te informeren over het moment van inwerkingtreding van de TSB.

Openstelling van de TSB

In de brief van 28 april jl. heb ik u laten weten dat een start van de TSB per 1 juli 2022 niet mogelijk bleek omdat het opstarten van de ketensamenwerking, het uitwerken van de werkprocessen en de benodigde ondersteunende systemen meer tijd vragen. Deze constatering is gebaseerd op veelvuldig overleg met de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke Stoffen (ISBG) en het samenwerkingsverband Landelijk Expertisecentrum Stoffengerelateerde Beroepsziekten (Lexces). Deze organisaties voeren de regeling gezamenlijk uit. Het ISBG zorgt daarbij samen met de aanvrager voor een compleet dossier over de aanvraag. Op basis van dat dossier beoordeelt het Deskundigenpanel (dat ondersteund wordt door bureau Lexes) of sprake is van de betreffende beroepsziekte. Mede op basis van dit oordeel, adviseert het ISBG de SVB vervolgens over de aanvraag. De SVB beslist over de aanvraag en betaalt de tegemoetkoming.

Naar aanleiding hiervan is door deze uitvoeringsorganisaties nader in kaart gebracht onder welke voorwaarden de regeling per 1 januari 2023 zou kunnen starten. Dit heeft geleid tot de keuze om, in het belang van de slachtoffers, te starten per 1 januari 2023 met de drie eerder genoemde beroepsziekten. Wel onderken ik daarbij enkele risico’s. Zo is het vrijwel zeker dat het Lexces, als nieuw op te bouwen organisatie, niet gaat lukken om per 1 januari al te beschikken over een operationeel ICT-systeem. Daar heb ik alle begrip voor. Om die reden zal in de eerste maanden van 2023 de beoordeling door het deskundigenpanel plaatsvinden met een beperkte ICT-ondersteuning. Afhankelijk van de instroom, die nu nog niet volledig in te schatten is, valt daarom niet uit te sluiten dat het proces in de beginfase aanloopproblemen zal kennen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om langere doorlooptijden dan wenselijk, een hogere foutgevoeligheid en mogelijke stuwmeren in de uitvoeringsketen. Hiervoor worden extra beheersmaatregelen getroffen. Ik onderken de nadelen, maar deze wegen wat mij betreft niet op tegen het langer laten wachten van de doelgroep van de regeling. Daarbij is van belang dat de regeling gefaseerd zal worden opengesteld. Als de regeling direct volledig zou worden opgesteld, zouden de risico’s te groot zijn. Ik zal er voor zorgen dat in de communicatie richting de slachtoffers aandacht wordt besteed aan het mogelijk nog niet optimaal lopen van het proces in de beginfase, zodat zij weten wat zij kunnen verwachten.

De selectie van beroepsziekten

Zoals aangegeven start de regeling met de volgende drie ernstige, stoffengerelateerde beroepsziekten: longkanker door asbest, allergisch astma en chronische encephalopathie. Deze drie beroepsziekten worden opgenomen in een bijlage van de TSB.

Om verschillende redenen zijn dit beroepsziekten die relatief weinig voorbereiding vergen. De voorbereidingen die deze drie beroepsziekten vergen worden voor 1 januari 2023 afgerond.

Over longkanker door asbest is er, vanwege het raakvlak met de bestaande TAS-regeling voor asbestslachtoffers, al veel kennis beschikbaar.

Eerder bleek het toevoegen van deze beroepsziekte aan de TAS-regeling niet haalbaar. Ik ben dan ook verheugd dat er nu eindelijk ook voor slachtoffers van deze beroepsziekte erkenning komt. Daardoor komt ook direct aan het begin van de regeling een relatief grote groep slachtoffers in aanmerking voor een tegemoetkoming.

Bij allergisch astma gaat het om een beroepsziekte, die op individueel niveau goed is vast te stellen. De medische diagnose als beroepsziekte wordt evenwel niet altijd gesteld. Dit is wel nodig om de causaliteit (conform het criterium uit de TSB van «voorshands aannemelijk») vast te kunnen stellen.

In de komende tijd wordt nader bekeken hoe de werkwijze bij het vaststellen van deze diagnose het beste kan worden vorm gegeven.

Voor (ex)werknemers bij wie de diagnose CSE is gesteld bestaat al een tijdelijke tegemoetkomingsregeling. Momenteel worden door het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) en de SVB de nog lopende aanvragen afgehandeld, maar nieuwe aanvragen zijn niet meer mogelijk. Verder was voor toegang tot de CSE-regeling een voorwaarde dat medewerking werd verleend aan het aansprakelijk stellen van de ex-werkgever. Niet alle slachtoffers wilden daaraan meewerken. De regeling was ook niet opengesteld voor zzp’ers. Door de TSB nu ook open te stellen voor de CSE-slachtoffers, komen zzp’ers en (ex)werknemers die niet aan de genoemde voorwaarde wilden voldoen, alsnog in aanmerking voor een tegemoetkoming. Dit is goed nieuws voor deze slachtoffers.

Voor het proces van de selectie van ernstige stoffengerelateerde beroepsziekten zijn twee stappen van belang. In de eerste stap heeft het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten en ervaringen in het buitenland, een voorstel gedaan voor ziekten die kunnen worden aangemerkt als «ernstige stoffengerelateerde beroepsziekten». Het bestuur van Lexces heeft dit voorstel overgenomen en mij aangeboden. Daarbij is onder meer gekeken naar de mogelijkheid om op individueel niveau vast te kunnen stellen of iemand de betreffende beroepsziekte heeft, de mogelijkheid om de ernst van de ziekte te definiëren en naar meer praktische randvoorwaarden gericht op de uitvoering van de regeling. Ik verwacht dat in de toekomst, mede dankzij de investering die is gedaan met de oprichting van Lexces als kennisinstituut voor stoffengerelateerde beroepsziekten, meer beroepsziekten kunnen worden toegevoegd.

De tweede stap gaat over het proces om te komen tot een lijst van ernstige stoffengerelateerde beroepsziekten waarvoor de TSB gaat gelden en die daarom vermeld worden in de bijlage van de TSB. Zoals aangegeven wordt in mijn brief van 28 april 2022, moet met het oog op een zorgvuldige uitvoering gestart worden met een beperkt aantal beroepsziekten. Dat aantal zal geleidelijk aan groeien. Deze fasering heeft mede als achtergrond dat de regeling niet alleen gaat gelden voor nieuw geconstateerde beroepsziekten, maar ook open staat voor aanvragers waarvan al langer geleden is vastgesteld dat zij lijden aan de betreffende stoffengerelateerde beroepsziekten. Het voorstel van Lexces gaat ook in op deze gefaseerde invoering. Ik heb dit voorstel gevolgd bij het besluit over de drie beroepsziekten.

In de brief van 28 april zijn de voorwaarden benoemd voor de plaatsing van een stoffengerelateerde beroepsziekte op deze bijlage. Belangrijk is dat de verwachte aantallen aanvragen binnen een redelijke termijn kunnen worden verwerkt, dat er voldoende medische en arbeidshygiënische experts beschikbaar en opgeleid zijn voor het deskundigenpanel en dat er een protocol beschikbaar is aan de hand waarvan op individueel niveau kan worden vastgesteld dat een aanvrager de desbetreffende ziekte heeft en dat de ziekte is ontstaan door blootstelling op het werk aan de betreffende gevaarlijke stof. SVB, ISBG en Lexces hebben voor hun aandeel in de werkzaamheden aangegeven dat per 1 januari 2023 voor de genoemde drie beroepsziekten aan deze voorwaarden kan worden voldaan.

Op dit moment is nog niet duidelijk wanneer en met welke fasering de overige beroepsziekten uit het voorstel van Lexces kunnen worden toegevoegd aan de TSB. Opname in de bijlage met beroepsziekten van de TSB is pas aan de orde als is voldaan aan de hiervoor vermelde voorwaarden uit mijn brief van 28 april 2022 én de door mij in te stellen adviescommissie van oordeel is dat de ziekte inderdaad als ernstige beroepsziekte als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan worden aangemerkt. Dan pas kan ik een besluit nemen over het opnemen van de beroepsziekte in de bijlage en ontstaat er een recht op een tegemoetkoming. Zolang de regeling nog in opbouw is, zal ik u met regelmaat informeren over het verloop van de uitvoering van de regeling en de uitbreiding met nieuwe stoffengerelateerde beroepsziekten.

Tot slot

In zijn advies van mei 2020 wees de commissie Heerts op het belang van erkenning van de slachtoffers van stoffengerelateerde beroepsziekten. Nu er een ingangsdatum is vastgesteld, komt daar zicht op. Daarmee komt er ook een alternatief voor de langdurige en veelal weinig succesvolle gang naar de rechter.

Samen met de opening van Lexces per 1 juli as. zijn hiermee twee belangrijke mijlpalen uit de kabinetsreactie op het advies van de commissie Heerts dichterbij gekomen. Ik hoop dat de slachtoffers de weg naar de regeling goed zullen weten te vinden. Daar zal ik mij samen met de uitvoeringsorganisaties voor inspannen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Kamerstuk 25 883, nr. 429.

X Noot
2

De Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers 2014 (TAS-regeling) en de Regeling Tegemoetkoming werknemers met CSE 9de CSE-regeling).

X Noot
3

Kamerstuk 25 883, nr. 429.

Naar boven