25 883
Arbeidsomstandigheden

nr. 166
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 maart 2010

Tijdens het Algemeen Overleg Arbozaken in de vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 februari jl. (Kamerstuk 25 883, nr. 165) is het machinaal aanbrengen van zand-cementdekvloeren aan de orde geweest. Ook heeft uw lid Vietsch (CDA) over dit onderwerp vragen gesteld die ik op 9 februari schriftelijk heb beantwoord (Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 1572). Ik wil u met deze brief informeren over de stand van zaken.

Er heeft constructief overleg plaatsgevonden tussen de sociale partners in de Afbouw en de Arbeidsinspectie. Dit overleg heeft geresulteerd in een positief resultaat dat ook door de achterban van de werkgeversorganisatie NOA op 10 maart is geaccepteerd.

Sociale partners erkennen dat machinaal aangelegde zandcementdekvloeren, gelet op de fysieke belasting die er mee gepaard gaat, op dit moment niet gelijkwaardig zijn aan gietvloeren. Sociale partners zijn er echter van overtuigd dat door technische aanpassingen en nieuw te ontwikkelen hulpmiddelen de machinaal aangelegde zandcementvloeren binnen 5 jaar wel gelijkwaardig kunnen worden.

In het vertrouwen dat sociale partners een goede inschatting maken van de door hen door te voeren technische aanpassingen, zijn afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder de komende periode zandcementdekvloeren aangelegd kunnen worden. De te nemen maatregelen betreffen zowel de in te zetten hulpmiddelen als het maximum aantal te maken vierkante meters per persoon per dag. Door de normering wordt de fysieke belasting in alle situaties beperkt en ontstaat er duidelijkheid voor werkgevers, werknemers en opdrachtgevers.

De voorwaarden zullen integraal opgenomen worden in de arbocatalogus en daarmee de basis vormen voor de handhaving. Conform de eerder gemaakte afspraken wordt de aangepaste catalogus uiterlijk 1 mei 2010 ter toetsing aan de Arbeidsinspectie voorgelegd.

Indien de sector geen activiteiten ontwikkelt om de verschillen in fysieke belasting tussen het machinaal leggen van zandcementdekvloeren en gietvloeren op te heffen óf als blijkt dat de verschillen toch niet kunnen worden opgeheven, dan zal de Arbeidsinspectie gietvloeren weer als uitgangssituatie hanteren in haar handhaving. Er vindt frequent overleg plaats met de sector om de voortgang te volgen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven