25 852
Onderzoek nevenfunctie procureur-generaal Steenhuis

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 23 januari 1998

Ten vervolge op mijn brief van 22 januari 1998 (25 852, nr. 1) over het rapport Dolman moet ik u thans mededelen dat het in die brief genoemde onderzoek naar de beoordeling van het handelen en nalaten van de heer Steenhuis behalve door mr. J. E. B. van Julsingha, oud-president van het gerechtshof te Arnhem, zal worden uitgevoerd door prof. mr. H. Franken, hoogleraar Encyclopedie van Rechtswetenschap en informatierecht aan de Rijksuniversiteit te Leiden, decaan van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.

De heer Franken neemt de plaats in van de heer mr. A. D. H. Metzemaekers die mij vandaag heeft laten weten om persoonlijke redenen niet in staat te zijn om zijn eerder toegezegde medewerking te kunnen verlenen.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven