25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 217 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2013

Uw Kamer heeft verzocht om mijn reactie te mogen ontvangen op «het onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in de Nederlandse pakketdienstensector» (verzoek van 20 december 2012). Onderstaand treft u mijn reactie op dit rapport aan.

Onderzoeksbevindingen

Het onderzoek «Status: Bezorgd; Arbeidsomstandigheden in de Nederlandse pakketdienstensector» is in 2012 in opdracht van FNV Bondgenoten uitgevoerd door de onafhankelijke onderzoeks- en netwerkorganisatie SOMO1. FNV Bondgenoten streeft met het onderzoek naar verbetering van de arbeidsomstandigheden van koeriers. Het rapport beschrijft de belangrijkste bedrijven, hun bewegingen, strategieën en de dynamiek in de sector. Vervolgens beschrijft het rapport het perspectief van de pakketbezorgers op hun werk. Hiertoe is onderzoek gedaan onder 258 personen. Daarnaast zijn discussies georganiseerd en zijn individuele koeriers en managers gebeld.

Het rapport beschrijft eerst de grote internationale bedrijven die actief zijn op de Nederlandse markt en schetst een sector die gekenmerkt wordt door schaalvergroting, internationalisering, concurrentie en prijsdruk. Deze grote bedrijven reageren op de huidige economische omstandigheden door te consolideren en kosten te besparen. Dit gebeurt onder andere door reorganisaties en flexibilisering van arbeid. De onderzoekers vragen zich af of de concurrentieverhoudingen binnen Nederland wel evenwichtig zijn. Sommige van de grote bedrijven maken voor het koerierswerk vrijwel uitsluitend gebruik van «subcontractors» (opdrachtnemers), anderen doen dit alleen voor piekbezorgingen en werken normaal met een hoog percentage eigen werknemers met relatief goede arbeidsvoorwaarden.

Naast de grote bedrijven kent Nederland volgens het onderzoek duizenden kleine lokale of regionale koeriersbedrijven die zelfstandig werken of op basis van een opdracht van de multinationale pakketdienstverleners. Zij profiteren van de groeiende markt van pakketlevering aan consumenten. Volgens het rapport worden jaarlijks honderden van dergelijke bedrijven opgericht in Nederland en verdwijnen er ook vele van de markt. De onderzoekers stellen dat sprake is van misstanden onder de subcontractors. Deze zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en zelfstandigen met personeel (zmp’ers) zijn vaak onvoldoende in staat hun positie te verbeteren, vanwege hun zwakke onderhandelingspositie. Sommige opdrachtgevers leggen de vergoeding per pakket eenzijdig op en bepalen de routes en pakkettenaantallen. Om de opdracht te verkrijgen moeten de subcontractors investeren in een vervoermiddel dat is aangepast aan de wensen van een specifieke opdrachtgever. Dit belemmert het werken voor meerdere opdrachtgevers.

Koeriers maken volgens het onderzoek lange werkdagen met een hoge werkdruk tegen vergoedingen die onder het minimumloon kunnen liggen. De zware werkdagen leveren veiligheids- en gezondheidsrisico’s op. Bovendien rijden veel koeriers onderverzekerd rond vanwege te hoge verzekeringskosten. In sommige gevallen is volgens het rapport sprake van schijnzelfstandigheid. Zowel de werknemers als de subcontractors zijn overwegend positief over hun collega’s en over hun functie; toch geven ook de meest tevreden koeriers aan dat er redenen zijn voor bezorgdheid over hun arbeidsomstandigheden en -voorwaarden.

Het rapport bevat enkele aanbevelingen voor bedrijven, ondernemingsraden, vakbonden en de overheid. Voor wat betreft de overheid luiden deze:

betere bescherming bieden aan zelfstandigen, garanderen van een minimumvergoeding; beëindiging van schijnzelfstandigheid; intensiever controleren van naleving van wettelijke veiligheidseisen en salariëring; inzicht geven over de aparte behandeling van PostNL door de Belastingdienst; prioriteren van monitoring van de concurrentieverhoudingen op de Nederlandse pakketdienstenmarkt door de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

Reactie op het rapport

Het beeld dat uit het rapport naar voren komt is niet fraai. Uit het rapport blijkt niet in welke mate de vermelde misstanden voorkomen. In essentie beschrijft het rapport problemen met de contractvormen en problemen met de arbeidsomstandigheden.

Arbeidsvoorwaarden en contractvormen

De arbeidsvoorwaarden- en contractvorming is onderdeel van de vrije contractvorming in het economisch verkeer tussen ondernemers onderling. In de markt voor pakketbezorging wordt al geruime tijd gewerkt met zowel vaste werknemers als met subcontractors. Het kan echter niet zo zijn dat dergelijke contractvormen verworden tot een goedkoop alternatief voor werk dat door vaste werknemers kan worden gedaan, waarbij een loopje wordt genomen met fatsoenlijk werk- en opdrachtgeverschap. Hieronder schets ik mijn inzet voor de pakketdienstensector.

Voor het bestrijden van schijnzelfstandigheid heeft de Staatssecretaris van Financiën op 17 september 2012 maatregelen aangekondigd rond het misbruik van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Ik wil er verder op wijzen dat pakketbezorgers die het idee hebben feitelijk onder een arbeidsovereenkomst te werken, zich tot de rechter kunnen wenden en zich onder voorwaarden kunnen beroepen op het rechtsvermoeden van het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Ik vind het van belang dat de kennis en mogelijkheden hiervoor goed worden benut. De problematiek rondom de verschillende vormen van flexwerk maakt onderdeel uit van de gesprekken in het kader van de sociale agenda met de Stichting van de Arbeid.

Voor wat betreft de beloning wijs ik op het wetsvoorstel voor uitbreiding van de wet Minimumloon en minimum vakantiebijslag (Wml) dat dit voorjaar aan uw Kamer wordt aangeboden. Door dit wetsvoorstel krijgt een ieder die anders dan uit hoofde van beroep of bedrijf arbeid verricht op basis van een overeenkomst van opdracht recht op beloning op het niveau het wettelijk minimumloon.

Ten slotte zal ik, zoals ik bij de begrotingsbehandeling heb toegezegd, voor 1 mei een brief naar uw Kamer sturen over de aanpak van schijnconstructies. Dergelijke constructies komen – veelal ook in relatie tot grensoverschrijdende arbeid – in meerdere soorten en maten voor, bijvoorbeeld om premies en belastingen te ontduiken of om te frauderen met het loon. Constructies die leiden tot oneerlijke concurrentie en uitholling van arbeidsvoorwaarden moeten zoveel als mogelijk worden bestreden. Het gaat niet alleen om illegale constructies maar ook om zaken die binnen de wet- en regelgeving passen maar wellicht onwenselijk zijn. In dat kader zal ik ook de pakketdienstensector betrekken.

Arbeidsomstandigheden

De werkgever is verplicht om werknemers te beschermen tegen de risico’s van psychosociale arbeidsbelasting en van fysieke belasting, zoals tillen. Voor de alleenwerkende zzp’er gelden deze bepalingen niet. Voor zzp’ers die werken op een plaats waar ook anderen werken en zzp’ers die worden gezien als werknemer voor de Arbeidsomstandighedenwet – namelijk werkend onder gezag – gelden deze regels wel, om concurrentie op arbeidsomstandigheden tegen te gaan.

De transportsector, waaronder de pakketbezorgers vallen, is een van de drie prioritaire sectoren in het «Actieplan gezond bedrijf». Dit meerjaren-actieplan van SZW en VWS faciliteert bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (tot 250 werknemers, maar met name kleine bedrijven) om arbeidsomstandigheden (in het bijzonder fysieke belasting en psychosociale arbeidsbelasting) en leefstijl van werknemers te verbeteren. Voor de sector transport vindt maandelijks afstemmingsoverleg plaats tussen de sectororganisaties Transport en Logistiek Nederland en Gezond Transport, uitvoerder Syntens Innovatiecentrum en mijn ministerie. Door deze sectorale aanpak is deze faciliteit laagdrempelig voor de kleine ondernemer.

Daarnaast worden in het SZW-programma «Duurzame Inzetbaarheid» onder meer via een website voorlichting en voorbeelden gegeven over de aanpak om duurzame inzetbaarheid in een bedrijf te verbeteren.

Los van deze mogelijkheden die de sector zelf kan benutten, wordt nader onderzocht of een intensivering van het toezicht op de pakketdienstensector nodig is naar aanleiding van dit rapport. Daartoe wordt in 2013 een verkenning uitgevoerd naar de mogelijke problemen rondom arbeidsomstandigheden bij de koeriersdiensten. Ook worden in 2013 enkele inspecties uitgevoerd bij bedrijven die (ook) koeriersdiensten uitvoeren in de transportsector en logistieke sector. Overigens kunnen concrete klachten over arbeidsomstandigheden altijd leiden tot een reactieve inspectie door de Inspectie SZW.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Het rapport is op internet te vinden op http://somo.nl/publications-nl/Publication_3909-nl.

Naar boven