25 868
Milieu en scheepvaart

nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2006

Hierbij bied ik u het eindrapport van het IMPEL-TFS Seaport project II aan1. In dit project hebben 13 lidstaten samengewerkt op het terrein van handhaving van grensoverschrijdende afvaltransporten die via de grote zeehavens vervoerd worden. Het project is een vervolg op het eerste IMPEL-TFS Seaport project. Het rapport van dit project hebt u in 2004 ontvangen (VROM 040655, Tweede Kamer 2003–2004).

Doel van het project

Doel van het Seaport project was om illegale afvaltransporten te voorkomen door samen met de betrokken instanties in de deelnemende landen controles uit te voeren. Er zijn verschillende instrumenten ontwikkeld om de handhaving van de betreffende regelgeving te verbeteren. Zo zijn uniforme handhavingsmethoden verder ontwikkeld, zijn signalen en informatie uitgewisseld en hebben inspecteurs van de deelnemende lidstaten gezamenlijke controles uitgevoerd. De structurele samenwerking heeft een belangrijke impuls gekregen, zowel op Europees niveau in het IMPEL TFS netwerk, als op nationaal niveau. Tevens zijn drie EU-brede handhavingsacties uitgevoerd.

Resultaten en aanbevelingen

Tijdens het project zijn veel illegale afvaltransporten en tekortkomingen geconstateerd. Gebleken is eveneens dat er nog steeds grote verschillen bestaan tussen de handhavingsstructuren in de lidstaten. Dit is een belangrijke oorzaak voor het feit dat de betreffende Europese Verordening niet uniform wordt toegepast en gehandhaafd.

Uit de resultaten van dit project mogen geen conclusies worden getrokken over de naleving van de Evoa in de verschillende landen. Het aantal gevonden overtredingen wordt mede bepaald door de manier waarop te inspecteren transporten worden geselecteerd en de kwaliteit van de inspectie. Ook zijn veel aangetroffen illegale transporten doorvoer waarbij de haven waarin gecontroleerd wordt een tussenstation is. Zo is de ervaring in de Rotterdamse haven dat ongeveer de helft van de daar aangetroffen illegale transporten niet uit Nederland afkomstig is.

Ten opzichte van de deelnemende landen is de Evoa-handhaving in Nederland relatief goed geborgd. Ik heb u eerder geïnformeerd over manier waarop ik onze nationale bijdrage aan de handhaving van deze Europese verordening verder wil verbeteren.

Aanbevolen wordt de Europese coördinatie van de handhaving van afvaltransporten verder te verbeteren. Naar aanleiding hiervan kan ik u meedelen dat in het afgelopen jaar belangrijke structurele verbeteringen aan het IMPEL TFS netwerk zijn aangebracht. Een onderdeel hiervan is een meerjarenplan waarin onder andere de voortzetting van gezamenlijke handhavingsprojecten als het zeehavenproject is opgenomen.

De lidstaten wordt aanbevolen meer handhavingscapaciteit vrij te maken en te komen tot betere samenwerking met hun eigen douane- en politiediensten. Over de manier waarop Nederland hierin voorziet, heb ik u eerder geïnformeerd. Ook wordt een actievere bemoeienis van de Europese Commissie met de handhaving van deze verordening gevraagd.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven