25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 313 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2017

Hierbij bied ik uw Kamer twee adviezen1 van de Gezondheidsraad aan, «Gezondheidsrisico’s door nachtwerk», gepubliceerd op 24 oktober 2017 en «Nachtwerk en gezondheidsrisico’s: mogelijkheden voor preventie», gepubliceerd op 10 november 2015. Ik zal in deze brief kort ingaan op de inhoud van de adviezen en mijn reactie hierop geven.

Aanleiding adviesvraag

In Nederland werkt volgens het CBS 15% van de beroepsbevolking regelmatig of soms in de nacht, dit zijn 1,3 miljoen mensen. Bedrijfstakken waarin regelmatig ‘s avonds of ‘s nachts gewerkt wordt zijn het vervoer, de zorg, de industrie en de horeca, maar ook in andere sectoren komt nachtwerk voor2. Er lijken aanwijzingen te zijn dat nachtwerk negatieve gezondheidseffecten kan veroorzaken, zoals borstkanker, metabole aandoeningen (obesitas, diabetes mellitus), hart- en vaatziekten en slaapstoornissen. Dit soort effecten blijkt onder meer uit grote studies bij verpleegkundigen of studies met proefdieren. Het lastige bij deze studies is dat ze vaak tegenstrijdige conclusies opleveren, vooral als het gaat om borstkanker. Soms wordt er wel, en soms geen relatie tussen nachtwerk en een gezondheidseffect gevonden (Travis et al. 2016, He et al., 2015, Lin et al. 2015).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Gezondheidsraad daarom in 2013 gevraagd om advies over nachtwerk en gezondheidsrisico’s. De Raad werd hierbij gevraagd om advies, op basis van de huidige stand van de wetenschap, over de relatie tussen nachtwerk en borstkanker, nachtwerk en andere gezondheidseffecten en beschermende maatregelen. Dit advies is in twee delen opgeleverd. Deel 1 ging over de wetenschappelijke stand van kennis op het gebied van preventieve maatregelen en deel 2 over de relatie tussen nachtwerk en gezondheidseffecten. Met deze brief bied ik u de beide adviezen aan.

Inhoud van de adviezen

De Gezondheidsraad stelt in haar adviezen dat nachtwerk tot negatieve gezondheidseffecten kan leiden. Dit is bewezen bij diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten en slaapstoornissen en -problemen. Het risico op diabetes en hart- en vaatziekten neemt toe met meer jaren nachtwerk. Bij 40 jaar nachtwerk is het aantal gevallen van diabetes onder nachtwerkers bij 21 van de 100 gevallen te wijten aan het nachtwerk. Bij hart- en vaatziekten zijn dit 23 van de 100 gevallen. De onderzoeken zijn niet eenduidig als het gaat over de relatie tussen nachtwerk en borstkanker.

De gezondheidsschade lijkt te komen door verstoring van de interne biologische klok. Blootstelling aan licht, activiteit (eten en bewegen) op momenten dat het lichaam van nature in rust is en slapen wanneer het lichaam actief wil zijn, leiden waarschijnlijk tezamen tot de nadelige gezondheidseffecten. Dit ontregelt veel processen in het lichaam, zoals de stofwisseling en fysiologische processen, wat weer leidt tot een verstoord herstelvermogen, een verstoorde slaap en een verstoorde hormoon- en energiehuishouding. De Gezondheidsraad adviseert om het werken tijdens de nacht zoveel mogelijk te beperken om de verstorende invloed op de interne biologische klok zoveel mogelijk te minimaliseren.

Moet er toch in de nacht gewerkt worden, dan adviseert de Gezondheidsraad om preventieve maatregelen te richten op het voorkomen of verminderen van het verstoren van de interne klok. De Gezondheidsraad geeft aan dat er vanuit de wetenschap weinig bekend is over preventieve maatregelen en welke maatregelen effectief zijn. Bij slaapproblemen verwacht de Gezondheidsraad dat een voorwaarts roterend ploegendienstrooster de minste slaapklachten geeft en dat een korte slaap tijdens de nachtdienst slaperigheid vermindert.

Ten slotte geeft het advies aan dat er gezondheidskundige redenen zijn om de «duur van nachtwerk» (totaal aantal jaren) in de Arbeidstijdenwet op te nemen. Hoe langer iemand nachtdiensten draait, hoe groter de kans op gezondheidseffecten. De Gezondheidsraad kan echter niet aangeven hoe lang de duur van nachtwerk maximaal zou mogen zijn. De Gezondheidsraad geeft aan dat het hierbij, vanuit gezondheidskundig oogpunt, niet alleen zou moeten gaan om de formele werktijden, maar ook om reistijden tussen huis en werk. Ook reistijd kan bijdragen aan verstoring van de interne biologische klok. De Gezondheidsraad geeft als laatste aan dat er te weinig onderzoek is om hoogrisicogroepen aan te wijzen.

Reactie op advies

Het advies van de Gezondheidsraad is belangrijk, omdat veel mensen in Nederland ’s nachts werken. Het toont aan dat nachtwerk tot gezondheidseffecten als diabetes type 2, hart- en vaatziekten en slaapstoornissen en -problemen kan leiden. Bij het streven naar duurzame inzetbaarheid is het belangrijk om hiermee rekening te houden en maatregelen te treffen om gezondheidseffecten te voorkomen en te beperken.

Werkgevers en werknemers

Ik roep werkgevers en werknemers op om aan de slag te gaan met deze nieuwe kennis over nachtwerk. Ik vind het belangrijk dat werkgevers de risico’s rondom nachtwerk bespreken met hun werknemers, zodat werknemers op de hoogte zijn van de nieuwste informatie rondom nachtwerk. Ik roep werkgevers- en werknemersorganisaties daarom op om deze kennis te delen en onder de aandacht te brengen bij hun achterban. Ik zal aanvullend daarop zorgen voor informatievoorziening die aansluit bij de behoefte van zowel werkgevers als werknemers. Voor nachtwerkers stellen we deze behoefte vast na onderzoek in focusgroepen. Hiermee beoog ik werknemers waar mogelijk in staat te stellen om keuzes te maken rondom het al dan niet werken in de nacht en oog te hebben voor preventieve maatregelen. Een belangrijk gegeven hierbij is dat de effecten van nachtwerk toenemen met het aantal jaren nachtwerk.

Als werknemers in een organisatie (gedeeltelijk) ’s nachts moeten werken, dan moet de werkgever zorgen voor passende maatregelen die dit risico voldoende aanpakken. De risico’s en bijbehorende maatregelen moeten in kaart worden gebracht in een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Dit is staand beleid en dit gaat volgens de arbeidshygiënische strategie. Hierbij is de eerste stap het zoveel mogelijk beperken van nachtwerk. Vervolgens moet de werkgever goed kijken naar de condities waaronder dit nachtwerk plaatsvindt en zoeken naar collectieve of organisatorische maatregelen. Pas als dat niet mogelijk is volgen individuele maatregelen. De werkgever dient een plan van aanpak op te stellen om risico’s te adresseren. Bij deze aanpak staat het voorkómen van negatieve gevolgen van nachtwerk centraal. Denk bijvoorbeeld aan alleen in de nacht werken als dat echt moet, specifieke roosters, waarbij rekening wordt gehouden met de laatste wetenschappelijke inzichten, een regelmatig terugkerend arbeidsgezondheidskundig onderzoek om de gezondheid te monitoren of voorlichting over het voorkomen van ongevallen door vermoeidheid.

Kennis van arboprofessionals over nachtwerk is ten slotte ook essentieel. Ik wil bedrijfsartsen dan ook oproepen om de nieuwe inzichten uit het advies mee te nemen in hun inzet en na te denken over het opstellen van een richtlijn over nachtwerk voor bedrijfsartsen. Dit advies levert zeker extra onderbouwing om tijdens het preventief medisch onderzoek (PMO) bij werknemers aandacht te hebben voor de gevolgen van nachtwerk en potentieel hoogrisicogroepen hierbij extra aandacht te geven.

Preventieve maatregelen

Mij is naar aanleiding van het Gezondheidsraad advies duidelijk dat er snel meer inzicht in de effectiviteit van preventieve maatregelen moet komen. In mijn opdracht volgt het RIVM sinds 2011 (intern)nationaal onderzoek naar nachtwerk en voert dat ook zelf uit. Naar aanleiding van dit advies geef ik het RIVM de opdracht om zich in haar toekomstige inzet te focussen op fundamenteel onderzoek naar de effectiviteit van preventieve maatregelen. Aanvullend daarop gaan TNO en het RIVM in mijn opdracht samen en in overleg met het Kennisplatform nachtwerk praktijkgericht onderzoek naar preventieve maatregelen uitvoeren. Ik hoop dat dit onderzoek snel praktische handvatten voor werkgevers en nachtwerkers oplevert om negatieve gezondheidseffecten zoveel mogelijk te voorkomen.

Kennisplatform nachtwerk

Ik hecht aan het voeren van het gesprek met het veld en heb daarom in 2016 het Kennisplatform nachtwerk opgericht. Hier vindt in aanwezigheid van wetenschap, praktijk (werkgevers en werknemers) en beleid duiding van de beschikbare kennis plaats, wordt gesproken over problemen in de praktijk en over kennisbehoeftes. Deelnemers aan het platform zijn op dit moment FNV, FNV bureau beroepsziekten, Shell, KLM, Prorail, Inspectie SZW, RIVM, TNO, StaZ, de Nationale Politie en de Beveiligingsbranche. Ik waardeer de (ervarings)deskundige inbreng van dit platform zeer. Recent is in het platform het Gezondheidsraad advies besproken en deelnemers gaven aan behoefte te hebben aan continuering van het Kennisplatform. Hier zal ik dan ook in voorzien. Naast de door mij ingezette onderzoeken, verwacht ik dat het Kennisplatform een belangrijke bijdrage zal leveren aan de bewustwording rond de risico’s van nachtwerk en het concretiseren en delen van effectieve aanpakken om negatieve gezondheidseffecten te voorkomen.

Arbeidstijdenwet

Het advies van de Gezondheidsraad biedt mij vooralsnog onvoldoende aanknopingspunten om de Arbeidstijdenwet aan te passen. Het advies geeft namelijk – naast het opnemen van de component «duur van nachtwerk» – geen concrete aanbevelingen voor aanpassingen. Een belangrijke reden hiervoor is dat de Gezondheidsraad nog geen wetenschappelijke onderbouwing kan geven voor wat de maximale duur van nachtwerk in een mensenleven of loopbaan moet zijn.

Hieraan wil ik toevoegen dat de Arbeidstijdenwet de (jaarlijkse) hoeveelheid nachtwerk reeds fors beperkt. Zo is er in Nederland een maximum aantal nachtdiensten per jaar vastgesteld en zijn er eisen rondom rusttijden na nachtdiensten, die verder gaan dan de Europese regelgeving terzake. Ook bestaat er een enorme diversiteit in typen nachtwerk binnen en tussen branches, varieert de duur van nachtwerk van incidenteel tot langdurig en ervaren werknemers het werken in de nacht verschillend. Uitvoerbaarheid speelt hierbij ook een rol. Het is onuitvoerbaar om werkgevers verantwoordelijk te stellen voor werkcondities die de gehele loopbaan van een werknemer betreffen. Dit alles maakt het wat mij betreft dan ook onwenselijk om nadere, uniforme regels te stellen aan (de condities van) nachtwerk en om vanuit de overheid nachtwerk voor iedereen verder te beperken.

Handhaving

Voor alle risico’s die bij het werk voorkomen moet de werkgever maatregelen nemen die passen bij de aard en omvang van het risico in de specifieke werksituatie. De werkgever is daarnaast verplicht om een beleid terzake van arbeids- en rusttijden te voeren in samenhang met het arbeidsomstandighedenbeleid.

De Inspectie SZW betrekt bij de handhaving de stand der wetenschap. De Inspectie SZW zal de inzichten van de Gezondheidsraad dan ook meenemen in het handhavingsbeleid in brede zin. Hierbij kan het gaan om inspecties, maar ook om meer stimulerende en faciliterende activiteiten. Waar zinvol zal de Inspectie SZW werkgevers wijzen op de inzichten van de Gezondheidsraad over nachtwerk evenals de inzichten van de in deze brief aangekondigde onderzoeken naar preventieve maatregelen.

De Inspectie SZW analyseert bovendien continu of nieuwe risico’s optreden die tot mogelijke aanpassingen van inspectie-inzet aanleiding geven. De Inspectie SZW is voornemens de inzichten van de Gezondheidsraad mee te nemen in de inspectiebrede risicoanalyse.

Tot slot

Werken in de nacht zal altijd nodig zijn. Denk maar aan werknemers in de zorg, bij de politie en de brandweer. Het is ernstig dat nachtwerkers geconfronteerd kunnen worden met negatieve gezondheidseffecten als gevolg van hun werk. Ik vind het daarom belangrijk dat mensen goed geïnformeerd de keuze kunnen maken over het al dan niet werken in de nacht en geïnformeerd hierover in gesprek kunnen met hun werkgever. Om de negatieve gevolgen van nachtwerk zoveel mogelijk te beperken, roep ik werkgevers op om steeds goed na te denken over de vraag of het werken in de nacht in de organisatie echt nodig is en zo ja, om het werk zodanig te organiseren dat de negatieve gezondheidseffecten hiervan zoveel mogelijk voorkomen, dan wel beperkt worden.

Ik ga ervan uit dat er met de huidige onderzoeksinzet en de brede belangstelling voor het uitwisselen van kennis met betrekking tot nachtwerk er op afzienbare termijn meer bekend zal worden over de effectiviteit van preventieve maatregelen. Ik blijf de ontwikkelingen op dit vlak dan ook nauwgezet volgen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Advies Gezondheidsraad «Gezondheidsrisico’s door nachtwerk», p. 11.

Naar boven