nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering (enige delegatiebepalingen
in het kader van de regeling van de terbeschikkingstelling).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
16 januari 1998
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling
plaatsing veroordeelden gevangenisstraf en TBS bij algemene maatregel van
bestuur te regelen, alsmede het scheppen van een wettelijke basis voor de
bepalingen in het reglement verpleging ter beschikking gestelden ten aanzien
van het toezicht bij de TBS met voorwaarden en de voorwaardelijke beëindiging
van de verpleging en de bepalingen omtrent de verlenging van de TBS;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 13, tweede lid, laatste volzin, wordt vervangen door:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gegeven
omtrent deze beoordeling. Deze regels betreffen in elk geval de frequentie
van de beoordelingen, de te volgen procedure en de wijze waarop de beoordelingen
dienen plaats te vinden.
B
Artikel 38a, derde lid, komt te luiden:
3. Het openbaar ministerie houdt, volgens regels te stellen bij algemene
maatregel van bestuur, toezicht op de naleving van de gestelde voorwaarden.
ARTIKEL II
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 509o, eerste lid, wordt een tweede volzin toegevoegd luidende:
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over
de procedure van verlenging van de terbeschikkingstelling.
ARTIKEL III
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden gesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,