Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2012
Tijdens het Algemeen Overleg Arbo-onderwerpen van 7 maart 2012 (Kamerstuk 25 883, nr. 208) heeft het Kamerlid mevrouw Sterk mij vragen gesteld over het fiscale regime voor
Het Nieuwe Werken. De vragen van mevrouw Sterk zijn: «Hoe verhouden de verstrekkingen
voor de thuiswerkplek zich tot de werkkostenregeling? Hoe voorkomen we dat de verstrekking
op de werkplek onbelast is terwijl exact dezelfde verstrekking op de thuiswerkplek
wel belast is?».
Ik wil deze vragen, mede namens de staatssecretaris van Financiën, als volgt beantwoorden.
Op grond van de werkkostenregeling zijn er drie categorieën verstrekkingen voor de
thuiswerkplek te onderscheiden die onbelast zijn. De eerste categorie betreft verstrekkingen
die rechtstreeks voortvloeien uit het arbeidsomstandighedenbeleid van de werkgever.
In deze categorie onbelaste verstrekkingen valt bijvoorbeeld de beeldschermwerkplek
thuis.
De tweede categorie onbelaste verstrekkingen zijn verstrekkingen die deels op de reguliere
werkplek worden gebruikt en deels op de thuiswerkplek. Als een verstrekking op de
reguliere werkplek onbelast is, is het gebruik daarvan op de thuiswerkplek ook onbelast.
Voorbeelden zijn de mobiele telefoon en gereedschap.
Beide genoemde categorieën verstrekkingen zijn onbelast omdat de wet het loonvoordeel
van deze verstrekkingen onder voorwaarden op nihil stelt.
Tot slot kan een verstrekking op de thuiswerkplek zonder nadere voorwaarden ook onbelast
blijven als deze door de werkgever als zogenoemd eindheffingsloon wordt aangewezen.
Dat geldt ook voor vergoedingen. Alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers
die door de werkgever als zodanig zijn aangewezen, zijn onbelast voor zover ze 1,4%
van de totale loonsom niet overstijgen. De totale loonsom is het geheel aan belastbaar
loon dat de werkgever zijn werknemers gezamenlijk geeft. Deze 1,4% van de loonsom
werkt als een generieke vrijstelling en staat bekend als «de vrije ruimte». Wordt
de vrije ruimte overschreden dan komt de belasting overigens voor rekening van de
werkgever. Dit heeft dus geen invloed op de hoogte van het belastbare loon van de
werknemer.
Op de reguliere werkplek zijn er enkele verstrekkingen die onbelast zijn, terwijl
die verstrekkingen op de thuiswerkplek dat niet zijn, tenzij gebruik wordt gemaakt
van de genoemde vrije ruimte van 1,4%. Voorbeelden zijn de printer en meer privé getinte
zaken zoals de koffie.
Overigens bestonden er voor invoering van de werkkostenregeling ook al verschillen
in fiscale behandeling tussen verstrekkingen op de reguliere werkplek en de thuiswerkplek.
De werkkostenregeling kan Het Nieuwe Werken echter meer ondersteunen dan voorheen
(onbelast) mogelijk was, omdat er aan het gebruik maken van de vrije ruimte geen nadere
voorwaarden zijn verbonden. De werkkostenregeling biedt werkgevers daarmee meer flexibiliteit
dan voorheen.
Tot slot merk ik nog op dat de werkkostenregeling momenteel wordt geëvalueerd. Als
deze evaluatie leidt tot aanpassingen, dan zullen deze aanpassingen op 1 januari 2014
van kracht worden.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom