25 877
Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 19..)

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2000

Hierbij deel ik u mede dat het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 19..) (kamerstukken II, 25 877) bij de Europese Commissie is aangemeld voor notificatie. Dit nadat uit overleg met het commissiesecretariaat was gebleken dat Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieperiode op het gebied van normen en technische voorschriften (de zgn. notificatierichtlijn) hiertoe noopt. Deze Richtlijn heeft namelijk de voorschriften die dienen te worden genotificeerd uitgebreid tot «regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij». Het hoeft daarbij niet alleen te gaan om technische voorschriften. Tegen deze achtergrond dienden met name de artikelen 25, 27 en 28 van het wetsvoorstel genotificeerd te worden, nu deze artikelen bepalingen bevatten die verplichtingen opleggen aan aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten.

De Commissie heeft mij laten weten de kennisgeving van notificatie op 30 mei jl. te hebben ontvangen. Dit houdt in dat de zogenaamde stand-still periode op die datum is beginnen te lopen en eindigt op 31 augustus 2000. Ik verwacht de nota naar aanleiding van het nader verslag kort na het aflopen van de stand-still periode aan uw Kamer te kunnen uitbrengen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Naar boven