25 868 Milieu en scheepvaart

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Ontvangen ter Griffie op 23 oktober 2019.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 20 november 2019.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 21 november 2019.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2019

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende de wijziging van het Scheepsafvalstoffenbesluit in verband met het opnemen van een vrijstelling voor het lozen van sanitair afvalwater door zeeschepen in zeehavens aan zeetoegangswegen1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de in artikel 6.25, tweede lid, van de Waterwet wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Ter voldoening aan de artikelen 6.25, tweede lid, van de Waterwet is het ontwerpbesluit in de Staatscourant bekend gemaakt om een ieder de gelegenheid te geven om binnen vier weken wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven