25 877
Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 19..)

nr. 38
AMENDEMENT VAN HET LID HARREWIJN

Ontvangen 11 juni 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

I

In het tweede lid wordt «geen» vervangen door: eveneens

II

In het vierde lid, onder b, wordt «dienen te worden geopend» vervangen door: voor de uitvoering van het betreffende onderzoek noodzakelijk is;.

III

Aan het vierde lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. de periode waarop het verzoek betrekking heeft.

Toelichting

Dit amendement beoogt voor de bevoegdheid van de diensten om brieven en andere geadresseerde zendingen te openen, naast een bijzondere last van de rechtbank te Den Haag tevens de goedkeuring van Onze betrokken Minister te vorderen. Verder beoogt dit amendement aan het verzoek voor toestemming van Onze betrokken Minister de voorwaarde te verbinden dat wordt aangegeven waarom uitvoering van de bevoegdheid in dit geval noodzakelijk is en daarbij tevens een termijn aan te geven waarvoor de toestemming gevraagd wordt. Dit om de betreffende bevoegdheidsuitoefening niet langer dan strikt noodzakelijk is te doen plaatsvinden.

Harrewijn

Naar boven