25 879
Arbeidsomstandighedenwet 1998

nr. 46
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 2 april 1999

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 18 maart 1999 overleg gevoerd met staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over onderwerpen rakende arbeidsomstandigheden, aan de hand van:

– zijn brief d.d. 10 december 1998 inzake het overleg met de Bouw- en houtbond FNV over het rapport «Nul is genoeg» (over ongevallen in de bouw)(SOZA-98–836);

– zijn brief d.d. 22 december 1998 inzake het plan van aanpak arbeidsomstandigheden van kwetsbare groepen (25 879, nr. 44);

– zijn brief d.d. 22 december 1998 over de adviesaanvrage aan de Gezondheidsraad over longkanker en de blootstelling aan asbest (25 843, nr. 6);

– zijn brief d.d. 24 februari 1999 over de toepassing van de Arbo-wet op het vrijwilligerswerk (25 879, nr. 45).

Van het overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Middel (PvdA) was absoluut niet tegen het afsluiten van convenanten ter verbetering van de arbeidsomstandigheden in risicovolle bedrijfstakken, maar in de bouw is in het verleden nogal dwarsgelegen. Hij vroeg zich daarom af of convenanten daar effectief zijn ter voorkoming van dodelijke ongelukken. Hij voelde zich aangesproken door de voorstellen van de Bouw- en houtbond FNV, vooral door het idee om honderd gedeeltelijk arbeidsongeschikten op te leiden tot Arbo-adviseurs. Hij zou dat graag in de convenanten ingepast zien. Hij zag ook wel wat in een permanent platform veiligheid in de bouw. Hij vroeg of Sociale Zaken en Werkgelegenheid bereid was daaraan mee te werken. De heer Vreeman heeft de regering destijds bestookt met vragen over veilig werken aan wegen. De heer Middel vroeg of de staatssecretaris nog steeds bezwaren heeft tegen een wettelijke normering. Hij vroeg ook wat het departement doet ter intensivering van het arbeidsomstandighedenbeleid. Aan een motie van zijn hand over uitbreiding van de arbeidsinspectie is aardig voldaan, maar hij had de indruk dat een uitbreiding vooral de conve-nanten en het boetesysteem ten goede komt. Die uitbreiding zou vooral de bouw, waar nu eenmaal veel ongelukken gebeuren, ten goede moeten komen.

In 1993 had de heer Middel samen met mevrouw Rempt van de VVD, de heer Rosenmöller van GroenLinks en mevrouw Schimmel van D66 een motie ingediend (23 172, stuk nr. 6) over de positie van de thuiswerkers. Die motie is aangehouden. Hij vroeg of inmiddels van zodanige ontwikkelingen sprake is, dat de motie kan worden ingetrokken. Komt er op basis van de door de staatssecretaris aangekondigde notitie een plan van aanpak? De heer Middel had wel cijfers gezien over overtredingen bij vakantiewerk, maar die kon hij niet interpreteren. Lopen vakantiewerkers nog meer risico dan reguliere werknemers?

Vervolgens vroeg de heer Middel of er een checklist wordt ontwikkeld voor risico-inventarisatie en -evaluatie in het vrijwilligerswerk.

Op initiatief van de SP heeft de Kamer besloten dat er een fonds komt voor slachtoffers van aan asbest gerelateerde ziekten. De heer Middel zou graag zien dat er een advies van de Gezondheidsraad komt over het verband tussen longkanker en asbest. Hij had vooralsnog geen idee welke lijn getrokken zou moeten worden voor mensen die met asbest in aanraking zijn geweest, maar ook ander risicovol gedrag hebben, met name roken. Ziektes kunnen niet op voorhand alleen worden toegeschreven aan de werksituatie waarin men langere tijd heeft verkeerd. Hij suggereerde een soort protocol over erkenning van beroepsziekten op te stellen. Daarin zouden regels voor de diagnostiek over de relatie tussen het werken met bepaalde stoffen en bepaalde ziekten moeten worden opgenomen. Ook de begeleiding van patiënten en eventuele financiële tegemoetkomingen kunnen daarin aan de orde komen. Hij vreesde dat in de toekomst nog op meer terreinen relaties tussen ziekten en arbeidsomstandigheden kunnen worden gelegd, vooral relaties met stoffen waarvan het gevaarlijke karakter nu nog niet duidelijk is. In zo'n protocol kan geregeld worden, dat behalve tegemoetkomen aan slachtoffers er ook aan preventie in allerlei branches wordt gedaan. Thans is het zoeken van erkenning van een beroepsziekte in de meeste gevallen een zaak van individuele burgers, die een beroep moeten doen op het burgerlijk recht.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks) pleitte voor invoering van adequaat controleerbare maatregelen in de bouw. Convenanten zijn daarbij wel het minst. Er dienen sancties te zijn bij onvoldoende resultaten. De arbeidsinspectie wordt wel uitgebreid met twintig FTE's, maar zij was er niet zeker van dat dit zou leiden tot meer aandacht voor deze sector. Zij was ingenomen met de plannen van de Bouw- en Houtbond FNV, daar het mes daarmee aan vele kanten snijdt. Zij zag ze als zeer op oplossingen en controle gericht, iets waaraan het nog wel eens ontbreekt. Zij vond het opmerkelijk dat de staatssecretaris en de Bouw- en houtbond FNV nogal verschillende invalshoeken hadden. De bond vreest nieuwe problemen door de Ziektewet en de premiedifferentiatie. Zij had ook veel waardering voor het idee van een handleiding voor veilig werken aan wegen.

Mevrouw Van Gent was enigszins teleurgesteld over de uitwerking van haar motie over voorlichting over en handhaving van regels voor arbeidsomstandigheden voor kwetsbare groepen. De brief van de staatssecretaris is vooral een opsomming van bestaand beleid, waar wat kleine puntjes bij komen. Zij hoopte dat de Kamer politiek zeer alert zou blijven wat er met die groepen gebeurt. De groep thuiswerkers blijft heel moeilijk te traceren. Zij vroeg de staatssecretaris voor deze groep en voor de vakantiewerkers een wat offensiever beleid te voeren dan in de schriftelijke reactie is omschreven. Zij was er niet erg gerust op, dat die moeilijk te traceren groep goed kan worden gecontroleerd en dat sancties mogelijk zijn als de regels voor arbeidsomstandigheden voor die groep niet worden nageleefd. De kwetsbare groepen komen haars inziens in de convenanten onvoldoende aan de orde. Uit onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat het risico van stress voor jonge flexwerkers groot is. Aan de bestrijding daarvan zou meer concreet vorm moeten worden gegeven. Daar moet meer aan gebeuren dan het schrijven van brochures.

Het is niet ten onrechte dat longkanker behalve met asbest ook met andere omstandigheden in verband kan worden gebracht, maar mevrouw Van Gent vreesde dat daaruit een inperking van de mogelijkheden tot het leggen van claims zou kunnen voortkomen. Zij voelde wel voor de gedachte aan een protocol, waarin aanspraken goed worden geregeld, risico's worden geïnventariseerd en bedrijfs- en privé-risico's worden onderscheiden, al is dat lastig.

Mevrouw Van Gent had er wel begrip voor, dat vrijwilligersorganisaties zich grote zorgen maken over de reikwijdte van een Arbo-beleid, maar zij zou geen vrijstellingen voor vrijwilligerswerk willen toestaan. Vrijwilligers moeten op eenzelfde bescherming kunnen rekenen als mensen die betaald werk doen. Als vrijwilligersorganisaties daardoor in financiële problemen komen, kunnen derden bijspringen.

De heer De Wit (SP) merkte op, dat de cijfers over ongevallen in de bouw van de stichting Arbouw, gebaseerd op ramingen, een veelvoud van de registratie door de arbeidsinspectie opleveren. Zij komen al jaren uit op bijna 15 000. Onderaannemers worden daarbij niet meegerekend, maar bij hen vinden natuurlijk ook ongevallen plaats. Bij Shell vonden in 1997 60 dodelijke ongevallen plaats bij onderaannemers en 7 dodelijke ongevallen onder het eigen personeel. Naar zijn idee was er sprake van een schrikbarend probleem. In mei van het vorig jaar stond een heel indrukwekkend commentaar daarop in Cobouw, namelijk dat in de bouw sprake is van een gewenning die de politiek juist zou moeten voorkomen. Hij vroeg zich sterk af of convenanten daarop het goede antwoord zijn. In de convenanten zijn geen concrete normen te vinden, maar worden doelstellingen genoemd. Hij kende vele voorbeelden uit de praktijk dat allerlei afspraken op grove wijze worden overtreden. Bij de uitbreiding van de arbeidsinspectie met twintig FTE's zou de bouw prioriteit moeten krijgen. Hij drong bij het kabinet aan op prioriteit in het kabinetsbeleid voor ongevallenbestrijding. Die moet niet aan het bedrijfsleven worden overgelaten. Hij hoorde graag het oordeel van de staatssecretaris over de suggestie van de FNV om van de handleiding voor veilig werk aan de weg een beleidsregel te maken, te rangschikken onder het Arbo-besluit.

De heer De Wit vond het niet juist, dat de staatssecretaris wat roken en asbest betreft heeft gewacht op jurisprudentie. Door de uitspraak van de kantonrechter in Middelburg is die er nu wel. Er is een methode ontwikkeld om de consequenties van het omgaan met asbest en van het roken te scheiden. Hij vroeg om een snelle adviesaanvraag aan de Gezondheidsraad en om een toelichting op de zogenaamde regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers.

De heer Stroeken (CDA) vond het onbegrijpelijk, dat met het vragen van een advies aan de Gezondheidsraad over asbest en longkanker is gewacht totdat er een uitspraak van de rechter was.

Het verontrustte de heer Stroeken dat de regels die in het Bouwprocesbesluit zijn vastgelegd volstrekt onvoldoende nageleefd worden. Hij vroeg wat de extra aandacht van de arbeidsinspectie voor de bouw de afgelopen tijd heeft opgeleverd. Ook hij vestigde de aandacht op het idee van de Bouw- en houtbond FNV om honderd WAO'ers in te zetten als Arbo-adviseurs.

De Kamer heeft een amendement-Stroeken op de Arbo-wet inzake aandacht voor jeugdigen aanvaard. De heer Stroeken meende dat uit de praktijk inmiddels is gebleken hoe noodzakelijk dat amendement was.

Het opstellen van een checklist voor het Arbo-beleid in het vrijwilligerswerk werd door de heer Stroeken toegejuicht. Het leek hem ondoenlijk van elke vrijwilligersorganisatie een risico-inventarisatie (RI) die door een Arbo-dienst moet worden gecontroleerd te vragen. Talloze vrijwilligersinstellingen zijn heel klein. Bedrijven met vijf of minder werknemers hoeven ook geen RI op te stellen. Vrijwilligersinstellingen kunnen tegenwoordig vaak geen penningmeester meer vinden, omdat de belasting voor hen veel te groot wordt. Hij meent dat een grens getrokken kan worden waar de last voor het vrijwilligerswerk te groot wordt. De NOV heeft de claims van een werkgever op diens werknemer die iets is overkomen bij vrijwilligerswerk aan de orde gesteld. Hij las daarover niets in de brief van de staatssecretaris. Voorts verzocht hij om een voorziening om te voorkomen, dat vrijwilligersinstellingen ten gevolge van het Arbo-beleid failliet gaan. Die instellingen zijn het cement van de samenleving, dat niet mag gaan brokkelen.

De heer Blok (VVD) beschouwde de arbeidsomstandigheden primair als een verantwoordelijkheid van de sociale partners. De taak van de overheid is voorwaarden scheppen. De maatregelen die de Bouw- en houtbond FNV voorstelt bevatten heel verstandige componenten, maar de uitwerking moet plaatsvinden in de convenanten.

De Arbo-wet geldt voor alle werknemers, dus ook voor vakantiewerkers en flexwerkers. Het is moeilijk om voor deze groep de regels goed bekend te maken. De heer Blok was benieuwd hoe de staatssecretaris dit dacht aan te pakken.De heer Blok voerde aan dat in het vrijwilligerswerk heel vervelende ongelukken zijn gebeurd. Ook daar dienen Arbo-regels gerespecteerd te worden. Deze groep is echter moeilijk bereikbaar.

Mevrouw Schimmel (D66) sloot zich aan bij de verzoeken om tegemoetkoming aan de suggesties van de Bouw- en houtbond FNV over permanent overleg over veiligheid in de bouw, veilig werken aan de weg en de omscholing van arbeidsongeschikte bouwwerknemers tot Arbo-adviseurs.

Ieder jaar schrok mevrouw Schimmel weer van de cijfers over het vakantiewerk. Zij zag reden voor extra inzet van de arbeidsinspectie in deze sector, omdat het om een heel kwetsbare groep gaat. Zij vond het haast niet te geloven dat soms kinderen beneden de twaalf aan het werk worden aangetroffen. Ook extra aandacht voor de thuiswerkers is gerechtvaardigd.

Gelet op de capaciteit die de Gezondheidsraad heeft, leek het mevrouw Schimmel raadzaam om van die capaciteit ook gebruik te maken voor een adviesaanvraag over asbest en longkanker. Zij achtte het van belang om ook het vrijwilligerswerk in kleine organisaties op risico's te kunnen toetsen.

De heer Van der Staaij (SGP) vroeg aandacht voor de preventieve aanpak in de bouwsector. Hij pleitte ervoor regelmatig na te gaan of het Arbo-beleid in deze sector vruchten afwerpt. Dat geldt overigens ook voor andere sectoren, waar de ongevalscijfers soms stijgen. Hij vroeg of er op dit moment gegevens zijn over ernstige stijgingen van dergelijke cijfers elders. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft de Kamer een brief gezonden over de veiligheid van het werk aan de spoorbaan. Hij vroeg of de daarin opgenomen voornemens inmiddels een vastere vorm hebben.

De heer Van der Staaij vroeg of de acties in het thuiswerk zullen worden ingebed in het structurele werk van de arbeidsinspectie. Hij zou graag meer inzicht hebben in de aard van de klachten van thuiswerkers. Hij drong aan op een versterking van de voorlichtingscampagne voor vakantiewerkers, vooral op gebieden waarop men het niet zo nauw blijkt te nemen met de regels, bijvoorbeeld inzake arbeids- en rusttijden. Hij vroeg hoever de in februari aangekondigde afzonderlijke rapportage over arbeidsomstandigheden voor jongeren is gevorderd.

De heer Van der Staaij verzocht om een tijdig uitbrengen van de brochure over Arbo-zaken voor vrijwilligers, zodat men er ook tijdig op kan inspelen. Hij betwijfelde of het vrijstellen van toetsing door een Arbo-dienst het juiste antwoord is op de inderdaad hoge kosten voor het vrijwilligerswerk. Wellicht moeten minder draagkrachtige instellingen op een andere manier worden gesteund.

Ook de heer Van der Staaij zou een snel advies van de Gezondheidsraad over asbest en longkanker op prijs stellen.

Het antwoord van de regering

De staatssecretaris vond de uitspraak van de kantonrechter in Middelburg over de relatie tussen longkanker en asbest belangrijk, omdat een drietal deskundigen meende een verband te kunnen leggen tussen de mate van blootstelling aan asbest en de hoogte van de schadevergoeding. Omdat de deskundigen unaniem waren, was hij van mening dat een adviesaanvraag aan de Gezondheidsraad zinvol is geworden.

De staatssecretaris hoopte de Kamer zeer binnenkort de regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers te kunnen sturen. Het opstellen daarvan heeft helaas lang geduurd, door vertraging bij de oprichting van het Asbestinstituut en doordat een uitvoeringstoets ook tijd kostte.

Een van de eerste daden van de staatssecretaris als bewindsman was het voorstellen van een wijziging van de Arbo-wet, tot het instellen van een meldingsplicht voor beroepsziekten. Zijn voorganger heeft naar aanleiding van Cannenberg een nota toegezegd over het tijdig opsporen van nieuwe ziekten, preventie een aanpak bij de bron. Naar aanleiding van die nota, die voor de zomer is voorzien, zou de staatssecretaris wellicht ook iets meer kunnen laten weten over de mogelijkheden van een protocol.

De discrepantie tussen de cijfers van de arbeidsinspectie en die van de stichting Arbouw over ongevallen in de bouw vloeit voort uit werkwijzen en definities. De staatssecretaris was opgelucht dat voor het eerst in vijf jaar een stijgende tendens lijkt te zijn omgebogen. Natuurlijk is elk ongeval er een te veel. Zijn brief naar aanleiding van zijn gesprek met de Bouw- en houtbond FNV was kennelijk niet helemaal volledig. Hij had al eerder gezegd, dat hij de suggestie over honderd Arbo-adviseurs, te rekruteren uit de gedeeltelijk arbeidsongeschikten, interessant vond. Hij wilde proberen die via een convenant uit te werken. In het breed bestuurlijk overleg in de bouw (BBOB) is met instemming van de FNV afgesproken, dat de stichting Arbouw de rol van permanent overlegorgaan over de veiligheid in de bouw op zich neemt. Het ministerie zendt waarnemers.

De twintig nieuwe FTE's voor de arbeidsinspectie worden naar verwachting voor een kwart ingezet voor controle van de afspraken in de convenanten. De resterende capaciteit wordt dan gebruikt voor een algemene verhoging van actieve inspecties. Daarbij moeten nog prioriteiten worden gesteld. Bij de begroting kan wellicht een nadere onderbouwing plaatsvinden. Convenanten worden altijd beschouwd als aanvulling op het reguliere beleid. De handhavingscapaciteit van de inspectie voor de bouw is naar verhouding veel groter dan de bijdrage van de bouw aan de economie. De handhavende taken van de arbeidsinspectie zijn uit de wind gehouden bij de efficiencyoperaties waaraan het ministerie moest voldoen. Door de aanpak via convenanten kunnen telkens nieuwe afspraken worden gemaakt over de stand der techniek. Die worden vervat in beleidsregels, die de arbeidsinspectie vervolgens gaat handhaven. De staatssecretaris was bereid in een eventueel convenant met de bouwsector apart aandacht te besteden aan de ongevallenproblematiek. Hij was nog niet zo optimistisch over zo'n convenant, omdat de onderlinge verhoudingen tussen de sociale partners in de bouw moeizaam zijn. Hij viel de heer Blok bij, dat arbeidsomstandigheden in belangrijke mate een zaak van eigen verantwoordelijkheid van de sociale partners zijn. Overigens had hij vanuit zijn eigen werkkamer gezien hoe de helft van de mensen op een bouwproject zonder helm aan het werk was. Nadat hij de arbeidsinspectie erop af had gestuurd, ging het drie dagen goed, maar daarna niet meer. Kennelijk valt daar niet tegenop te reguleren. Hij verwachtte wat dat betreft wel veel van de bestuurlijke boetes die mogelijk worden. Dit is typisch een eigen verantwoordelijkheid van de sociale partners.

In de praktijk moet blijken hoe handzaam de handleiding veilig werken aan de weg is. Als dat is uitgekristalliseerd, zal zeker worden bekeken in hoeverre die handleiding kan worden omgezet in beleidsregels.

Samen met de koepel van vrijwilligersorganisaties wordt een brochure gemaakt. De staatssecretaris zegde toe dat er een checklist voor risico-inventarisatie en -evaluatie in het vrijwilligerswerk komt. Hij vond dat er op het punt van Arbo-beleid in de vrijwilligersbranche geen concessies kunnen worden gedaan. Hij sloot vrijstelling van het inhuren van arbo-diensten nog niet helemaal uit, maar hij zou dan de zekerheid moeten hebben dat er een adequate bescherming is in het vrijwilligerswerk. Hij hoopte dat de discussie met de vrijwilligersorganisaties snel kan worden afgerond. Hij deed zijn uiterste best om de kosten voor deze groepen zoveel mogelijk te beperken, maar het leek hem niet goed om meteen subsidies te gaan toezeggen. Hij wilde precedentwerking naar andere sectoren voorkomen.

De motie van de heer Middel over thuiswerkers uit 1993 is inmiddels uitgevoerd. Er is informatie verstrekt over de aard van de arbeidsverhoudingen, de toepasselijkheid van het minimumloon en de Arbo-wet. De arbeidsinspectie blijft de thuiswerkers volgen. Zij mag huizen van particulieren zonder toestemming binnengaan om de arbeidsomstandigheden te controleren. Het thuiswerk wordt per bedrijfstak in beeld gebracht. Er worden middelen gezocht om ook het thuiswerk in convenanten, die meer op risico's zijn gericht dan op bedrijfstakken, onder te brengen. De groep thuiswerkers heeft maar een kleine omvang. Er zijn daarom weinig representatieve uitkomsten van inspecties. Veel klachten vanuit het thuiswerk zijn er niet.

In het vakantiewerk wordt in de komende zomer opnieuw geïnspecteerd. Aan de hand van de ervaringen zal er specifiek op bepaalde bedrijfstakken gericht gewerkt gaan worden. Het beeld is in het vakantiewerk overigens niet slechter dan gemiddeld. Het belangrijkste probleem is vaak dat er onvoldoende toezicht op vakantiewerkers is.

Nadere gedachtewisseling

De heer Middel (PvdA) ontwaarde een link tussen een eventueel protocol over beroepsziekten en de Cannenbergdiscussie. Hij was blij met de toezegging dat nagegaan wordt of arbeidsongeschikten kunnen worden ingezet als Arbo-adviseurs. Het aantal doden in de bouw is in 1998 voor het eerst sinds een aantal jaren gedaald. Hij wist niet of er daarmee sprake is van een tendens.

De heer Middel verwachtte dat de problemen die uit de Arbo-wetgeving voortvloeien voor het vrijwilligerswerk wel meevallen. De gevolgen voor het midden- en kleinbedrijf waren destijds ook niet zo ernstig als gevreesd, mede doordat een checklist werd ingevoerd. Sociaal-democraten krijgen wel eens het verwijt dat zij alles willen regelen, maar in het vrijwilligerswerk worden mensen soms blootgesteld aan onveilige situaties. Hij was blij met alles wat in Nederland door vrijwilligerswerk gebeurt. Omdat het zo belangrijk is voor de samenleving, moet het ook kwalitatief goed zijn. Of werk nu betaald is of onbetaald, principieel is er geen onderscheid in de waardering voor de mensen die dat werk verrichten.

De heer Middel was blij dat zijn motie uit 1993 inmiddels is uitgevoerd. Hij bleef van mening dat het vakantiewerk meer geïnspecteerd moet worden.

In het rapport Nul is genoeg van de FNV staat een oproep om artikel 328 van het Arbo-besluit, inzake stabiliteit en stevigheid, te wijzigen. De heer Middel hoopte daarover te zijner tijd nog iets te horen.

De heer Middel meende, dat in gevallen als waarvan de staatssecretaris een voorbeeld gaf, het niet dragen van een helm, na herhaalde overtredingen maar één middel paste: ontslag. Veiligheid op het werk is een verantwoordelijkheid van werkgevers én werknemers.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks) suggereerde na te gaan of ook in andere sectoren arbeidsongeschikten ingezet kunnen worden als Arbo-adviseurs. Zij verzocht om een eerdere onderbouwing van de keuzes die voor de twintig nieuwe FTE's voor de arbeidsinspectie zijn gemaakt dan in het najaar, want die verdeling leek haar van belang bij de bespreking van de convenanten.

Het was niet de bedoeling van GroenLinks om de vrijwilligersorganisaties te treiteren, maar mevrouw Van Gent zou het vrijwilligerswerk toch graag toetsen. Zij nam aan dat de Kamer nog invloed zou krijgen als er toch vrijstellingen zouden plaatsvinden. Als de mogelijkheid van vrijstellingen nog niet helemaal wordt uitgesloten, mag de mogelijkheid van kostencompensaties ook niet worden uitgesloten.

Mevrouw Van Gent pleitte voor een intensieve inspectie in het vakantiewerk, omdat dit al op dertienjarige leeftijd verricht mag worden. Zij zou het liefst zien dat in de convenanten de kwetsbare groepen als zodanig aan de orde komen.

De heer De Wit (SP) was blij met de reacties van de staatssecretaris inzake de asbestproblematiek. Een regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers is van belang voor mensen die geen werkgever hebben of wier geval dreigt te verjaren.

De heer De Wit was uit onderzoek bekend, dat 20% van de werknemers in de bouw die een ongeval hadden toegaven dat zij een overtreding tegen de regels hadden begaan. Dat betekent dat 80% van de ongevallen te maken heeft met andere factoren. Het beeld dat de ongelukken gebeuren doordat de werknemers geen helm dragen, is niet juist. In de Arbo-wet 1998 is gelukkig de meldplicht inzake ongevallen opgenomen. Als daar een beter zicht op komt, kan de arbeidsinspectie, met de grotere capaciteit, hopelijk meer doen aan preventie.

De heer De Wit herinnerde aan zijn suggestie uit eerste termijn om in het kabinetsbeleid prioriteit te geven aan de ongevallenbestrijding. Als cruciaal beschouwde hij de bereidheid van werkgevers om werkelijk wat te doen aan de verbetering van arbeidsomstandigheden en de veiligheid op de werkvloer. Hij vroeg hoeveel tijd de staatssecretaris nodig dacht te hebben om de handleiding veilig werken aan de weg in de praktijk te beoordelen. Opneming in het Arbo-besluit heeft toch een wat sterkere werking. Wellicht is afstemming met minister Netelenbos noodzakelijk.

De heer Stroeken (CDA) had wel degelijk ook zorgen over de consequenties van de Arbo-wet voor het midden- en kleinbedrijf. Kleine bedrijven en kleine vrijwilligersinstellingen moeten niet onnodig worden belast, maar de veiligheid mag natuurlijk niet ter discussie staan. In het vrijwilligerswerk is overigens lang niet altijd sprake van onbetaalde arbeid, maar vaak van het samen opzetten van recreatieve activiteiten in georganiseerd verband. Hij vreesde dat ten gevolge van de Arbo-wet dure verbouwingen en andere aanpassingen noodzakelijk zouden kunnen blijken te zijn.

Mevrouw Schimmel (D66) bepleitte een voortzetting en zo mogelijk een intensivering van de inspanningen van de inspectie voor vakantiewerkers en thuiswerkers. Zij was van mening dat het vrijwilligerswerk niet gefrustreerd moet worden met een overdaad aan regels, maar meende dat het ook heel wervend voor vrijwilligers kan zijn om in een veilige omgeving te werken. Een toetsing vond zij geen overdreven inspanning voor een organisatie. Eventueel zag zij ook een rol voor de gemeenten, al wilde zij nu niet over de gemeentelijke financiën beslissen.

De heer Van der Staaij (SGP) vroeg of de staatssecretaris ook in andere sectoren dan de bouw de ontwikkeling van het aantal ongevallen volgt en eventueel maatregelen neemt.

De heer Van der Staaij ging ervan uit, dat brochure en checklist voor het vrijwilligerswerk er voor de inwerkingtreding van de wet zouden zijn.

De staatssecretaris besefte dat de cijfers omtrent dodelijke ongevallen in de bouw nog van jaar tot jaar kunnen stijgen of dalen, maar hij was blij dat een al enige jaren stijgende lijn was doorbroken, in een jaar waarin de economische groei uitbundig is geweest.

De staatssecretaris verwachtte ongeveer een jaar nodig te hebben om te kunnen beoordelen of de handleiding over veilig werken aan de weg in de praktijk effect heeft.

De staatssecretaris merkte op dat vrijwilligers die werken bij professionele organisaties, bijvoorbeeld gezondheidsinstellingen, vallen onder de risico-inventarisatie en -evaluatie daar. Geprobeerd moet worden in beeld te brengen voor welke organisaties zoiets in het geheel niet geldt en toch nodig zou zijn, dan wel achterwege kan blijven. Voor hem staat nog lang niet vast, dat er onderscheid kan worden gemaakt.

Er komt weer een intensieve voorlichtingscampagne over arbeidsomstandigheden in het vakantiewerk. Het is van belang dat de betrokkenen zelf en hun ouders zich eventuele problemen bewust worden. In september-oktober wordt een rapportage uitgebracht.

Alle Arbo-convenanten moeten uiteindelijk in de sectoren zelf geregeld worden. De overheid ondersteunt. De staatssecretaris zag nog geen duizend bloemen bloeien, maar hij meende dat er goede vooruitzichten waren. Hij sloot niet uit, dat de kwetsbare groepen in de convenanten aan de orde komen, maar het is ook weer de vraag of specifiek voor hen grote risico's aanwezig zijn. Hij vond het ongevallenbeleid meer een prioriteit voor de reguliere arbeidsinspectie dan voor de convenanten. De bedoeling van de convenanten is vooral de moeilijk grijpbare arbeidsrisico's aan te pakken. In de bouw is het ongevallenrisico veel groter, dus in het convenant voor de bouw lijkt een aparte vermelding gerechtvaardigd.

Wellicht kan laat in de zomer in het jaarverslag van de arbeidsinspectie worden verduidelijkt hoe de extra capaciteit precies is ingezet.

In de gesprekken met de NOV was de staatssecretaris niet gebleken dat claims van werkgevers op vrijwilligersorganisaties vanwege ongevallen van hun werknemers daar tot een groot probleem voor die organisaties leiden. In hoeverre uit nieuwe Arbo-wetgeving kosten voor de vrijwilligersorganisaties voortkomen, zullen zij toch eerst zelf, eventueel in overleg met hun subsidiegevers, moeten bezien. Het leek hem onwaarschijnlijk dat de vrijwilligersorganisaties nu in één keer met grote problemen worden geconfronteerd.

De aantallen ongevallen per sector zijn voor de arbeidsinspectie belangrijke gegevens, ook om haar capaciteit zo efficiënt mogelijk te kunnen benutten.

De voorzitter van de commissie,

Terpstra

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Rosenmöller (GroenLinks), Van Zijl (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Essers (VVD), Van Dijke (RPF), Bakker (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Visser-van Doorn (CDA), De Wit (SP), Harrewijn (GroenLinks), Balkenende (CDA), Smits (PvdA), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Spoelman (PvdA), Örgü (VVD), Van der Staaij (SGP), Santi (PvdA) en Wilders (VVD).

Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Hamer (PvdA), Van Gent (GroenLinks), Van der Hoek (PvdA), Dankers (CDA), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Hofstra (VVD), Van Middelkoop (GPV), Van Vliet (D66), Klein Molekamp (VVD), Stroeken (CDA), Marijnissen (SP), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Schoenmakers (PvdA), Eisses-Timmerman (CDA), Wagenaar (PvdA), Middel (PvdA), Weekers (VVD), Van Walsem (D66), Oudkerk (PvdA) en De Vries (VVD).

Naar boven